15 toren. De kerk is slechts 4,15 m hoog wat het steenwerk betreft. Lage plompe contreforten en lijstjes om de moderne houten ramen, die rondbogig zijn en, zo te zien aan zijn schets, een goede raam- verdeling hebben. Aan het koor is een consistoriekamer aangebouwd, geheel modern. Het gewelf is van hout, rondbogig, doch enkele spanten spitsbogig; het een en ander is slordig bewerkt. Er zijn zeven dwarsspanten. De vloer is van hard steen. Het ameublement is in 1886 ver nieuwd. Er zijn geen koperen kronen, doch de lezenaar is van deze stof. Het hek, doophek genaamd, is niet onaardig van snijwerk voorzien. De banken, die er tegenaan staan en niet te verzetten zijn, beletten er een foto van te maken. Wij kunnen ons nu wel een beeld vormen van dit doophek dankzij een bewaarde tekening; het hek doet niet zeventiende- eeuws aan. Er wordt door Mulder geen datum genoemd. Zo te zien is het een primitieve tekening, die afwijkt van de blindversiering onder het orgel op de foto van het interieur uit 1971. Mogelijk stamt het doophek uit 1840, het jaar dat een grote verbouwing van de kerk plaats vond, al geven de archiefstukken daar over geen gegevens. Wanneer Mulder een dag later was gekomen, zo vertelde hem de stucadoor, dan zou hij de beide schilderingen over- gepleisterd hebben, daar reeds te lang op Mulders komst was gewacht. Geluk kig heeft Mulder nog juist de tijd gehad foto's en calques te vervaardigen en ook de kleurtinten vast te leggen. Elke pas ontdekte schildering mag immers slechts heel korte tijd aan het daglicht blootge steld worden. Schildering in het portaal Mulder drukte zich over de schildering in het portaal diplomatiek uit. Hij rappor teerde dat een en ander minder goed duidelijk was doch het totaal bleek nog interessant genoeg om bewaard te wor den! Hij meende te maken te hebben met een Michael, doch kenners die er na hem naar hebben gekeken, kwamen tot de conclusie dat het de heilige Adriaan was. Interessant is dat Mulder niet alleen de vormen heeft beschreven, maar dus ook aantekening heeft gemaakt over de kleu ren. Het lijkt mij van belang de tekst op dit punt over te nemen. De ontdekte figuur op pijler A is als ridder gekleed, met een draak aan zijn voeten en een zwaard in de rechterhand. De heilige Adriaan wordt in de christelijke iconogra fie echter afgebeeld met een aambeeld en een leeuw aan zijn voeten.11 De daar van gemaakte calque en de fotografie geven de muurschildering genoegzaam weer. Boven de ridder is het inwijdings- kruis zichtbaar. "Het harnas van den rid der is blauw-groen-grijsachtig tot de voe ten toe, het zwaardhandvat in de hand is geel, okerachtig. Handen, zwaard, heili- genschijn, gezicht en bovenmantel wit of zeer zwak getint. De lange mantel is bruin." De bladzijde in Mulders schets boekje geeft niet alleen de calque van de muurschildering in kleur, maar ook een afbeelding op de tweede pijler van de toren, met "het rode inwijdingskruis en daarboven een onleesbaar opschrift in gothische letters op bruin fond en blauwe rand." Dit laatste was zo onbedui dend dat men het weer heeft wegge- pleisterd. De schildering in de kerk Het bleek te gaan om een goed herken bare Christusfiguur aan de rechterzijde op de oostwand, nagenoeg onbescha digd. Christus was voorgesteld met de aardbol in de linkerhand en de rechter hand onderwijzend opgeheven. "Het kleed is geheel bruin, de haren idem, het kruis op de aardbol rood" en een wat minder goede voorstelling van de heilige Andreas, herkenbaar aan het kruis op de zuidwand tussen de beide meest ooste- Muurschildering, Adrianus, uit de tweede helft vijftiende eeuw in het portaal van de kerk van Ovezande. (Foto J. de Ruiter, Goes 1999) lijke ramen. "Het onderkleed is lichtrood, het bovenkleed groen met wijnrode omslagen. De fond is okerkleurig en het kruis, herkenningsteken van Sint Andre as is bruin, van onder zeer in 't licht overgaande." Volgens de stucadoor moet er ook een madonna als pendant ge weest zijn, ook werd een leeuw (mis schien de evangelist Marcus) gevonden met enige letters. Naar alle waarschijn lijkheid gaat het hierbij om een pendant op de oostmuur van de kerk boven de recent ingebroken ingang naar de modern aangebouwde consistorieka mer.12 Bovendien moet ook op deze oostmuur, volgens Mulder, een beschil dering geweest zijn met de twaalf apos telen, twee aan twee tussen de vensters. Het is niet duidelijk waar deze 'aposte lenschildering' destijds was aangebracht. Tussen de ramen van de absis of boven de madonna en de Christusfiguur? Mulder merkt in zijn rapport op "of wel Muurschildering, Christus met wereldbol, op de oostwand in de kerk te Ovezande. (Foto RDMZ te Zeist, 1887)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2003 | | pagina 19