12
paste plan, door Verheul op 16 septem
ber 1907 ingediend, was aanzienlijk
goedkoper. De totale kosten voor de nu
ontworpen zaalkerk met een breedte van
10,20 meter en een lengte van 23,55
meter, werden begroot op ruim 19.000,-.
In het ontwerp werd door de architect
zowel van romaanse als gotische ele
menten gebruik gemaakt.
Op basis van dit nieuwe plan, waarbij
voor een deel van de oude funderingen
gebruik werd gemaakt, werd besloten
om tot nieuwbouw over te gaan. De aan
besteding vond plaats op 20 januari
1908. Het werk werd voor een bedrag
van 16.500,- gegund aan de laagste
inschrijver, de aannemer M. Allewijn te
Waarde. Inclusief alle bijkomende kosten
kostte de kerk totaal 19.226,-. Het
aantal zitplaatsen werd ten opzichte van
de oude situatie met bijna honderd uitge
breid en kwam nu op 342. Op zondag 22
november 1908 kon de nieuwe kerk in
gebruik worden genomen.35
De oude toren was wegens bouwvallig
heid al in 1877 afgebroken en door een
nieuwe vervangen.
Gewijzigde inzichten
in de monumentenzorg
Lange tijd is er bij de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg niet de minste waarde
ring geweest voor het in de gewelven
van de kerken aangebrachte sjabloon-
schilderwerk. Dit is duidelijk gebleken uit
de opstelling van de dienst tijdens de
restauratie van de kerk te Kapelle, die
gedurende de periode 1963-1967 plaats
vond. Toen van de zijde van de kerk
voogden werd aangedrongen op de ver
wijdering van het koorschot in verband
met de wens om het aantal zitplaatsen
te kunnen uitbreiden, werd dit alleen
goedgekeurd onder voorwaarde dat de
met sjabloonschilderwerk versierde
gewelven van schip en zijbeuken geheel
effen overgeschilderd zouden worden.
Dit als aanpassing aan het eiken gewelf
in het zuiderkoor. Het wegwerken van de
schilderingen heeft daadwerkelijk plaats
gevonden.30
In Kloetinge deed zich tijdens de restau
ratie van 1969-1973 hetzelfde voor. Ook
hier verzette de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg zich fel tegen de wens
om het koorschot te verwijderen, "...daar
het hier gaat om twee totaal verschillen
de stijlen..." Het verschil van mening
leidde tot een enkele jaren durende
hardnekkige strijd tussen enerzijds de
kerkvoogden en de architect M.J.J. van
Beveren en anderzijds de Rijksdienst
Biezelinge. Beschildering van het gewelf. (Foto H.F.
van Herwijnen, 2001)
voor de Monumentenzorg. Het advies
van de Bouw- en Restauratiecommissie
van de Nederlandse Hervormde Kerk gaf
in 1973, toen vanwege de inrichtings
plannen een beslissing niet langer kon
worden uitgesteld, uiteindelijk de door
slag om het koorschot te verwijderen. De
gewelfschilderingen in het schip bleven
intact.37
Een frappante bijzonderheid is dat
tijdens werkzaamheden ter bestrijding
van de bonte knaagkever in de kerk te
Kapelle in 2002 de schilderingen volledig
in ere zijn hersteld. De slechte hechting
van de in 1965 aangebrachte verflaag
bleek verwijdering ervan en restauratie
van de schilderingen goed mogelijk te
maken. Dit leverde, omdat het niet in het
restauratieplan was opgenomen, echter
wel een aanzienlijke extra kostenpost op.
De grootst mogelijke medewerking om
de realisatie van dit onvoorziene werk
mogelijk te maken kwam van de zijde
van de Rijksdienst voor de Monumenten
zorg. Mevrouw ir. M.G. Polman schreef
aan de architect: "De decoraties van de
gewelven zijn uniek voor Zeeland en
laten een verband zien in restauratie (en
nieuwbouw) van bovengenoemde ker
ken, hetgeen bouwhistorisch waardevol
is." Het behoud van de schilderingen
diende voorop te staan.30
De gewelfschilderingen in Baarland
Hoewel het strikt genomen buiten het
kader van dit artikel valt omdat noch Ver
heul noch Fabri enige bemoeiing hebben
gehad met restauratiewerkzaamheden in
de Nederlandse hervormde kerk te Baar
land, willen we aan het slot van dit arti
kel hier toch aandacht aan besteden. In
deze kerk zijn namelijk soortgelijke ge
welfschilderingen te bewonderen als in
de hier behandelde kerken. Zouden we
hiervan geen melding maken, dan zou
de opmerkzame lezer/beschouwer wel
licht met moeilijk te beantwoorden vra
gen zitten.
De sjabloonschilderingen in de kerk te
Baarland zijn aangebracht tijdens de res
tauratie van 1905. Na het herstel van de
kap is deze opnieuw beschilderd en ver
volgens met bladornament gedecoreerd.
De spanten en gordingen werden met
biezen versierd. Een vergelijking met de
decoratieve schilderingen in Kapelle
toont een buitengewoon grote mate van
verwantschap. Hier en daar is er welis
waar sprake van kleine onderlinge ver
schillen (de decoraties op de kruising
van de ribben verschillen bijvoorbeeld),
maar voor de overige decoraties geldt
dat hiervoor ogenschijnlijk dezelfde sja
blonen gebruikt zijn.39 Een hoogst opmer
kelijk gegeven, gezien het feit dat zoals
gezegd zowel Verheul als Fabri niet bij
deze restauratie betrokken zijn geweest.
In het archief van de Hervormde
gemeente te Baarland bevindt zich het
bestek dat betrekking heeft op het ver
nieuwen van de kap. Het is opgesteld
door de toenmalige president-kerkvoogd
A.J.A. Hoogvliet - in het dagelijks leven
timmerman - die zich ook wel architect
noemde. Artikel 4 van het bestek behan
delt summier het schilderwerk van het
plafond. Over het aanbrengen van deco
ratieve schilderingen zegt het bestek
niets. Hoogvliet was belast met de
supervisie over de restauratie. Aan hem
werd betaald "belooning ontwerpen en
opzicht 36,20"."° De vraag is of hier
ook het 'ontwerpen' van de sjablonen