7 gewoon door. Het meubilair moest van de verflaag worden ontdaan, de pilaren moesten worden schoongemaakt en niet opnieuw gewit, zodat ze in hun natuur lijke gedaante de nieuwe aanblik zouden accentueren. De gewelven leverden geen probleem op. De beschieting dien de volledig vernieuwd te worden en kon zodoende worden geschilderd "in pas sende tinten met eenvoudige decoratie, hetwelk in hoofdzaak schablonenwerk met biezen afzettingen en polychromie van beelden en baldakijns zal zijn." In het bestek schreef hij in de kantlijn bij de paragraaf over de gewelven: "Voor over komst van een decorateur die de kleuren zal aangeven en de mallen zal snijden te rekenen en betalen 60,-." De plannen van architect Verheul werden onverkort uitgevoerd. De aanbesteding van het werk vond plaats op maandag 9 maart 1896. De deskundige op het gebied van res tauraties die, zonder dat Verheul hiervan op de hoogte was, in actie kwam was J.A. Frederiks te Middelburg. In de Nieu we Rotterdamsche Courant van 15 maart 1896 verscheen van de hand van Verheul een enthousiast artikel, getiteld "Kerk te Kapelle". Voor Frederiks was dit aanleiding om nog dezelfde dag een - van een negatieve ondertoon voorziene - brief aan de minister van Binnenlandse Zaken te schrijven. Hij maakte in deze brief ook terloops melding van het feit dat Verheul in zijn artikel een belangrijk gedeelte woordelijk had overgenomen uit zijn eigen bijdrage die in 1885 geplaatst was in het Bouwkundig Tijdschrift. Dit zal hij Verheul zeker kwalijk hebben geno men.27 In 1885 had Frederiks samen met J.H. Hannink op verzoek van de ge meente een rapport opgesteld over de toestand van de Kapelse toren. Dat Frederiks iets had met Kapelle, was gebaseerd op zijn vriendschap met bur gemeester P.J. van der Mandere. Beiden waren fervente verzamelaars van antiek. Het was de burgemeester die in septem ber 1896, toen tijdens het werk in de kerk vanonder de kalklagen een oude schildering te voorschijn kwam, ijlings een brief aan Frederiks schreef en hem verzocht om te komen kijken: "...Den heer Verheul, die mij toeschijnt een knap en smaakvol architect te zijn, maar van wien ik niet geloof dat hij Uwe archaeo- logische kennis bezit," aldus de burge meester.28 Frederiks was niet in de gele genheid om snel naar Kapelle te komen, maar hij zorgde ervoor dat zijn vriend Adolph Mulder er werk van maakte. De kerk te Kapelle, gezicht naar het westen, met de door J. Verheul ontworpen inrichting. (Foto J.P.A. Antonietti, 1922, RDMZ) Kapelle. Het verwijderen van de verflaag die omstreeks 1965 over de gewelfschilderingen is aangebracht. (Foto T. Lepoeter-Boes. 2002)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2003 | | pagina 7