Bouwkundige onderwerpen
17
Het leiendak
M. VAN DOORN
Er is bijna geen materiaal te bedenken
of het is ooit in een bepaalde hoedanig
heid wel toegepast als dakbedekking. Zo
ook de natuursteenlei. In de oudheid en
de vroege Middeleeuwen werd de dak
bedekking meestal uit de omgeving be
trokken, zoals riet en pannen, gebakken
met klei uit de regio. In Nederland stamt
de toepassing van leien uit de Middel
eeuwen en dan alleen voor belangrijke
gebouwen, zoals kerkgebouwen.
De lei wordt gewonnen uit leigesteente,
een leemsoort door bezinken uit water in
lagen afgezet. De structuur is sterk ge
laagd, zodat de steen in dunne lagen is
te splijten, in sommige streken zelfs zeer
dunne lagen van 3 tot 4 mm. Dat is
belangrijk omdat leien vaak driedik over
elkaar heen worden gelegd en een hoog
soortelijk gewicht van ca. 3 hebben.
Leien als dakbedekking hebben een
aantal voordelen ten opzichte van vele
andere dakbedekkingsmaterialen. Ze
hebben een lange levensduur (afhanke
lijk van de plaats van herkomst soms
honderd jaar en langer), ze kunnen wor
den aangebracht op dakschuintes van
30 tot 90 graden (dus ook torenspitsen),
en ze zijn wind-, water- en stuifsneeuw-
dicht en vooral ook in hoge mate storm-
vast, een belangrijke kwaliteit bij meestal
hooggelegen daken waarbij de wind vrij
spel heeft. Ook de status die aan een
met leien gedekt gebouw wordt toege
dicht, kan mede van invloed zijn bij het
maken van een keuze. Daar staat tegen
over dat een leiendak duur in kostprijs is.
Leien moeten uit het buitenland worden
ingevoerd hetgeen vooral in het verre
verleden, met gebrekkige transportmid
delen, kostenverhogend werkte en vooral
ook het aanbrengen, het dekken, is erg
\"-~
V
y
R'JNOAK or PUI7SDAK
FIGUUP 1
arbeidsintensief en daardoor duur.
In vroeger tijden werden in Nederland
leien ingevoerd uit Duitsland, Frankrijk,
Luxemburg en België. In de zeventiende
eeuw kwamen daar de uit Engeland inge
voerde leien bij. De Engelse lei overtreft
de voornoemde leisoorten in kwaliteit, ze
is hard, in grote maten leverbaar en dun
(2,5 tot 4 mm) terwijl de Duitse lei 6 tot 8
mm dik is. Tegenwoordig worden ook
leien uit Spanje ingevoerd. Leien worden
geleverd in een ruime diversiteit aan
afmetingen. Hoe harder de lei, hoe gro
ter ze kan zijn. De gemiddelde afmeting
van de Franse lei bijvoorbeeld bedraagt
20 x 36 cm en die van de Engelse lei 25
x 51 cm.
De vraag bij leien is hoe een waterdicht
dak te construeren. De lei heeft langs de
randen geen sluitingen zoals de gebak
ken dakpan, dus het moet worden
gevonden in de wijze van overlappen.
Hier in Nederland kent men twee syste
men van dekking, namelijk het Rijndak
en het Maasdak. De benamingen zijn het
gevolg van de wegen waarlangs de leien
vroeger werden aangevoerd, via de Rijn
dan wel de Maas. De vorm van de leien
die via de Rijn werden aangevoerd, is
anders dan die van de leien die via de
Maas ons land binnenkwamen. Bij het
Rijndak lopen de rijen leien niet horizon
taal, zoals bij het Maasdak, maar onder
een hellingshoek van ongeveer 20 gra
den, wat zijn typische uiterlijk oplevert
(figuur 1). Een Rijndak is niet gegaran
deerd regen- en sneeuwdicht te maken.
Vandaar dat in onze regio uitsluitend de
Maasdekking wordt toegepast.
Bij het Maasdak (figuur 2) lopen de leien
in horizontale rijen en dus evenwijdig
aan nok en goot. Men kent zogenoemde
figuur a
enkele en dubbele dekking. Bij de enkele
dekking overlapt elke volgende rij de
onderliggende over ca. 7 tot 10 cm. De
rijen worden in halfsteens verband aan
gelegd om geen doorgaande naden te
verkrijgen. In onze streken wordt bijna
uitsluitend de dubbele dekking toege
past. De rijen worden dan nog meer over
elkaar geschoven, zodanig dat de derde
lei nog ca. 10 cm over de eerste schiet.
Op deze wijze gedekt is er, zelfs als er
een lei om welke reden dan ook stuk is
of ontbreekt, van lekkage geen sprake.
Het bevestigen van de leien vond vroe
ger plaats met ijzeren nagels. Door roest-
vorming van de nagels zijn veel leien
daken verwoest. Later werden gegalvani
seerde nagels toegepast. Sinds jaar en
dag worden ze opgehangen aan haken
van koper, maar liever nog van roestvrij
staal (zie schets). Het grote voordeel
hiervan is dat reparaties aanzienlijk een
voudiger zijn.
Het maken van nokconstructies vraagt
aparte aandacht. Ze worden meestal uit
gevoerd in lood. Een tweetal voorbeelden
zijn hierbij in schetsvorm aangegeven in
de figuren 3a en 3b. Het maken van aan
sluitingen aan opgaand muurwerk, aan
sluitingen aan dakkapellen en dergelijke
vindt eveneens plaats met lood.
Andere veel voorkomende dakbedekkin
gen zijn dakpannen. In de negentiende
eeuw, de tijd van het neoclassicisme,
kwam de toepassing van non-ferro
metaalplaten als lood, koper en zink in
zwang. In een van de volgende bulletins
wordt daarop nader ingegaan.
i
so'jker iraEkïu Mtr
STKQOK.SE OPGESOLDEEKD
t-ooDCrcorsEEKioDDaa)
L—LOODSJTECOK AAN EElbE Z'J -
DEN OP OAKBESCHOrSP-JKEREUj
EN NA LEGGEN LEIEN DAAK
OVERHEEN KLOPPEN
DAL'BESCHOT
k NOKGQTtDlHG
woKcoMsmuciiE 2. - nciUUE Je