De kerkramen van Biervliet
18
RINUS WILLEMSEN
Op 12 september 2003 presenteerde de
Commissaris der Koningin in Zeeland,
drs. W.T. van Gelder, het gerestaureerde
kerkgebouw in Biervliet. Na een periode
van ruim een jaar werd het godshuis
weer voor de erediensten in gebruik
genomen. Tijdens de restauratie werden
zowel de grafkelder van de rentmeesters
als die van de commandanten van het
plaatselijk garnizoen ontdekt.
Ook de in kunsthistorisch opzicht waar
devolle ramen werden na een voorzichti
ge restauratie weer overgedragen aan
het plaatselijk kerkbestuur. In dit artikel
wordt nader ingegaan op de waarde en
het belang van deze kerkramen.
Wie Biervliet binnenrijdt, van welke kant
ook, ziet altijd duidelijk de silhouetten
van de molen en de hervormde kerk.
Beide gebouwen steken boven de ande
re daken uit en voeren de boventoon. Al
generaties lang.
Van het roemrijke middeleeuwse Bier
vliet was na de aanvallen van de zee in
de vijftiende en zestiende eeuw weinig of
niets meer overgebleven. Alleen de forse
omwalling en de verzande haven verwe
zen naar de welvaart van weleer. De ont
volkte stad lag op een eiland in de mon
ding van de Braakman. Na de verovering
door de Staatse troepen tijdens de paas
dagen van 1573 kwamen Biervliet, Axel
en Terneuzen in 1588 samen in het
zogenoemde Committimus. De drie
bewoningsgebieden zouden voortaan
vanuit de Staten van Zeeland bestuurd
worden en wel door het dagelijks
bestuur: de Gecommitteerde Raden van
Zeeland. Het Land van Cadzand en het
Land van Hulst zouden na verovering op
de Spaanse vijand door de Staten-Gene-
raal vanuit Den Haag bestuurd worden:
de zogenaamde Generaliteitsgebieden.
In 1643 verzocht Biervliet een eigen
magistraat te mogen voeren, los van Ter-
neuzen en Axel. Dit werd toegestaan.
In 1654 verscheen op een van de vijf
bolwerken die omstreeks 1600, mogelijk
op last van prins Maurits, waren aange
legd, een houten standerdmolen en kort
daarna spraken de leden van de kerken
raad en de bestuurders in het stadhuis
over de nieuwbouw van een garnizoens
kerk binnen het fort. De oude stenen
kerk uit 1623 toonde grote gebreken,
was klein en laag.2
Op 14 februari 1659 besloten de Staten
van Zeeland tot het bouwen van een
nieuwe kerk op de plaats van de oude.
Kort daarop deden Cornelis Tenijs en
Willem van Crommon verslag aan de
Het interieur van de kerk van Biervliet vóór de restauratie
vergadering over de bouwplannen en op
11 april vond de aanbesteding plaats.
Tegelijkertijd werd de opbergplaats voor
munitie afgebroken, want op die plaats
zou het nieuwe gebouw gedeeltelijk wor
den opgetrokken. Bouwer werd de plaat
selijke griffier Frangois Ritsaert, voor de
som van 8.120,-. De Staten van Zee
land namen hiervan 6.120 - voor hun
rekening en de magistraat van Biervliet
2.000,-. De architecten Cornelis Hil-
dernisse en Jan Carré zorgden voor het
bestek en het toezicht.3
Nog tijdens de bouw vonden enkele
overledenen hier al hun laatste rust
plaats.
In de bouwperiode is er contact met de
Middelburgse glazenier Cornelis van
Barlaer. Algemeen wordt aangenomen
dat hij de ontwerper en maker van de
drie nog bekende gebrandschilderde
ramen was. In de Magistraatsnotulen van
18 december 1659 - de bouw is dan al
flink gevorderd - lezen we dat de leden
van de Magistraat aan de Raad van
State en de Admiraliteit van Rotterdam
verzoeken om "glazen voor de nieuwe
kercke te laten maken"." Is het de bedoe
ling geweest om in de zes vensters zes
gebrandschilderde ramen te plaatsen?
Het zijn er uiteindelijk drie geworden.
Cornelis van Barlaer
Cornelis van Barlaer werd in Middelburg
geboren, waar zijn vader glasschilder
was.5 Vader overleed omstreeks 1644.
Cornelis was in Middelburg werkzaam
als schilder en later ook als glazenier. Na
de Vrede van Munster (1648) kwam er
rust in de jonge Republiek en was er
meer oog voor kunst en cultuur. En ook
voor de staatskerk. Er verrezen in de
periode 1650-1660 godshuizen in Ter-
neuzen, Zaamslag, Lillo en Poortvliet.
Van Barlaer maakte op kosten van de
Staten van Zeeland een raam voor de
kerk van Zaamslag, IJzendijke, Lillo en
Poortvliet. Indirect valt op te maken dat
Van Barlaer ook een raam op kosten van
de Staten van Zeeland voor Terneuzen
en Biervliet heeft gemaakt.6 Van hem
bevinden zich nog twee ramen in de
Middelburgse Oostkerk, die grote gelijke
nis met die van Biervliet vertonen.
Van Barlaer was deken van het Middel
burgse Sint Lucasgilde in 1662/'63 en
1666/'67. Hij overleed in de Zeeuwse
hoofdstad in 1681.
Het Zeelandiaraam
De gebrandschilderde ramen bevinden
zich alledrie in de oostgevel van het