18
Gezicht op de gieterij van de Schelde, hoek Onderstraat-Koudenhoek. De muur met
steunberen is een restant van de Oostkerk te Vlissingen. (Z.A., Collectie Raas, nr.
634)
Het bewaard gebleven stuk muur van de voormalige Oostkerk. (Foto I.H. Vogel-
Wessels Boer, 2004)
kerk, de Middelkerk en de Waalse Kerk
"die buiten staat zijn om voor het vervolg
tot de oeffening der eerediensten
gebruikt te worden en die daartoe
onnoodig zijn, worden bestemd voor het
ministerie van oorlog, tot de caserne-
ring."39 De ruïne van de Oostkerk werd in
1812 door de Fransen opgebouwd tot
een gebouw met drie verdiepingen en
een zadeldak. De Franse marine nam
het als arsenaal in gebruik.
Na het vertrek van de Fransen in 1814
werd het arsenaal overgedragen aan de
Nederlandse marine. Sindsdien maakte
het als magazijn no. 2 deel uit van de
Marinewerf. Na de opheffing van de
Marinewerf kwam het magazijn in 1875
in bezit van de Koninklijke Maatschappij
De Schelde die er in 1898 een ijzergiete
rij in onderbracht.
Tevergeefs wendde de kerkenraad zich
in 1814 nog wel met een adres tot
koning Willem I. Hierin wordt gesteld dat
de Fransen bij de herbouw van het kerk
gebouw de lijken daarin begraven "op
eene gruwsame wijze behandeld en van
hun verblijf beroofd die niet door de fami-
lien dadelijk gereclameerd naar elders
vervoerd konden worden." Bovendien
had het Franse gouvernement de Oost
kerk in bezit genomen zonder daarvoor
enige schadeloosstelling te geven. De
kerkenraad verzocht de koning dan ook
eerbiedig om teruggave van hun wettig
eigendom. Indien de koning mocht
beslissen de Oostkerk eveneens tot een
magazijn te bestemmen, zou een ver
goeding daarvoor zeer op prijs worden
gesteld.
Bij graafwerkzaamheden in de gieterij
werd in 1924 een grafkelder blootgelegd.
Er was geen zerk, maar wel twee fraai
gegraveerde koperen naamplaten waar
uit bleek dat Claude de Chuy (1700-
1774) en zijn echtgenote Catharina Rei-
nera Reinierssen Thoren (1713-1800)
hier begraven waren. Claude de Chuy
was onder andere burgemeester van
Vlissingen en bewindhebber van de
West-Indische Compagnie geweest. De
naamplaatjes zijn door Kon. Mij. De
Schelde aan het Vlissings Museum
geschonken."0
Besluit
Tot in de jaren zeventig van de vorige
eeuw heeft het door de Fransen op de
resten van de Oostkerk opgetrokken
gebouw dienst gedaan als ijzergieterij bij
De Schelde. Nadat de gieterij door fusies
verplaatst was naar Middelburg, is het
gebouw afgebroken. In overleg met de
gemeente Vlissingen liet men een stukje
muur langs de Onderstraat als monu
ment staan. Het is te hopen dat bij de
ontwikkeling van het gekochte Schelde-
terrein dit stukje Vlissings verleden
behouden zal blijven.