Koper poetsen in de hervormde kerk te Waarde GJ. LEPOETER In het merendeel van onze oude kerken wordt bij het binnentreden onze aan dacht getrokken door de aanwezige kroonluchters, eenvoudige met één niveau van armen, of luxueuzere, met twee of zelfs drie niveaus. De kroonluch ters zijn soms nog - of weer opnieuw - voorzien van echte kaarsen, meestal echter hebben ze elektrische lampjes op de armen. Ze zijn standaard uitgevoerd in geelkoper of messing.1 De kroonluchters zijn altijd zo geconstru eerd dat ze voor een schoonmaakbeurt in onderdelen uit elkaar genomen kun nen worden. Vooral de grote bol onder aan glimt de bezoeker speels tegemoet, als de zon er op schijnt kan men zich er in spiegelen. Zo hoort dat nu eenmaal te zijn. Lange tijd was het gebruikelijk om de kroonluchters en de andere koperen voorwerpen in de kerk, om het vuil en dof worden te voorkomen, minstens een maal per jaar met koperpoets te poet sen. Geleidelijk aan is daar verandering in gekomen. Vanaf omstreeks 1950 heeft de werkwijze van het aanbrengen van een onzichtbare vernislaag ingang gevonden. Nieuw vervaardigde kroon luchters zijn vrijwel allemaal van een dergelijke vernislaag voorzien en onder tussen is een groot aantal oudere exem plaren - op het moment dat een grote onderhoudsbeurt of een restauratie van het kerkgebouw aan de orde kwam - eveneens op deze wijze behandeld. Hierdoor hoeven ze lange tijd niet meer gepoetst te worden. De vernislaag heeft een wisselende levensduur. Afhankelijk van een aantal omstandigheden (zoals het vochtgehalte in de kerk, de verwar ming van het gebouw en het regelmatig afstoffen van de kroonluchters) kan de levensduur van de vernislaag variëren van vijftien tot veertig jaar. Na deze periode kan de vernislaag worden ver wijderd; de kroonluchters worden dan opnieuw gepolijst en ontvet en voorzien van een nieuwe vernislaag. Omdat we een dergelijke werkwijze ner gens anders zijn tegengekomen verdient de manier waarop een drietal kroonluch ters - en een aantal kandelaars - in de Nederlandse hervormde kerk te Waarde Onderdelen gedompeld in karnemelk. Afspoelen in warm water. Schuren met metselzand.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2004 | | pagina 8