10 van de eigendommen van de kerk ge maakt. Hierin staan de in de kerk aanwe zige zaken, zoals de preekstoel, banken, stoelen en lampen vermeld. De doopvont is er niet in opgenomen. Als hij toen nog onder de toren aanwezig was geweest, was hij wel eigendom van de kerk. Hij ke van de suggestie dat Jan Pieterse Gierum de doopvont op onrechtmatige wijze in eigendom gekregen had. Drie opties bood de kerkvoogdij aan: verko pen, schenken of in bruikleen aan de kerk afstaan. We kunnen ons afvragen welke bedoe- zullen het een dusdanige plaats op het kerkplein geven dat U en Uw gezin er steeds met genoegen op zult kunnen kijken." Tijdens de vergadering van kerk voogden en notabelen op 5 november 1925 deelde de secretaris mede dat Cornelis Gierum hem had gezegd dat hij Reconstruciie van de plattegrond van de vroegere kerk te Schore. De kleine ruimte tegen de zuidelijke wand van de toren was (met een grote mate van waarschijnlijkheid) vóór de Refor matie de doopkapel. Na de Reformatie werd er een toegangsportaal voor de kerkruimte van gemaakt. (Uit: L.J. Abelmann, Middeleeuwse dorpskerken, Goes 1983). Gedeelte van de kadastrale kaart gemeente Schore, sectie B. opgemaakt in 1881. Op nummer 489 de hofstede Hoop op Beter aan de Schoorsche Zandweg, op nummers 474/475 de woning Mon Plaisir met de tuin waarin de doopvont stond. kan dan evenwel gemakkelijk over het hoofd gezien zijn, omdat de toren met de zich daarin bevindende klok en andere voorwerpen onder de gemeente ressor teerde en niet onder de kerk.7 Familiestuk In 1870 overleed Jan Pieterse Gierum. Johannes Gierum, een zoon uit zijn eer ste huwelijk, liet kort daarna in de over turn van de hofstede Hoop op Beter voor zichzelf de woning Mon Plaisir bouwen. Daarmee werd de doopvont vanzelf opgenomen in de tuin van deze nieuwe woning. Geruime tijd later werd de doop vont overgebracht naar het erf van de boerderij in het centrum van het dorp, aan de oostzijde van de kerk. Hier woon de Cornelis Gierum, zoon uit het tweede huwelijk van Jan Pieterse Gierum. In 1922 verscheen het deel Zeeland van de Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Onder Schore is hierin opgenomen: "Een hardsteenen doopvont (XVIa) uit de kerk, bevindt zich bij den heer Gierum, A 70 aldaar."6 Enkele jaren later toonde het kerkbe stuur belangstelling voor de doopvont: men wilde hem terug hebben. Op 10 oktober 1925 schreef de secretaris van de kerkvoogdij er een brief over aan Cornelis Gierum. Uit deze brief krijgen we de indruk dat er destijds wel degelijk voor betaald was. Er was dus geen spra- ling de kerk met de doopvont had. In ieder geval niet een plaatsing in het kerkgebouw. Als lokkertje schreef de secretaris in zijn brief aan Gierum: "We De doopvont bij de entree van hotel-café-restaurant De Ram te Halsteren, zijn laatste standplaats als plantenbak. (Foto J. de Beij) niet aan het verzoek tot overdracht kon voldoen. De discussie was daarmee gesloten.9 Het overlijden van Cornelis Gierum in 1929 betekende voor de doopvont een nieuwe verhuizing en wel naar de tuin van de woning De Vier Olmen aan de Zandweg. Dit huis werd bewoond door Jan Pieter Gierum, zoon van Cornelis Gierum. Het verblijf in de tuin aan de Zandweg was echter van korte duur, want in 1935 verhuisde Jan Pieter naar Vlissingen. Voor de doopvont was dit het einde van het verblijf in Schore. De volgende plaats was de tuin van de woning aan de Damstraat nummer 62 te Yerseke. Hier woonde sinds kort de dochter van Jan Pieter Gierum, die gehuwd was met Martinus Bom. Vanaf 1939 exploiteerde het echtpaar Bom- Glerum een horecagelegenheid aan de Herengracht te 's-Gravenhage, terwijl de woning aan de Damstraat werd ver huurd. Toen deze woning omstreeks 1953 werd verkocht, werd de doopvont naar 's-Gravenhage overgebracht, om een aantal jaren later mee te verhuizen naar Halsteren. Hier vestigde de familie Bom-Glerum zich in hotel-café-restau- rant De Ram. De doopvont/plantenbak kreeg er een plaats bij de ingang van het restaurant. Af en toe zullen opmerkzame gasten zich ongetwijfeld hebben afge vraagd welke geschiedenis er achter deze opvallende plantenbak schuilging.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2004 | | pagina 10