11
Toch nog terug naar Schore
Het is aan de inzet van mevrouw J. Lin-
denbergh-Nieuwenhuijse te danken dat
het van een terugkeer naar Schore
gekomen is. Zij stamt van moederszijde
van de familie Glerum af, kent al jaren
de geschiedenis van de doopvont en zon
De doopvont en de toestand waarin
deze verkeerde
Het mag een wonder heten dat de doop
vont altijd compleet gebleven is. Zowel
de voet, het tussenstuk als de bak zijn
origineel. Vandaar dat de onderlinge ver
houdingen perfect zijn: het geheel oogt
Links: René Westerbeek bezig met het verwijderen van de ijze
ren banden. (Foto M.E.M. Boonman)
Boven: de brokstukken liggen gereed om weer aan elkaar te
worden gelijmd. (Foto T. Lepoeter-Boes)
Links: het installeren van de gerestaureerde doopvont. (Foto T.
Lepoeter-Boes)
Onder: de doopvont in de entreehal van de kerk, terug van weg
geweest. (Foto T. Lepoeter-Boes)
al geruime tijd op een geschikte moge
lijkheid om actie te ondernemen. De
publiciteit rondom de plaatsing van de
doopvont in de kerk van Baarland dit
voorjaar was de directe aanleiding om
het plan voor de terugkeer aan haar
familielid voor te leggen. Anders dan bij
overgrootvader Cornelis Glerum in 1925,
was bij eigenaar J.D.J. Bom (zoon van
het echtpaar Bom-Glerum) de bereidheid
om de doopvont na al die tijd aan de
kerk van Schore terug te geven gelukkig
aanwezig. Zo konden enkele enthousias
te Schorenaren naar Halsteren vertrek
ken om het (zware) karwei te klaren.
stoer maar sierlijk. Het is een fors exem
plaar, achtzijdig naar het gebruik in de
gotiek, vervaardigd uit Namense steen in
de periode 1500-1525, met een hoogte
van een meter.10 De bak meet buiten
werks 85 cm, binnenwerks 65 cm. Er zijn
geen teksten of afbeeldingen op aange
bracht.
Het zal geen verbazing wekken dat de
doopvont, na een aantal malen heen en
weer gesjouwd te zijn en anderhalve
eeuw in de buitenlucht als plantenbak
gefungeerd te hebben, bij terugkeer in
Schore in een deplorabele toestand ver
keerde. Aanvankelijk kleine beschadigin
gen en scheurtjes in de zware stenen
bak zijn door de invloed van weer en
wind steeds grotere scheuren geworden.
Uiteindelijk door en door gescheurd werd
de bak nog bij elkaar gehouden door
een tweetal grotendeels verroeste ijze
ren banden en vier grote krammen in de
bovenrand. De onderlinge bevestiging
van de drie delen was met betonmortel
verstevigd.
Restauratie door een gespecialiseerd
bedrijf zou een te kostbare zaak zijn en
even leek het erop dat goede raad erg
duur zou worden. Totdat bleek dat er bin
nen de kleine Schoorse gemeenschap
zoveel spontane bereidheid, kennis en
liefde voor het historische object aanwe
zig was dat het werk in eigen beheer op
een voorbeeldige manier uitgevoerd kon
worden.11 Verwijdering van de ijzeren
banden en krammen leverde zoals ver
wacht een verzameling brokstukken op.
Deze zijn door middel van behandeling
met tweecomponenten-epoxylijm weer
keurig tot een solide en gave eenheid
gemaakt. Een intensieve bewerking met
straalgrit zorgde voor de verwijdering
van het hardnekkige en door de jaren
heen ingevreten vuil. Al zijn de sporen
van de doorgestane ellende zichtbaar
gebleven, de charme is daardoor ver
groot. Het resultaat is om trots op te zijn.
De climax
In overleg met het kerkbestuur is aan de
gerestaureerde doopvont een ereplaats
toebedeeld in de entreehal van de kerk.
Op woensdag 26 mei heeft de plaatsing
daar zijn beslag gekregen. In de liturgie
voor de dienst op eerste pinksterdag,
zondag 30 mei 2004, was een royale
plaats voor de doopvont ingeruimd. De
vreugde over het feit dat zo de band met
het verleden zichtbaar en tastbaar is
gemaakt, werd er op aansprekende
manier in tot uitdrukking gebracht.
Noten
1Ir. G. Sophia van Holthe tot Echten, 'Het Neder
lands-hervormde kerkje van vooroorlogs Scho
re op Zuid-Beveland', in bulletin nr. 48, april
2002.
2. Over de gang van zaken in het algemeen, zie
R. Steensma, Vroomheid in hout en steen,
Baarn 1966, pag. 29: "Later heeft de reformatie
onder de vonten een flinke opruiming gehou
den. De meeste hebben jarenlang dienst
gedaan als kalkbak, bloempot, drinkbak voor
vee e.d., andere stonden eeuwenlang onder de
toren of zijn opgegraven uit het kerkhof. Naar
wij hopen zullen nog meer vonten uit een
museum naar een kerk terugkeren om daar
weer te funktioneren ten dienste van het sacra
ment, en als teken daarvan."