5
kerke, eveneens door koop, in 1782. Dit
is de reden waarom ook zijn wapen werd
opgehangen. Het wapen dat het zijne
vergezelt is dat van zijn eega Barendina
Paardekoper, telg uit een oude Schouws-
Thoolse familie. Beide wapens zijn ver
werkt in een groot ornament.
Een van de redenen waarom het ver
moeden rees dat de bewuste echtparen
deze ornamenten nooit hebben zien
hangen in de bank, is dat omwille van
het comfort van deze belangrijke (edoch
incidentele) kerkganger er geen decora
tie werd aangebracht die mogelijk in de
rug kon steken, of waar men - wellicht
bij het indutten tijdens een lange dienst -
het hoofd aan zou kunnen stoten. De
decoratie die wel als aanduiding te vin
den is naar de ambachtsheer of -vrouw,
ligt vaak in houtsnijwerk dat integraal
deel uitmaakt van de bank; of zij bevindt
zich óp de bank, zoals het geval is bij de
herenbank van Kloetinge.
Het advies-
Het zal geen verbazing wekken dat de
WHZ uiterst verheugd was te vernemen
dat de Kleverskerkse kerkvoogden voor
nemens waren de stukken hun correcte
kleuren terug te geven.
Hoewel de ornamenten materieel gezien
in goede staat bleken, gold dit niet voor
de kleurstelling en de uitvoering. De
werkgroep zou dus een advies uitbren
gen voor de aanpak hiervan. Bij aanvang
van het schrijven is besloten om niet his
toriserend te werken; dit wil zeggen dat
er geen wijzigingen zijn geadviseerd
voor het houtsnijwerk. Alle stukken zijn
vermoedelijk in het begin van de negen
tiende eeuw bewerkt tot wat ze nu zijn,
met alle incorrecte indelingen en foutieve
interpretaties van dien. Het is niet aan
ons om die soms opmerkelijke foutjes te
verbeteren; dit is immers typisch het
negentiende-eeuwse houtsnijwerk dat
bedoeld was om te imponeren en niet
om de juiste weergave te tonen.
De werkgroep heeft zich dus voorname
lijk op de kleuren gericht - en dit was al
een vrij grote klus. Daarnaast zijn de bij
zonderheden gedocumenteerd en is ook
de volgorde van de wapens aan de kaak
gesteld. Tot voor de restauratie hingen
de wapens Van den Brande en De Geer
respectievelijk links en rechts,3 nu zal dat
worden omgedraaid omdat in een allian
tie het vrouwelijke wapen links van het
mannelijke wapen behoort te hangen;
het zijn kleine details, maar gezien de
ingrijpende kleurcorrectie een geringe
moeite. Wanneer de ornamenten zijn
aangebracht en in wiens opdracht, is
helaas niet te achterhalen. Onderzoek in
het archief van de kerkvoogdij kon zelfs
geen uitsluitsel brengen over de identiteit
van onze 'zondagsschilder'. Is er een
zondagsschilder aan het werk geweest?
Ja, waarschijnlijk wel, en zijn afgeleverd
veren van diverse stukken, op zich een
kostbaar procédé, maar wel een die zeer
de moeite waard is voor het eindresultaat.
Van den Brande
Het familiewapen Van den Brande lijkt
een samenstelling uit twee wapens, daar
De Nederlands-hervormde kerk van Kleverskerke. (Foto W.P. van der Heijden, 2003)
werk doet vermoeden dat de beste man
nog wat restjes verf in de schuur had
staan. Het verhaal gaat dat de borden in
de jaren vijftig door het zonlicht wat ver
kleurd waren geraakt, maar ook de voch
tigheidsgraad in een gebouw kan bepa
lend zijn voor de kleurverandering. In die
jaren was ook de heraldische kennis in
Zeeland tot een bedroevend dieptepunt
gezakt en men heeft vermoedelijk niet
geweten dat er in Den Haag bij diverse
instellingen om inlichtingen gevraagd
kon worden.
Bij het uitbrengen van het advies aan de
heren kerkvoogden werd al gewaar
schuwd voor het feit dat zij de wapens
niet terug zouden kennen. Alleen al om
deze reden is verzocht om goede docu
mentatie van de ornamenten in het sta
dium voor, tijdens en na de restauratie.
Dit geeft namelijk eenvoudig weer hoe
ingrijpend een dergelijke restauratie kan
zijn. Dat er deze keer geen zondags
schilder aan het werk werd gezet, gaf
veel hoop voor de afwikkeling van de
restauratie. Er werd zelfs volmondig
ingestemd met het vergulden en verzil
het bovenste gedeelte van de doorsnede
een bewerking van het aloude wapen
Van den Brande4 is. Het onderste is een
combinatie van de kwartieren Bloys (met
de roos) omdat door een huwelijk met
die familie de status en het bezit van Van
den Brande aanzienlijk werden vermeer
derd. De kwartieren met de vlam duiden
op de geslachtsnaam Van den Brande;
de heraldische term hiervoor is 'spre
kend', omdat het kwartier een recht
streekse verwijzing is naar de naam.
Aan de houding van de leeuw valt op te
merken dat hij als 'klimmende leeuw' niet
correct is weergegeven in het houtsnij
werk. Hij behoort volgens verleende
adelsdiploma's 'gaand' te zijn.5 Hier
wordt - en kan in principe - niets aan
veranderd worden zonder het uiterlijk
van het ornament ingrijpend te verande
ren. Wel is de kleurstelling gewijzigd,
want de zondagsschilder heeft destijds
de kleurstelling omgewisseld; de Van
den Brande-leeuw behoort namelijk rood
te zijn, op een gouden veld.
De rozen van Bloys zijn correct afge
beeld, maar behoren een rode kleur te