7
heen was beschilderd. Een mogelijkheid
is nog om het stuk - dat toch van een
redelijk formaat is - als epitaaf terug te
vinden in Macaré's registratie van 17989
en dan dus zeer waarschijnlijk met een
andere alliantie.
Deze gedachte wordt ondersteund door
de uitvoering die voor achttiende-eeuwse
epitafen zeer gebruikelijk was. Denkelijk
is dus dat het ornament voorheen in een
rouwkas heeft gehangen voor een over
leden echtpaar; dit ornament is namelijk
wel altijd voor een echtpaar bestemd
geweest. Dat kunnen we zien aan de
positionering en de vorm van de beide
schilden: het ovale, vrouwelijke wapen
hangt links van het schildvormig (en dus
mannelijke) wapen. Beide wapens zijn
als het ware opgehangen aan linten die
op zichzelf weer in een strik worden
samengebonden en zodoende zijn de
families met elkaar verbonden. Het lint -
tot voor kort zilverkleurig - zal naar alle
waarschijnlijk ooit verguld zijn geweest.
Dit is niet met zekerheid te zeggen aan
gezien kleuronderzoek geen resultaat
gaf, maar dit was wel gebruikelijk. Om
deze reden is dan ook geadviseerd om
het lint en de embrasses in die kleur uit
te voeren.
De kroon - die rust op de schilden en op
de plaats wordt gehouden doordat het
lint erdoor loopt - wordt ook gewijzigd.
Het zal worden uitgevoerd als een gou
den bandkroon, bezet met afwisselend
(rode) robijnen en (groene) smaragden,
en bezet met parels van natuurlijke kleur
(parelmoer).10
Mr. Bastiaan Nebbens was een typische
regent: bekend, befaamd en berucht. Hij
had verspreide bezittingen, maar verbleef
voornamelijk in Middelburg en Veere,
waar hij geboren was. De Nebbens' had
den hun rijkdom niet verkregen door
huwelijken met de juiste families, maar
zij hadden zich voornamelijk gericht op
de scheepvaart en verkregen stukje bij
beetje de rijkdom die zij na het midden
van de achttiende eeuw konden etaleren.
Als zoon van een geneesheer maakte
Bastiaan Nebbens een voorspoedige
carrière als rentmeester en hij wist -
mede dankzij zijn huwelijk - de hand te
leggen op diverse delen van ambachts
heerlijkheden; hij was naast heer van
Kleverskerke ook heer in Geersdijk en
Wissenkerke, Tolseinde, Schore, Vlake,
Kapelle, Biezelinge en Eversdijk.
Naast succesvol bestuurder was Neb
bens ook een verwoed verzamelaar en
geïnteresseerd in de wetenschappen. Hij
was enkele jaren directeur van het
Zeeuwsch Genootschap der Weten
schappen. Na zijn dood werd in 1807
zijn indrukwekkende verzameling schil
derijen, tekeningen, prenten en andere
kunstvoorwerpen publiekelijk verkocht.11
De wapens van deze echtelieden zijn
van de drie ornamenten het grootste ver
schil gaan tonen met het oude uiterlijk;
zeker het wapen Nebbens heeft een
transformatie ondergaan die bijna
onvoorstelbaar is. Uit onderzoek naar het
wapen van de familie Nebbens kwam
naar voren dat het een wapen betrof met
diverse varianten in de uitvoering van de
griffioenskoppen en de schelp, die op de
keper is geplaatst. De beschrijvingen van
de koppen zijn divers, veel bronnen ver
melden dat er sprake is van honden-,
wolfs- of arendskoppen, terwijl de
betrouwbare Macaré12 aangeeft dat het
griffioenskoppen moeten zijn. In de ver
zamelingen van het Centraal Bureau
voor Genealogie is een duidelijke zegel-
afdruk van Bastiaan Nebbens aangetrof
fen, waarop de koppen als een soort
wolfskoppen zijn weergegeven zoals in
Kleverskerke. Het zegelstempel hiervan
moet dus wel als voorbeeld hebben
gediend voor de negentiende-eeuwse
houtsnijder die de koppen vervaardigde
die duidelijk herkenbaar met kopspijkers
Wapenornamenten na de restauratie. Linksboven
Van den Brande, linksonder Nebbens, rechtsboven
ornament Nebbens-Paardekoper, rechtsonder detail
Nebbens. (Foto's R. Grootjans. 2004)
op het hergebruikte schild werden
bevestigd. Van de wolfskop valt echter
met de beste wil van de wereld geen
griffioenskop te maken.13
De beschrijvingen die van dit wapen
Nebbens te traceren zijn, verschillen dus
nogal van elkaar. Er is geen eensgezind
heid onder de beschrijvers, maar aan de
hand van een achttiende-eeuws hand
schrift van Van Heemskerck14 was de be
trouwbaarste kleurstelling te vinden die
onze aanbeveling verdiende, te weten
een rood veld met afwisselend gouden
stukken; een zeer groot verschil met het
huidige blauwe veld met de kleurige
bezetting.
Opmerkelijk is de positie van de bij-