Een zondagsschilder aan het werk geweest? 4 De restauratie van drie heraldische ornamenten in de Kleverskerkse herenbank JEROEN-MARTIJN HANGOOR In april 2003 werd de Werkgroep Heral diek Zeeland (WHZ) opgericht, met als doel het registreren en bestuderen van de Zeeuwse heraldiek. Na de oprichting werden al snel de eerste verzoeken en vragen ter beantwoording gedeponeerd. Een van de eerste aanvragers was tevens ook een der meest interessante verzoeken tot nu toe: de ornamenten op de Kleverskerkse herenbank. In september 2003 benaderde Wim van der Heijden, voorzitter van de Klevers kerkse kerkvoogdij de WHZ met het ver zoek om onze mening inzake enkele heraldische stukken die in Kleverskerke op de herenbank waren bevestigd. De kerkvoogden hadden het plan opgevat om ze te restaureren ter afsluiting van de jarenlange restauratie aan de her vormde kerk. Daar het ons onbekend was dat er in Kleverskerke überhaupt een vorm van heraldiek aanwezig was, werd er een afspraak gemaakt om de stukken te bezichtigen. Bij aankomst bleken de stukken reeds van de heren bank te zijn verwijderd en uitgestald op een tafel in de voormalige pastorie. Bij die eerste aanblik viel al meteen op dat het oude stukken waren, vermoedelijk afkomstig van rouwborden en dus eigen lijk niet bedoeld voor de bewuste heren bank. Heraldiek en de kerk Al sinds de vroege Middeleeuwen han teert men kleuren en figuren als herken ningsteken of als uitdrukking voor emo tie. In vrijwel elke cultuur worden speci fieke kleuren en symbolen gebruikt ter begeleiding van rituelen als de doop, de voltrekking van het huwelijk of tijdens het begraven. Dit dient niet alleen als onder scheiding van de stemming en gelegen heid maar vaak ook als aanduiding van een persoon of de status van de betrok kenen. Goede voorbeelden hiervan vin den we terug in de rooms-katholieke kerk waar kleuren en status van de geestelijken nauw met elkaar verwant zijn, zowel in de heraldiek als in bijvoor beeld kleding. Vele culturen identificeren al eeuwenlang zwart met de dood en wit met reinheid en maagdelijkheid. Zo staat de kleur rood voor het bloed en de liefde, goud voor glorie en rijkdom, blauw voor de hemel en het water dat de mens nodig heeft om te leven en groen is de kleur van de aarde en vruchtbaarheid; en vrij wel elke religie kent een zekere symbo liek toe aan figuren. Als we naar het christendom kijken, kunnen we dit terug vinden in bijvoorbeeld het kruis, het Hei lig Hart, het Lam Gods en de Magen David - het schild van koning David, dat zowel in het christendom als in het jodendom een rol speelt. Kortom, kleuren en figuren dragen een symboliek in zich die algemeen geac cepteerd is en soms zelfs universeel. Ook in de heraldiek is dit van toepas sing, zij het op een persoonlijker basis dan in bijvoorbeeld het religieuze. In de historie vinden we het niet zelden terug in eikaars gezelschap, immers iedereen kent de grafzerken in oude kerkgebou wen waar vaak een wapen of ander teken op prijkt ter onderscheiding van de begra- vene(n); en niet te vergeten de kerkramen die ooit, in een ver verleden, werden geschonken door de adel, welgestelde regenten of kerkvaders. Naast de vaak bijbelse voorstelling die erin wordt afge beeld is dikwijls ook een teken terug te vinden van de schenker. Let u maar eens op of er niet ergens een schildje is terug te vinden, waar een mogelijke schenker achter zou kunnen schuilen. Hetzelfde geldt voor het vaak rijk gede coreerde Avondmaalszilver, kandelaars of een doopbekken. Een goed voorbeeld is de hervormde kerk van Hulst, daar hangen enkele kroonluchters waarop de wapens van het zeventiende-eeuwse Hulster patriciaat zijn geschilderd. Zo zijn er in Zeeland talloze voorbeelden terug te vinden waar de schenker een perma nent teken van aanwezigheid heeft ach tergelaten in de geschiedenis van stad en kerk. Het is vaak ook een zaak van goed zoe ken naar de aanwezigheid van heraldiek, zeker na 1795, in welk de jaar de Franse begrippen van vrijheid, gelijkheid en broe derschap ook de Nederlanden bereikten. Drie jaar na die omwenteling werd er - omwille van die gelijkheid - een decreet uitgevaardigd waarin werd gesteld dat alle heraldiek (de zogenaamde tekenen van ongelijkheid) uit het oog diende te verdwijnen. Op vele plaatsen werd dit zeer rigoureus doorgevoerd, er werden zelfs grafstenen beschadigd om de fami liewapens onherkenbaar te maken. Gelukkig zijn er kerken overgebleven waar deze vernietiging niet volledig is doorgevoerd, en ook dankzij particulieren is er een en ander bewaard gebleven. De herenbank Bij het bezoek aan Kleverskerke viel meteen op dat de ornamenten niet tot de reguliere decoratie behoorden, zeker was wel dat ze niet bedoeld waren als ornament voor de herenbank. Aan de bevestigingspunten en het grove hout snijwerk van twee van de stukken kon den we achterhalen dat deze vroeger deel uitmaakten van een rouwbord of een epitaaf. De eerste ondervindingen van de heer Van der Heijden bleken cor rect, het betrof hier de alliantiewapens van de echtparen Van den Brande-De Geer en Nebbens-Paardekoper. Zoals eerder al werd gepubliceerd in het artikel 'Wapensteen van Van den Brande in Kleverskerke'' verkreeg de familie Van den Brande de heerlijkheid Kleverskerke door koop in 1679. De heerlijkheid zou daarna ruim honderd jaar in handen zijn van leden van deze familie. Hoewel mr. Johan Pieter van den Brande tweemaal in het huwelijk trad - en Kle verskerke daarmee dus twee ambachts vrouwen als zijn echtgenote kende - is alleen het familiewapen van zijn tweede echtgenote Aletta Maria de Geer op de herenbank aangebracht. Een specifieke reden is hiervoor zeer moeilijk te vinden, dan wellicht dat mevrouw De Geer wat langer ambachtsvrouwe - en dus beken der - is geweest; hoewel in de literatuur telkens vermeldingen terug te vinden zijn van een bekende schenking van Corne lia van der Graeff, Van den Brandes eer ste echtgenote. Door het uitsterven van de Van den Brandes verkreeg mr. Bastiaan Nebbens - een uit Veere afkomstige, zeer welge stelde regent - de heerlijkheid Klevers-

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2004 | | pagina 4