10
militaire bezetting aanzienlijke schade
op. Kort na de bevrijding is de schade
hersteld.
Vanwege de gemengd kerkelijke samen
stelling van het leerlingenbestand en de
relatieve vermindering van het aantal
lutheranen hierin droeg de kerkenraad
de school in 1953 over aan de Vereni
ging tot stichting en instandhouding van
Scholen met de Bijbel te Groede. De
lutherse school hield hiermede op te be
staan. De band van de lutherse gemeen
te met de christelijke school is in de
jaren daarna blijven bestaan, onder
andere door het benoemen van een lid
van het schoolbestuur.
1776, een cruciaal jaar
Nadat ds. Friedrich Helfrich Vogt, die de
gemeente vanaf 1742 had gediend, in
1773 was overleden, werd zijn neef
Johann Daniël Vogt tot predikant
benoemd. Dit bleek geen gelukkige keus
geweest te zijn, want in januari 1776
werd hij uit zijn ambt ontheven. Zijn
opvolger, ds. Hendrik Bergh die zijn
dienst aanving op 28 juli 1776, was de
eerste Nederlandse predikant van de
gemeente. Vanaf dit tijdstip werd in de
kerkdiensten in de lutherse kerk van de
Nederlandse taal gebruik gemaakt.24 In
feite was dit een belangrijke mijlpaal die
echter bij de jongere generatie niet voor
problemen gezorgd zal hebben.25 Een
aantal ouderen, gehecht aan het verle
den, had er evenwel moeite mee. We
citeren uit de notulen van de vergadering
van de kerkenraad van 8 december
1776: "Daarna werd gesproken hoe men
zou tewerk gaan met eenige kwaadwillige
leden van de gemeente, die niet nalaten
om zig van slegte uijtdrukkinge omtrend
de kerkenraad in het prediken in 't Neder-
duijts te bedienen, waar om men bedugt
is dat dit onorde in de gemeente zouwde
verwekken."26
De schoolmeester Andries Egger werd
verzocht om voortaan de kinderen, voor
zover dat in overeenstemming was met
de wens van de ouders, in het Neder
lands te onderwijzen. In 1777 werd aan
de school te Schoondijke in de persoon
van Johan Heinrich Holtzhauzen een
nieuwe - Hoogduitse - schoolmeester
benoemd. Door de kerkenraad werd
bepaald dat hij "verplicht zal zijn om zich
ook toe te leggen op 't Nederduitsch, om
de kinderen zooveel mogelijk in 't Neder
duitsch te onderwijzen." Het is duidelijk
dat men vanaf deze tijd definitief afstand
wilde nemen van het gebruik van het
Hoogduits en integraal op het gebruik
van de Nederlandse taal wilde overscha
kelen.27
1776 was tevens het jaar dat een
belangrijk meningsverschil met de heren
van het Fonds van Cadzand te Amster
dam aan het licht kwam. Het lijkt waar
schijnlijk dat dit te maken had met de
benoeming van de nieuwe predikant.
Zonder overleg met de kerkenraad werd
vanuit Amsterdam een administrateur,
ontvanger en opzichter over de gebou
wen aangesteld. Dit was Pieter Ganzel,
chirurgijn te Groede, "in 't kort even gelijk
als de voorgaande predikanten en dat
men niet hoopte dat dit waar mogt zijn."
De gang van zaken wekte de wrevel van
de kerkenraad op, die bij het bestuur van
het Vrije van Sluis aanklopte met het
verzoek om na te gaan of er papieren te
vinden waren waaruit bleek welke zeg
genschap de gemeente te Amsterdam
over het reilen en zeilen in Groede had.
Het leverde niets op, de benoeming van
Pieter Ganzel, nota bene niet eens lid
van de gemeente, bleef gehandhaafd.
Voor grotere reparaties aan kerk en pas
torie was zelfs eerst toestemming vanuit
Amsterdam vereist, "...dewijl hun Ew.
zulks begeerde."28 We hoeven ons niet af
te vragen waar de belangrijke beslissin
gen genomen werden. Dat was in
Amsterdam en nergens anders. Door de
jaren heen zou blijken dat men daar
uiterst vasthoudend in was. Met een
grote frequentie vinden we in de notulen
van de vergaderingen van de kerkenraad
verwijzingen naar de relatie met en de
afhankelijkheid van de commissarissen
in Amsterdam. Het leverde de gemeente
veel op, maar het aspect van een ver
gaande mate van bevoogding was de
tegenhanger.
Stokvis
Jaarlijks werd door de commissarissen
te Amsterdam ter verdeling onder de
behoeftige leden van de gemeente een
hoeveelheid stokvis beschikbaar gesteld.
Aan de notulen van de vergadering van
de diaconie van 20 maart 1778 ontlenen
we hierover het volgende. "Ontvangen
een brief en tevens 12 kuipen van ieder
100 ponden stokvis van de heer Paulus
Justus Determeijer Wesling." Afkondiging
"van den predikstoel" op zondag 22
maart dat uitdeling zal plaatsvinden "vol
gens begeerte van de Eerw. Heren Com
missarissen te Amsterdam aan de
behoeftige ledematen der gemeente."
"Afkondiging. Door de Diaconie dezer
Gemeente word bekend gemaakt, dat
volgens goedvinden van de Eerw. Heren
Commissarissen tot Amsterdam op aan
staande Donderdag zijnde den 26ste
dezer aan de behoeftige Ledematen
dezer Gemeente, de stokvis welke door
hun Eerw. voor dezelve is gezonden, zal
uijtgedeeld worden; dierhalve worden de
behoeftige Ledematen onzer Gemeente
gedagvaard om tenzelven dage des
namiddags tegens 2 uuren in onze Con
sistoriekamer te verschijnen om daar
hun aandeel in dezelve stokvis te ontfan-
gen, waarna dezelve Perzonen zig zullen
kunnen rigten. Afgekondigd den 22
Maart des zondags voor en namiddags."
(Stokvis is gedroogde kabeljauw die niet
meer dan 18 procent vocht bevat. Verder
bestaat stokvis vrijwel geheel uit eiwit.
Het is een hoogwaardig voedsel en door
de uitstekende houdbaarheid zeer ge
schikt om de armen daadwerkelijke
ondersteuning te geven.)
Een bescheiden plaats
De grote moeilijkheden waarmee de
Salzburger lutheranen direct na hun aan
komst werden geconfronteerd en waar
door de groep die definitief in Zeeuws-
Vlaanderen bleef tot enkele honderden
personen werd uitgedund, hebben blij
vend een stempel gedrukt op de ontwik
keling. Ze hebben zich weten te handha
ven, maar een bloeiende en zich ge
staag uitbreidende gemeente is het niet
geworden. Bescheidenheid is het sleutel
woord gebleven. Nooit is er dan ook de
behoefte geweest aan uitbreiding of ver
vanging van het kerkgebouw. Een aantal
van iets boven de tweehonderd belijden
de leden is het maximum dat de ge
meente heeft bereikt. De periode van de
Franse overheersing was een moeilijke
tijd, door de omstandigheden was de
gemeente van 1796 tot 1816 vacant.
Wel beschikte de gemeente lange tijd
voor het onderbrengen van weduwen en
hulpbehoevende lidmaten over vijf diaco
nie- of armenhuisjes. Deze stonden in de
Slijkstraat en in de Walenstraat.29
Een belemmerende factor voor een
goede samenhang van de gemeente
was de uitgestrektheid van het gebied. In
de Tweede Wereldoorlog bestond het
kerkelijk gebied naast Groede uit de vol
gende plaatsen: Breskens, Nieuwvliet,
Zuidzande, Sluis, Oostburg, Cadzand,
Retranchement enTerneuzen. In 1943
bedroeg het totale aantal leden 139,
waarvan 72 belijdende leden (26 in het
dorp Groede) en 67 doopleden (20 in
het dorp Groede).
De leden van de gemeente ontvingen
maandelijks het kerkblad Zuiderlicht, dat