een huis, en de zwaluw een nest voor
zich, waar zij haar jongen neerlegt...").
In de middagdienst trad de Amsterdam
se predikant Hermanus van Garèl, voor
zitter van het Fonds van Cadzand, als
voorganger op. Hij bepaalde zijn toe
hoorders bij de tekst van Psalm 122:7, 8
("Vrede zij binnen uw muur, rust in uw
burchten. Om mijn broeders en mijn
vrienden wil ik zeggen: vrede zij in u").18
De kosten van de bouw van de kerk
bedroegen in totaal 12.920,-. Voor de
grond en het bouwrijp maken moest
852,- worden betaald. Alle kosten
kwamen voor rekening van het Fonds
van Cadzand. In belangrijke mate door
legaten en schenkingen van vermogen
de gemeenteleden kon dit fonds door de
jaren heen over financiële middelen
beschikken.19
Het interieur
De preekstoel, die nog altijd in de kerk
aanwezig is, dateert uit 1743. Op de
preekstoel bevindt zich een koperen
lezenaar. Het is waarschijnlijk dat dit de
lezenaar is die in 1744 gemaakt en
geschonken is door Johannes Specht,
een bekend geelgieter te Rotterdam.20
Onder de preekstoel zouden ds. Vogt en
zijn zoon in een grafkelder begraven zijn.
Tijdens de laatste restauratie is hiervan
evenwel niets gevonden.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft
de kerk geruime tijd dienst gedaan als
hospitaal. De toen aanwezige banken
zijn er allemaal uit verwijderd. Na afloop
van de oorlog is de kerk niet meer in zijn
oorspronkelijke vorm ingericht maar is
een deel van de banken vervangen door
stoelen. Toen zijn ook de banken voor de
kerkenraad gewijzigd.
In 1782 kreeg de kerk twee kleine kaar
senkronen ten geschenke, de eerste met
vijf armen van het Fonds van Cadzand,
de tweede met zes armen van de Mid
delburgse koopman Reinier Sterk. Ze
zijn nog altijd, voorzien van echte kaar
sen, in de kerk aanwezig. De Amster
damse koopman Anth. G. Feidler schonk
in hetzelfde jaar "een staande horlogie".
Het is niet bekend waar deze klok geble
ven is.21
Aan de zijwanden bevinden zich zes
wandarmaturen, ieder voorzien van drie
elektrische lichtpunten. Deze armaturen
dateren van omstreeks 1900, het zijn
mogelijk oorspronkelijk gaslampen
geweest.
Vanaf 1817 beschikte de kerk over een
orgel. Het was afkomstig van de Waalse
gemeente te Oostburg en werd in gebruik
genomen op zondag 2 november 1817,
de dag dat het derde eeuwfeest van de
Hervorming werd gevierd. We weten niet
wat het instrument gekost heeft, maar op
9 november 1817 deed de predikant
mededeling over ontvangen giften die
bestemd waren voor de aankoop van het
orgel. Dit ging over een bedrag van
226,-. De extra collecte tijdens de
ingebruikname had 33,- opgebracht.22
In 1836 werd het orgel uit de voormalige
Lutherse kerk te Veere voor een bedrag
van 150,- te koop aangeboden. Het
rapport van een tweetal leden van de
kerkenraad die onderzoek hadden ver
richt, vermeldde dat "hetzelve veel
zwaarder en dus meer geschikt was dan
dat, hetwelk zich thans in onze kerk
alhier bevindt, doch tevens vrij aanzien
lijke reparatien zoude behoeven." Het
instrument werd voor 150,- aange
kocht, terwijl de kosten van de noodza
kelijke reparatie op circa 200,- werden
geraamd. Plaatsing en herstel van het
orgel werden opgedragen aan de orgel
maker J.F. Roeges te Gent. Op 24 sep
tember 1836 werd het ingewijd. In 1838
werden verdere reparaties en uitbreidin
gen aan het instrument tot stand ge
bracht.23
In welk jaar, waarheen en om welke
reden het orgel - met waarschijnlijk een
historische waarde - uit de kerk verdwe
nen is, weten we niet. Volgens overleve
ring zou het door een van de predikan
ten voor een harmonium zijn ingeruild.
Het in slechte staat geraakte harmonium
is in 1954 vervangen door een nieuw
elektronisch orgel, geschonken door me
vrouw Jansen van Wigmont-Goedbloed
te Groede. Toen de kerk werd gesloten,
is het elektronisch orgel verkocht.
De Molenstraat omstreeks 1900. Rechts de voor
gevel van de kerk, daarnaast de zijgevel van het uit
1880 daterende schoolgebouw. (Coll. J. Scheele)
De school
Het onderwijs aan de lutherse school
stond volledig onder gezag van de ker
kenraad, die als schoolbestuur functio
neerde. Nadat het schooltje in Schoon-
dijke wegens een te gering aantal leer
lingen in het begin van de negentiende
eeuw was opgeheven, was het onderwijs
volledig te Groede geconcentreerd.
Omstreeks 1840 had de gemeente nog
slechts één schoolmeester, die tevens
voorlezer en koster was. In 1880 werd
de niet meer aan de wettelijke eisen vol
doende school afgebroken en geheel
opnieuw opgebouwd. Later werd de
school uitgebreid, in 1918 waren er drie
onderwijskrachten aan verbonden: een
hoofdonderwijzer, een hulponderwijzer
en een handwerkonderwijzeres.
De school werd in die tijd niet meer
alleen bezocht door kinderen van luther
se ouders, maar ook door kinderen van
hervormde, vrij-evangelische en gerefor
meerde ouders. Mede daardoor werd in
1931 naast het bestuur een adviserende
oudercommissie in het leven geroepen,
bestaande uit leden van de verschillende
kerken. Rond het einde van de Tweede
Wereldoorlog liep het schoolgebouw
door zijn ligging in het frontgebied en
De uit 1782 daterende zesarmige kaarsenkroon.
(Coll. H. Middendorp)