Bouwkundige onderwerpen 20 2. Z.A., Staten van Zeeland, inv.nr. 488, 2 mei 1625. 3. Z.A., Staten van Zeeland, inv.nr. 488, d.d. 18 april 1624. De rentmeester van de Geestelijke Goederen in Walcheren wordt in het navolgen de aangeduid als rentmeester. Een pond Vlaams is zes gulden. Deze munteenheden worden door elkaar gebruikt. 4. Z.A., Staten van Zeeland, inv.nr. 488, 8 mei 1624. 5. Z.A., Staten van Zeeland, inv.nr. 488, 3 juni 1624. 6. Z.A., Staten van Zeeland, inv.nr. 488,10 juni 1624. 7. Z.A., Rekenkamer B, archieven Rentmeesters van de Geestelijke Goederen, inv.nr. 25142. 8. Z.A., Rekenkamer B, archieven Rentmeesters van de Geestelijke Goederen, inv.nr. 25142. 9. Z.A., Staten van Zeeland, inv. nr. 488, novem ber 1625, en inv.nr. 489, 2 februari 1626. 10. J. Bouterse J.R van Dooren, Classicale Acta 1573-1620Provinciale synode Zeeland, Den Haag, 22 april 1610. 11. Zie noot 10, 25 oktober 1618. 12. Z.A., archieven Hervormde gemeente Vrouwen polder, inv.nr. 1, 6 juli 1621, en Rekenkamer B, archieven Rentmeester Geestelijke Goederen, inv.nr. 25102. 13. Z.A., archieven Hervormde gemeente Vrouwen polder, inv.nr. 1. februari 1622. 14. Z.A., archieven Hervormde gemeente Vrouwen polder, inv.nr. 123 april 1623. 15. Z.A., archieven Hervormde gemeente Vrouwen polder. inv.nr. 1, 3 juli 1623. 16. Z.A., Staten van Zeeland, inv.nr. 488, 3 juli 1625. 17. Z.A., Staten van Zeeland, inv.nr. 488, 18 april 1624. 18. Z.A., Rekenkamer B, archieven Rentmeester Geestelijke Goederen, inv.nr. 25112, en Staten van Zeeland, inv.nr. 488, 5 september 1624. 19. Z.A., Rekenkamer B, archieven Rentmeester Geestelijke Goederen, inv.nr. 25142. 20. Z.A., archieven Veere, archieven gilden, inv.nrs. 2000.1961, 2000.1962 en 2000.1964. Het klinkstel en andere historische deursluitingen M. VAN DOORN In het vorige bulletin werd aangegeven hoe men vóór de industrialisatie het draaien van deuren deed plaatsvinden, o.a. door middel van gehengen. Deuren moeten echter ook kunnen worden geo pend of gesloten. Daarvoor waren diver se constructies in zwang, uiteraard ook ambachtelijk door de vakman vervaar digd. Daarbij maakte het verschil welke functie zo'n deur had. Een kastdeur die altijd slechts van één zijde uit wordt geo pend, moet anders worden geconstru eerd dan een deur die van twee zijden geopend en gesloten moet kunnen wor den. Een binnendeur, een buitendeur of een kastdeur, het maakt allemaal verschil. Een veelvuldig toegepast type sluitwerk, vooral voor buitendeuren was het zoge noemde klinkstel. In principe bestaat een klinkstel uit een ijzeren strip, de klink, die in de deur een draaipunt heeft en die in een in de muur of kozijnstijl bevestigde neus valt. Door het optillen van de klink komt deze vrij van de neus zodat hij ge opend kan worden. Dat geldt echter alleen voor de zijde van de deur waar aan de klink zich bevindt. Om de deur ook vanaf de andere zijde te kunnen openen is een zogenoemde klinklichter nodig die via een pen dwars door de deur aan de andere zijde is voorzien van een ring. De hierbij getoonde schetsen zullen hopelijk veel verduidelijken. Het klinkstel ziet men tegenwoordig nog een enkele keer toegepast aan achterdeuren en schuurtjes van historische dorpswo ningen en vooral ook nog aan de tradi tionele Zeeuwse boerderij. Een geheel ander type sluiting is die met de zogenaamde wervel. Dit sluitsysteem is alleen toepasbaar als de deur vanaf één zijde geopend moet worden, bijvoor beeld een kastdeur. Een wervel is een draaibaar strookje hout van een bepaald model, aan de ene zijde van de deur door middel van een ijzeren stift door de deur verbonden met een meestal houten deurknop aan de andere zijde. De schets spreekt hoop ik voor zichzelf. Een systeem dat vaak toegepast werd WERVEL en nog steeds wordt voor grotere dubbe le deuren, bijvoorbeeld de mendeuren van boerderijen, is het zogenoemde espagnolet. Met het espagnolet kan de deur alleen van binnenuit worden geslo ten of geopend maar het klinket in de deur, dat typische deurtje met de gebo gen bovenkant, maakt het mogelijk om in en uit te lopen. Een espagnolet bestaat uit een verticale, draaibare stang of boom, aan een van de deuren bevestigd met aan de onder- en bovenzijde een haak die bij het draaien pakt om een in de vloer en tegen de bovendorpel aan gebrachte pen. De stang was oorspron kelijk van hout, met een forse diameter van wel 10 cm. Later, in de negentiende eeuw, toen stalen buisprofielen in de handel kwamen, meestal van staal. Deuren voor de nacht van binnenuit afsluiten kan eenvoudig met de ons allen bekende grendel. Ging men voor korte tijd buitenshuis dan bleef de deur, zeker op het platteland, gewoon open. Bij lang durige afwezigheid was er het nachtslot. Het waren eenvoudige sloten, door de slotenmaker - een op zichzelf staand ambachtelijk beroep - vervaardigd. Tegenwoordig worden voor het zoge noemde hang- en sluitwerk bijna uitslui tend fabrieksmatig vervaardigde artike len van hoge kwaliteit toegepast. Bij nieuwbouw stelt de overheid via de bouwverordening hoge eisen ten aan zien van inbraakveiligheid.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2005 | | pagina 20