11
noemen {denk maar aan omwelling),
werd deze dakpan dan ook genoemd
zoals die er uitzag, maar dan op z'n
Noord-Nederlands: de quackpan. Quack
is Fries voor omslag of welling.
Het dakpansysteem veranderde van
tweeledig naar eenledig. Voortaan hing
de pan met een neus of nok aan de
onderzijde achter de panlat, wat die na
zeshonderd jaar nog steeds doet.
Rond 1510 wordt de grove en zware
quackpan wat dunner en gestileerder
gebakken en zijn gewicht van 3 kilo
teruggebracht naar 1 kilo. Had men voor
dien circa veertig onder- en bovenpan-
nen op een vierkante meter, nu gingen
er zo'n 24 op een meter.
Samenvattend: van 1300 tot 1550, dak
tegels en onder- en bovenpannen, van
1460 tot 1510 quackpannen, van 1510
tot 1900 golfpannen.
In de loop van de eeuwen zien we dat
de golfpan de naam hollepan krijgt.
Sinds de zestiende eeuw wordt hij ook
steeds breder, van circa 16 cm naar 25
cm. In de negentiende eeuw gaan er 18
stuks op een vierkante meter.
Stoomkracht
Met de komst van de stoommachine in
de negentiende eeuw verdwijnt het
handmatig vervaardigen van dakpannen.
Een goede pannenkletser maakte met
de hand 800 tot 900 dakpannen per dag,
bij een werkdag van twaalf uur.
Toen rond 1850 de revolverpers zijn
intrede deed, produceerde hij ongeveer
600 stuks per uur. Toch heeft het lang
geduurd eer de industrie volledig was
overgeschakeld op stoomkracht, omdat
er vaak zoveel storingen waren dat de
stoomketels soms dagen buiten werking
bleven en men gewoon doorging met het
handmatig vormen van pannen. Ook zijn
er verhalen bekend van werknemers die
Frontonstuk als dakornament (ca. 1900).
bang waren van stoomkracht omdat ze
dachten dat het een uitvinding van de
duivel was.
Dankzij die stoomkracht zien we dat er
vanaf de tweede helft van de negentien
de eeuw een veelvoud aan dakpanmo
dellen op de markt verschijnt met kop
en zijsluitingen, en met de mooiste kleu
ren glazuur, van zeegroen tot kanarie
geel. Door de industrie worden hulpstuk
ken vervaardigd zoals onder- en boven
pannen, gevel- en knikpannen en diver
se modellen nok- en hoekkepervorsten.
Er verschijnen dakpanmodellen met
namen als muldenpan, tuile du nord,
boulet of kruispan, gotische pan, ro-
maanse pan, Lucas IJsbrandszpan,
Oegstgeester pan, Rijnlandpan. Rond
1900 telt ons land circa 85 dakpanfabrie-
ken.
In 1885 ontwikkelt de industrie de verbe
terde holle dakpan (VH), vanaf dat
moment wordt de zo vertrouwde holle
dakpan, oude holle genoemd (OH).
Foutief noemt men deze ook wel oude
Hollandse dakpan, maar die heeft niets
met Holland te maken. Hij is er zelfs niet
bedacht. Sinds 1928 kennen we ook de
opnieuw verbeterde holle dakpan (OVH).
Dus: OH - VH - OVH.
Sinds juni 2005 heeft ons land zijn eer
ste dakpannenmuseum. U vindt er 750
jaar dakpangeschiedenis: dakornamen
ten, hulpstukken, dakpannen uit Europa,
onder andere Griekenland, Frankrijk en
Duitsland. Ook bevat de collectie dak
pannen uit China, Indonesië en Thailand.
Het museum is geopend elke eerste en
derde zaterdag van de maand van 11.00
tot 17.00 uur. Entree 2,50 (volwasse
nen), 1,50 (kinderen). Het adres is
Sint Odradastraat 12 te Alem, bij Zalt-
bommel, tel. 0487-540460. Groepen op
afspraak.
H. Mombers is als bouwkundige werkzaam en richt
te naast zijn werk het eerste Nederlandse dakpan
nenmuseum op om wat door de pannenmakers en
-fabrieken in het verleden is gefabriceerd te expose
ren, te documenteren en vooral te bewaren. Van zijn
hand zijn inmiddels 32 artikelen verschenen in het
vakblad Dakenraad over verschillende verschijnings
vormen van dakpannen en hun toepassing.