14
onder de grond mochten gevonden wor
den en die niet aan de verkoper of voor
het blote oog zichtbaar waren, zoals zer
ken en dingen van bijzondere waarde,
zouden aan de kerkvoogdij blijven beho
ren.'
Er werd dus alle voorzorg in acht geno
men ten aanzien van het verleden.
Verkoop in het openbaar
Kort daarop kwam de goedkeuring tot
sloop en verkoop van de kerk, onder de
voorwaarde dat de verkoop in het open
baar zou geschieden. Dit gebeurde op
22 september 1880.
De dag tevoren ontvingen de kerkvoog
den een brief van G.C. Schilham, arts en
voorzitter van het College van notabelen.
Bijlage
Kerk te Baarsdorp Zeeland,
September 1880
De kerk te Baarsdorp, een gehucht 1V2
uur zuid-westelijk van Goes, zou oor
spronkelijk eene hofkapel, en circa
1232-'34 zijn gebouwd. De tegenwoor
dige plattegrond der kerk is zeer een
voudig.
Het schip der kerk heeft den vorm van
een rechthoek (9,32 m. breed - 17,00
m. lengte inwendig), is aan weerszijden
ingesloten door een muur met zes con-
treforten, en omsluit tevens den qua-
draatvormigen toren aan de westzijde
(toren 4,30 m. lengte - 4,70 m. breedte
uitwendig). Aan de oostzijde bevindt
zich een triomphboog welke toegang
geeft tot een smaller, ook rechthoekvor-
mig choor (6,80 m. breed -10,25 m.
lengte inwendig).
De noordelijke muur van het choor is uit
de vijftiende eeuw en bestaat uit een
kolom met twee daarop rustende spaar-
bogen met late profilering, en doet ver
moeden dat men in de vijftiende eeuw
aan de noordelijke choormuur een
kapel bijgebouwd heeft. Deze bestaat
echter niet meer, en deze kolom met
spaarbogen zijn door een muur toege-
metseld.
De geheele kerk en toren is van bak
steen opgetrokken, met uitzondering
der hoekstukken der plinten aan de
contreforten, de kleine lijst (cordon
band) welke de geheele kerk onder de
vensters omloopt, en de profileringen
der versnijdingen der contreforten.
De contreforten aan het schip welke
met de plint zich driemaal versnijden,
loopt in dezelfde breedte tot onder de
goot; de plint alleen wordt breeder.
De vensters staan regelmatig tusschen
de contreforten en hebben eene een
voudige profileering, binnen en buiten
een schuine kant welke een profilsteen
insluiten.
De profilsteen diende vroeger als post
voor de traceering welke nu echter ont
breekt.
Nu omsluit dien profilsteen een houten
kozijn met ijzere roeden, natuurlijk van
lateren tijd.
Aan de noordzijde van het choor is het
eerste, tweede en vierde venster van uit
den toren, aan de zuidzijde het vierde
venster alleen digtgemetseld, en zijn nu
nisschen, daar het gedeelte tusschen
den profilsteen alleen is digtgemaakt.
Aan de noordzijde bevindt zich in de
eerste travee, in de zuidzijde in de
tweede travee een deuropening. Deze
deuropeningen zijn eenvoudig geprofi
leerd, alleen met een schuinen kant,
boven de deur bevindt zich, buiten zijne
ellipsvormige afsluiting, noch eene
spitsboog met eenvoudige traceering,
beiden echter zijn tot versiering aange
bracht.
De muurplaat der kerk ligt circa 6,80 m.
boven de vloer der kerk, het schip is
met een spitsboogig houten gewelf
gedekt, waarvan echter de planken ont
breken.
Het choorgedeelte is van denzelfden
tijd. De contreforten versnijden zich met
de plint mede, viermalen. Ook loopt den
contrefort niet in zijn volle breedte tot
aan de goot door.
Aan het choor is noch in de tweede (er
zijn slechts twee traveeën) travee een
gedeelte van het oude venster zicht
baar, aan zijne profilering (kraal met
twee hollen). Overigens zijn de vensters
aan de zuidzijde vervangen door twee
openingen met luiken, het venster aan
de oostzijde is kleiner gemaakt en met
een modern venster ontsierd, aan de
noordzijde zijn eveneens twee openin
gen met luiken aangebracht en dat
gedeelte wat tusschen de spaarbogen
en kolommen is aangebracht. De zuide
lijke muur van het choor inwendig, bezit
onder de muurplaat nog een lijst van
spitsboogjes, en beneden onder de
vensteropeningen nog nissen welke de
bouw van 1232-1234 bevestigen.
De muurplaat ligt op gelijke hoogte als
in de kerk (het schip), een moderne kap
dekt het choor, en de nok van het choor
ligt ongeveer 0,90 m. onder de nok van
het schip.
Aldaar, waar de nok van schip en choor
elkander snijden is de muur boven de
triomphboog doorgemetseld tot boven
het dak en vangt de beide daken op.
Boven de nokken gaat de muur over in
een 8 kant gedeelte wat met, oorspron
kelijk tot het ontvangen van een ooye-
vaarsnest is ingericht.
Den toren welke wel 0,50 a 0,60 m.
naar het westen overhelt rust geheel en
al op zijne noordelijke en zuidelijke
muur. Deze beide muren dik 1,35 m.
worden op een hoogte van ruim
door een tongewelf een weinig spits
boog verbonden.
Het zou alzoo een poort vormen van 4
m. doorsneden, zoo niet in het midden
een muur was aangebracht, welke een
deur met een daarboven gelegen ven
ster bevatte.
Boven het tongewelf bevindt zich een
vierkante ruimte met venster aan de
noord-, zuid- en westzijde, een digtge-
metselde opening bevindt zich aan de
oostzijde welke toegang gaf boven het
houten gewelf in het schip der kerk.
In diezelfde ruimte bevindt zich een
klok zonder letters of eenig merkwaar
dig teeken. Boven die ruimte wordt den
toren door een helm gedekt die op de
vierkante ruimte staande in het acht
kant overgaat.