17 De deuropeningen waren eenvoudig geprofileerd, met een schuine kant. Boven de deur waren twee versieringen aangebracht, dat wil zeggen boven de ellipsvormige afsluiting nog een spits boog met eenvoudige tracering. Mogelijk is de deur in de loop van de tijd gemo derniseerd onder de gehandhaafde ver siering. De vensters ondergingen hetzelf de lot. De vensters Dankzij de beschrijving is bekend hoe de vensters er vroeger in de kerk uitzagen. Een gedeelte van een oud venster in het koor had namelijk nog een profilering van een kraal met twee hollen. In later tijd was deze versiering vervangen door een eenvoudige profilering met een schuine kant aan de binnen- en buiten zijde van het venster, welke een profiel steen insluiten. Deze profielsteen diende vroeger als post voor de tracering. Ook als gevolg van een modernisering was het raam aan de oostzijde verkleind en door een 'modern' exemplaar vervan gen in het recht gesloten koor. Het komt erop neer dat de hoofdtrekken van de zuid- en westzijde door de foto en de beschrijving bekend zijn gewor den. De oost- en noordzijde werden alleen bekend door de beschrijving. Ten slotte nog een poging om te weten te komen wie de beschrijving in 1880 zou hebben opgesteld, nu de officiële bronnen daarop geen antwoord hebben gegeven. In de tijd dat er over de afbraak van de kerk gesproken werd, was jhr. mr. W. Six Commissaris van de Koning in Zeeland (1876 tot 20 september 1879). Van Six wordt gezegd dat hij de provincie door en door kende. Het is niet onmogelijk dat er contact is geweest met Giltay, de pre dikant te 's-Heer Arendskerke, en dat er over de afbraakplannen gesproken is. Nadien werd Six in Den Haag benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken in plaats van minister Kappeyne, die open lijk had verklaard niets voor oude monu menten te voelen en elke staatssubsidie aan restauratie wilde onthouden..., gelukkig nog in hetzelfde jaar door de nieuwe minister Six ingetrokken.6 Daarbij moet worden opgemerkt dat De Stuers per 1 juli 1875 als refendaris van een aparte afdeling binnen het departe ment van Binnenlandse Zaken direct ver antwoording verschuldigd was aan de minister van Binnenlandse Zaken. Er moet dus regelmatig contact tussen Six en De Stuers geweest zijn op ambtelijk niveau. Bovendien is van Six bekend dat hij een godsdienstige aard had. De ker ken zullen dus zijn speciale belangstel ling hebben gehad. Giltay werd in 1883 lid van het Provinci aal College van Toezicht op het beheer van de kerkelijke goederen in Zeeland, dat in Middelburg vergaderde en één keer per jaar in Den Haag bijeenkwam.' De bewuste beschrijving van de kerk te Baarsdorp kan bij zo'n gelegenheid, of via Buteux, De Stuers aangeboden zijn. Datum van de kerk Het feit dat de eerste kerk beschouwd wordt als bezitting van de Van Borsse- lens ter plekke, voert tot de datum 1232. Het is echter de vraag of wij zover moe ten gaan. Het aanwezige spitsboogfries op de inwendige zuidmuur van het koor zou volgens de beschrijver hierop wijzen. Dit kan ik niet zonder meer aannemen. M. van Doorn, architect te Goes, is met mij eens dat de bewijsvoering alleen op basis van dat gegeven en dat van de aanwezigheid van nissen onder de ven- Baarsdorp. De gerestaureerde muur van het kerkhof. Mei 1979. (Uit: P.A. Harthoorn. Baarsdorp: Heerlijkheid, Poeldorp, Monument) Het hek en de kerkhofmuur, circa 188. V.l.n.r.: ds. Giltay. twee r.k. vrouwen en Kootje Minnaard. (Uit: P.A. Harthoorn. Baarsdorp: Heerlijkheid. Poeldorp, Monument) |8AARSD0RP| gem eorsn.t|

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2005 | | pagina 17