9
meer gebouwd mocht worden met weke
daken, maar het heeft nog tot ver in de
zeventiende eeuw geduurd voordat riet
en stro helemaal verbannen waren uit de
stadskern. Opvallend is dat bijvoorbeeld
een stad als Maastricht pas sinds 1612
Aanvankelijk kennen we twee vormen
van dakbedekking:
- daktegels;
- onder- en bovenpannen.
Daktegels vonden voornamelijk toepas
sing in de westelijke steden van Neder-
nen niet het geval is. We zijn nu eenmaal
een zuinig volk.
Een tweede reden dat de daktegel geen
blijver was, zou kunnen zijn dat het dak
bij hevige regenval gaat lekken; een dak
tegel kent immers geen kop- of zijsluiting
Detail van een romaans gedekt dak.
Oud-holle, verglaasde dakpannen, 17de eeuw.
Blauwverglaasde, verbeterde holle dakpan (VH).
Fabrikaat: Dericks Geldens. Druten (ca. 1932).
zodat het regenwater met de wind eron
der wordt geblazen.
Hoe het ook zij, onze huidige golfpan
heeft ooit een voorloper gehad. Want de
golfpan is ontstaan uit een samenvloei
ing van een onder- en een bovenpan.
De onderpan wordt ook wel nonnenpan
genoemd en de bovenpan monnikpan.
Termen als paters en nonnen of monnik-
nonpan, ook onderpannen en averpan-
Oud-holle dakpan, verglaasd met loodglazuur (ca.
1510-1550).
Bruinverglaasde kruispan. Fabrikaat: Teeuwen, Tege-
len (ca. 1910).
verbood om daken met riet te dekken,
terwijl Kampen, Utrecht en Zwolle al in
1400 een dergelijk verbod instelden. In
enkele steden ging men zelfs subsidië
ren als het weke dak vervangen werd
door een hard dak.
Stadsbranden waren de schrik van elk
stadsbestuur, ze kwamen veelvuldig voor
en soms werd driekwart van een stad in
de as gelegd.
land, terwijl de onder- en bovenpannen
in de oostelijke IJsselsteden in gebruik
waren. Later zien we dat de daktegel
langzaam verdwijnt en de golfpan terrein
wint. De verklaring hiervoor zou kunnen
zijn dat van daktegels ca. 60 stuks per
vierkante meter nodig zijn en van golf-
pannen 18 tot 20 stuks. Bij daktegels zijn
meer panlatten nodig en een zwaardere
onderconstructie, terwijl dat bij golfpan-