11
een kruisweg in de kerk - door de
Zeeuwse landdeken Tomas. Bij die gele
genheid hield de pastoor van Zierikzee
een leerrede naar aanleiding van het
bijbelboek Ecclesiastes (Prediker). In het
blad De Godsdienstvriend werd daarover
geschreven: "...onuitwischbaar zullen
steeds in ons hart en geheugen geprent
blijven de treffende woorden van den
gewijden redenaar, die, na eene fiksche
voorstelling van den alouden eerbied
voor de overledenen, van de verheven
heid van de gedachte over den ons allen
wachtenden dood, ons wees op den
smartelijken weg, welken de overwinnaar
over dood en hel naar Golgotha bloedig
bewandeld had, ten einde ons te leeren,
hoe wij de zonden, de ware beulen van
onzen Heiland, moeten vlugten en leven
om den vervaarlijken dood niet behoe
ven te vreezen."
Dat op het gebied van de godsdienstuit
oefening niet alles getolereerd werd,
bemerkte pastoor Kriek toen hij in 1854
een waarschuwing kreeg van de burge
meester omdat hij met koorknapen in
misgewaad over het kerkplein naar de
begraafplaats was gelopen. Volgens de
burgemeester was dit in strijd met de
wet tot het toezicht op de onderscheide
ne kerkgenootschappen. Het zou acht
tien jaar duren eer een processie buiten
de kerk plaatsvond.
De statie Oud-Vossemeer is in 1858 ver
heven tot een parochie, met de naam
parochie van de H. Willibrordus. De
benaming statie duidde de standplaats
aan van een priester (die kerkrechtelijk
geen pastoor was) in wat de Hollandse
Zending werd genoemd. Ons land werd
in de rooms-katholieke kerk eeuwenlang
als een missiegebied beschouwd omdat
er geen kerkelijke hiërarchie bestond.
In 1853 zijn de bisdommen, die bij de
Reformatie waren afgeschaft, in ere her
steld. In verband met de verheffing tot
parochie stelde de bisschop van Haar
lem nieuwe grenzen vast op het eiland
Tholen, waarbij het noordelijke deel -
met het dorp Sint-Annaland - onder de
Willibrordusparochie kwam. De parochie
Tholen raakte daardoor vijf boeren, en
daarmee inkomsten, kwijt. Pas drie jaar
later werd men het eens, waarbij Tholen
jaarlijks een schadevergoeding van 75
gulden zou krijgen. Maar de regeling
werd niet nageleefd en de kwestie sleep
te voort tot 1920. Toen keurde de bis
schop een nieuwe, door de pastoors van
Oud-Vossemeer en Tholen ontworpen
grensregeling goed. Die hield in dat vijf
Vossemeerse boerderijen ten zuiden en
oosten van het dorp kerkelijk onder Tho
len gingen vallen.
Verfraaien dankzij giften
In de loop van de tijd wisten de verschil
lende pastoors het nodige onderhoud
aan de kerk uit te voeren en verfraaiin
gen aan te brengen. Vaak dankzij giften
van parochianen, veelal de katholieke
boeren uit het dorp. Eind 1858 is in de
kerk, op voorstel van pastoor Adrianus
Antonius van Eijndhoven (1856-1864)
een nieuw altaar geplaatst dat voor 900
gulden was gemaakt in het atelier van
Gebr. Goossens in Den Bosch. Dat ate
lier had eerder in het jaar beelden gele
verd van de H. Maagd en van kerkpa-
troon Willibrordus. Deze werden aan
weerszijden van het altaar geplaatst
boven de - verplaatste - deuren van de
sacristie en de biechtstoel.
Er was, dankzij een inzameling en enke
le giften, meer geld beschikbaar om het
kerkinterieur te verfraaien. En dus kon
Goossens het altaar, de communiebank,
de preekstoel, nissen en beelden be
schilderen, marmeren en vergulden.
In zijn laatste jaar liet pastoor Van Eijnd
hoven ook nog de ramen vervangen
door nieuwe exemplaren in gietijzer. Zijn
opvolger Johannes Josephus Frentrop
(1864-1870) liet het houten torentje
boven de ingang plaatsen en nieuwe
eikenhouten deuren plaatsen.
Een bijzondere schenking was in 1874
de kruisweg: veertien schilderijen waar
op de lijdensweg en kruisiging van Chris
tus wordt afgebeeld. J. Franse liet ze
schilderen door een broer van pastoor
Kerremans.
Nadat in 1872 de opvallende vierkante
Beeld van de patroonheilige van de kerk, de H. Willi
brordus. (Foto auteur, 2005)
witte pastorie, een ontwerp van architect
C. van Genk, aan de noordkant van de
kerk was gebouwd, werd twee jaar later
de oude pastorie bij de kerk getrokken
en een verbinding met de nieuwe pasto
rie gemaakt. Bij de restauratie in de
jaren negentig van de vorige eeuw is de
pastorie weer vrij geplaatst en nader
hand door het kerkbestuur verkocht aan
een particulier.
Het orgel in de kerk is in 1855 voor
1.250 gulden gekocht bij C.J. Rogier te
Bergen op Zoom. Deze bouwde het
waarschijnlijk op uit onderdelen van ver
schillende orgels, het lijkt eind achttien
de- of begin negentiende-eeuws te zijn.
Het balustradeorgel telt ongeveer 460
pijpen en is een zogenoemd positief met
één klavier (klavieromvang c-f) en negen
registers. Het instrument wordt tegen
woordig nauwelijks meer bespeeld en is
dringend aan restauratie toe. De klank
ervan is te beluisteren op de grammo
foonplaat 'Historische orgels in Zeeland