12
II' die in 1978 is gemaakt door de werk
groep muziek van het Koninklijk
Zeeuwsch Genootschap der Weten
schappen.
Ingrijpende veranderingen aan het interi
eur zijn in de jaren twintig van de vorige
eeuw gerealiseerd op initiatief van pas
toor Bernardus Franciscus Kosters
(1928-1932). De kerkvloer werd met
tegels belegd, de muren kregen een
tegellambrisering en op een houten vloer
werden nieuwe banken geplaatst. Ook
werd de ingang van de biechtstoel van
de sacristie naar de kerk verplaatst,
werd heel de kerk gewit en elektrische
verlichting aangelegd.
Opvolger Bernardus Henricus Cornelius
Hosman (1932-1936) liet de ruiten ver
vangen door het glas in lood dat nu zo
kenmerkend is. Verder zorgde hij voor
centrale verwarming.
Uitvloeisel van het Tweede Vaticaans
Concilie in de jaren zestig was niet
alleen dat tijdens de H. Mis het Neder
lands het Latijn ging vervangen. Voort
aan stond de priester bij het opdragen
van de mis met zijn gezicht naar de
mensen in plaats van met zijn rug. Daar
toe werd in het priesterkoor een losse
altaartafel geplaatst, zodat het hoofd
altaar in onbruik raakte. De communie
bank en de preekstoel aan de oostelijke
muur zijn in die tijd eveneens uit de kerk
verwijderd. Het doopvont dat achterin de
kerk stond, heeft alweer vele jaren een
plaats in het priesterkoor. En aan de zij
kant ervan staat tijdens diensten het
zangkoor opgesteld, waar dat voorheen
achter in de kerk bij het orgel een plek
vond.
Grote restauratie
Twee keer stond het kerkgebouw in het
zoute water. Voor het eerst was dat in
maart 1906, toen de dijk langs de Een
dracht en verschillende binnendijken
bezweken en Oud-Vossemeer over
stroomde. Pastoor Joannes Stephanus
van Buchem (1904-1910) noteerde dat
er ongeveer 25 cm water in de kerk
stond, en 15 cm in de pastorie. Daar
bleef hij op de bovenverdieping wonen,
totdat drie weken later de kerk droogviel.
In 1944 zetten de Duitsers het grootste
deel van het eiland Tholen onder water,
de inwoners moesten evacueren. Pas
toor Franciscus Johannes Bemelman
(1936-1945) vond tijdelijk onderdak in
Nieuw-Vossemeer.
Het zoute water deed ongemerkt zijn
schadelijke werk aan het gebouw. Hal
verwege de jaren tachtig bleken mortel
en voegwerk te zijn aangetast, de muren
gescheurd, het pleisterwerk aan de bin
nenkant beschadigd terwijl de lambrise
ring losliet. Een bijna 600.000 gulden
kostende restauratie - de kerk was
inmiddels een rijksmonument - is in de
jaren daarna uitgevoerd. Ze werd in
1995 afgerond. De parochie telde op dat
moment ongeveer negenhonderd leden.
Van meet af aan fungeerde een eigen
armbestuur, dat onderstand verleende
aan behoeftige gemeenteleden. In 1853
werden negen gezinnen het hele jaar
ondersteund en 35 kregen een tijdelijke
bijdrage. Datzelfde jaar en het jaar daar
op kocht het bestuur twee huisjes om er
behoeftigen onderdak te verlenen die
hun huishuur niet meer konden opbren
gen. De pandjes zijn aan het begin van
de twintigste eeuw verkocht.
Met name in de jaren dertig, de crisistijd,
was er veel werk. De pastoor was toen
lid van het crisiscomité dat door de bur
gerlijke gemeente in het leven was
geroepen. De eigenlijke taak van het
armbestuur verdween toen op 1 januari
1965 de algemene bijstandswet van
kracht werd.
Een r.-k. lagere school is in 1908
gebouwd, ten noorden van de kerk. Op
het tussenliggende vrije stuk land ver
rees in 1959/'60 een kleuterschool. Het
kerkbestuur fungeerde als bestuur over
beide scholen, tot in 1972 de stichting
Katholiek Onderwijs Oud-Vossemeer
werd gevormd. Doordat twee leden van
het stichtingsbestuur vanuit het kerkbe
stuur werden benoemd, bleef er een
band met de parochie bestaan.
Samenwerking in regio
De kerkelijke indeling veranderde in
1956. Het dekenaat Zeeland, waartoe de
Willibrordusparochie behoorde, werd van
het bisdom Haarlem overgeheveld naar
het bisdom Breda. En in 1984 verhuisde
de parochie naar het dekenaat Bergen
op Zoom, nadat ze al sinds 1971 onder
toezicht hiervan viel.
De 22ste pastoor, Adrianus Hendrikus
Jacobus Vermeulen, ging in 1976 met
emeritaat. Hij was de laatste eigen Oud-
Vossemeerse pastoor, want voortaan
werd die gedeeld met de parochie Onze
Lieve Vrouw Hemelvaart in Tholen. Ver
meulen zocht de samenwerking met
andere kerken in het dorp, wat eind jaren
zestig resulteerde in een gezamenlijke
kerstzangdienst met de hervormde
gemeente en de gereformeerde kerk. Dit
initiatief bestaat nog altijd.
De Willibrordusparochie en de parochies
in Tholen, Halsteren en Lepelstraat wer
ken al geruime tijd samen. Dit is ingege
ven door de terugloop van het aantal
kerkgangers én het steeds kleiner wor
dende aanbod van priesters. De vier
parochies delen momenteel één pastoor
en twee pastoraal werkers. Mede daar
door kan in het ruim anderhalve eeuw
oude kerkgebouw aan de Dorpsweg nog
wekelijks een viering plaatsvinden.
Bronnen en literatuur
Albert Delahaye, Vossemeer land van 1000 heren,
1969.
Albert Delahaye, De parochie van Halsteren tot
1830, 1974.
C.P.G. de Koning, Anderhalve eeuw parochieleven
rondom de Willibrorduskerk, 1991
J.P.B. Zuurdeeg, Kerken op Tholen en Sint-Philips-
land, 2005.
A. Hollestelle, Geschiedkundige beschrijving van
Tholen en omstreken (1896; facsimile heruitgave
1975).
A.M. Bosters, Parochie Nieuw-Vossemeer200 jaar,
1995.
Ton H.M. van Schalk, Gebouwd op geloof. Monu
menten van religie, 2005.
Simon Schama, Patriotten en bevrijders, 1989.
Kerkelijk jaarboek Ao 1795, uit: archief R.K. parochie
Nieuw-Vossemeer (kopie van A.M. Bosters te Voor
burg).
Gemeentearchief Tholen, Archief R.K. Willibrordus
parochie Oud-Vossemeer.
Notities van H.P.G. de Kuijer (1952-1959 hoofd der
school in Oud-Vossemeer).
Zeeuws Archief, Archief Rijkswaterstaat in Zeeland,
inv.nr. 289, ingekomen en uitgaande stukken hoofd
ingenieur, A1b stuk nr. 114.
Zeeuws Archief, Archief provinciale besturen van
Zeeland 1813-1850, inv.nr. 778.
De Godsdienstvriend, 69e jaargang, 1852, blz. 95
en 96.