4
Ontkerkelijking
De belangrijkste bedreiging voor de
instandhouding van kerken is de ontker
kelijking. Dit proces is in Zeeland minder
snel verlopen dan in de rest van het
land. De mate van kerkelijkheid ligt in
Vitaliteit en draagvlak
Naast de ontkerkelijking speelt ook de
vitaliteit van de verschillende geloofsge
meenschappen een rol. Deze vitaliteit
wordt voor een groot deel bepaald door
de vrijwilligers. Die zijn belangrijk voor
draagvlak in de eigen geloofsgemeen
schap is van belang (intern draagvlak),
maar ook het draagvlak bij de bevolking,
het lokale bestuur en het bedrijfsleven
(extern draagvlak). Uit diverse voorbeel
den blijkt dat kerken die in hun nederzet-
Boven: bonte schilderingen door J. Colette uit 195CF51 in de rooms-katholieke St. Petrus- en
Pauluskerk te Vogelwaarde-Boschkapelle. Deze kerk kent gelukkig nog een trouwe schare kerk
gangers, maar toch speelt er een probleem. Vogelwaarde kent door de specifieke geschiedenis
van het dorp twee grote katholieke kerken. De vraag is of op termijn beide kerken open kunnen
blijven.
Links: de hervormde kerk in IJzendijke heefl ondanks de beperkte groep gelovigen - het meren
deel van de bevolking in IJzendijke is rooms-katholiek - een zeer groot draagvlak in de samen
leving verworven. Daarnaast is het kerkbestuur zeer actief, waarbij vele activiteiten bijdragen
aan een gezonde financiële boekhouding.
Zeeland dan ook nog altijd hoger dan
het landelijk gemiddelde. Desondanks
zullen er de komende periode in Zeeland
meer dan ooit kerken aan de eredienst
onttrokken worden. Het aantal kerkleden
neemt immers ook hier steeds meer af
en minder leden betekent minder inkom
sten. Hierdoor zullen veel kerkgenoot
schappen moeten interen op het eigen
vermogen, totdat de bodem is bereikt en
de kerk gesloten moet worden.
Het relatief hoge geboortecijfer in de na
oorlogse jaren onder met name rooms-
katholieken en gereformeerden heeft de
ontkerkelijking in Zeeland lange tijd kun
nen maskeren. Dat geldt ook voor de
gewoontegelovigen waarmee vooral de
rooms-katholieke kerk te maken heeft.
De fusie van de Nederlandse hervormde
kerk met de gereformeerde en lutherse
kerken tot de Protestantse Kerk in
Nederland zal niet kunnen voorkomen
dat ook veel protestantse kerken zullen
moeten sluiten. Daar waar in sommige
dorpen nog drie kerkgebouwen aanwe
zig zijn, kan in de nabije toekomst soms
met één gebouw worden volstaan.
bestuur, beheer, onderhoud, organisatie,
maar ook voor zaken met betrekking tot
liturgie, diaconie en catechese. Zonder
vrijwilligers komt het voortbestaan van
de geloofsgemeenschap in gevaar. Met
name in de katholieke kerk worden pro
jecten georganiseerd die de vitaliteit van
de geloofsgemeenschap via vrijwilligers
proberen te versterken. De vele gerefor
meerde kerkgenootschappen hebben
over het algemeen ook een tamelijk
grote en vitale schare vrijwilligers. Dat dit
aantal lager is bij de Nederlandse her
vormde kerk, is te verklaren uit het feit
dat deze van oudsher de staatskerk was
en daarom ook het minst verzuild. Hier
door had deze kerk minder greep op
haar leden dan bijvoorbeeld de rooms-
katholieke en gereformeerde kerk.
Laatstgenoemde geloofsgemeenschap
pen hebben hun positie in de Nederland
se samenleving immers moeten bevech
ten en hierdoor is de actiebereidheid
onder deze gelovigen van oudsher gro
ter.
Een hieraan gerelateerd aspect is het
draagvlak in de samenleving. Niet alleen
ting op een breed draagvlak kunnen
rekenen, ook financiële middelen van
buiten de eigen geloofsgemeenschap
weten te genereren. Deelname van een
kerk aan een open monumentendag kan
letterlijk voor veel mensen de deuren (en
ogen) openen. Ook het toerisme kan
extra draagvlak creëren, zowel vanwege
de gelovigen onder hen, als de potentië
le (betalende) bezoekers voor culturele
manifestaties die in het kerkgebouw
georganiseerd kunnen worden. Uit de
casus van Hoofdplaat bleek dat een kerk
die lokaal op een beperkt draagvlak kan
rekenen, het moeilijker heeft dan kerken
die daar wél over beschikken, zoals de
vele rooms-katholieke dorpskerken in
Oost-Zeeuws-Vlaanderen
In Oost-Zeeuws-Vlaanderen proberen
veel rooms-katholieke geloofsgemeen
schappen zo goed en zo kwaad als het
kan, op basis van vitaliteit en draagvlak,
de problemen het hoofd te bieden. Des
alniettemin is verdergaande samenwer
king noodzakelijk vanwege het tekort
aan pastores en andere problemen. Een
eventuele fusie of sluiting van kerken