12 kwam het regelmatig voor dat iemand bij testament een fundatie ot beneficie stichtte waaruit 'ten eeuwigen dage' een priester betaald moest worden. Deze ontwikkeling werd gestimuleerd door de angst voor dood en hel. Een voorbeeld van een dergelijke stich ting vinden we in de gegevens inzake de Boven: Veere. Zijkapellen aan de zuidzijde van het schip, te zien naar het oosten. Rechts: Veere. Plattegrond met zijkapellen: nr. 1 t/m 8 en nr. 10 t/m 17; nr. 9 is de doopkapel. (Uit een brochure door P. Fagel en C.A. van Swigchem, Veere. De geschiedenis van de Grote Kerk, Veere 1982). voormalige Sint-Lievensmonsterkerk te Zierikzee.-'1 Op 27 november 1325 stichtte graaf Willem in "eene Kappelle- rie in St. Lievijns Kerk te Zierikzee, voor de zielen zyner voorouders, en voor zyne ziele, en voor de zielen van die in de s try den te ter Vere, te Arne- muiden, in Duveland, en voor Zierikzee verslagen bleeven." Voor dit doel werd een altaar geplaatst "in de middewaerde van der Kercken voir den chore". In de kerk te Zierikzee werd dus een zijaltaar opgericht op liet eind van het midden schip voor het koor. Met de "Kappelle- rie" wordt de functie ofwel het inkomen van de capelJanus bedoeld, een van de aanduidingen van de priesters die naast de pastoor in een kerk de mis opdroegen." In haar studie over de Westmonsterkerk in Middelburg geeft K. Heyning voor beelden van misfundaties door burgers in de late Middeleeuwen."s Omstreeks 1450 bepaalde Gillis van Arnemuiden dat na zijn dood ten eeuwigen dage "op ons vrouwe huuskiin" op zaterdag en op Onze-Vrouwe-avond een gezongen mis moest worden gehouden met behulp van de opperschoolmeester en acht "choraal- kinderen", waarvoor hij het Onze Lieve Vrouwegilde cie benodigde gelden naliet. Tevens moesten dan een miserere dom ine en een de pro fun dis gelezen worden. P011- welijne Oortsdochter bepaalde dat na haar dood dagelijks om negen uur een mis op het Sint Sebastiaansaltaar moest worden opgedragen. De priester werd daarbij verplicht "op haer graft te gaene mitte quispel" (wijwaterkwast). Zijaltaren in stadskerken In de stadskerken waren de zijaltaren in hoofdzaak opgesteld tegen de pilaren tussen het middenschip en de zijschepen, en in de zijkapellen. Ze stonden zodanig opgesteld dat de priester de mis kon op dragen met het gezicht naar het oosten en dus met de achterzijde tegen een pilaar of de oostmuur van een zijkapel. Uitvoerig zijn we ingelicht omtrent de inrichting van de vroegere Sint-Lievens monsterkerk in Zierikzee.-'' Hier stonden tegen de pilaren aan weerszijden van het schip zestien altaren. In de kapellen aan de noord- en zuidzijde van het schip stonden in totaal waarschijnlijk zeventien altaren. Verder in het dwarspand drie, in de kapellen rond het koor negen en tegen de pilaren van het koor drie. Totaal telde de Monsterkerk in Zierikzee dus zeer waarschijnlijk 48 nevenaltaren. De kerk staat daarmee aan de top op de ranglijst van Nederlandse kerken met zij altaren. Direct daarna komt de Sint-Jans- kerk in 's-Hertogenbosch met 47 neven- altaren.'10 Bij andere Zeeuwse stadskerken geeft vooral het aantal zijkapellen een indicatie voor het aantal altaren. Deze werden im mers bijna alleen voor dit doel gesticht. De kerk in Veere heeft aan het schip zestien zijkapellen en die in Vlissingen tien. De kerk in Hulst telt elf kapellen rond het koor en die in Brouwershaven vijf. Daarnaast kunnen ook pilaren in het schip benut zijn voor de plaatsing van altaren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2006 | | pagina 12