14
ampullennis de omtrek af van een berg-
nis. Verder vinden we in deze rijk van
nissen voorziene kerk de nis voor het
retabel van een zijaltaar in de oostmuur
van het schip ten zuiden van de door
gang naar het koor, een veelgekozen
plaats voor zijaltaren in dorpskerken.
Sommige kerken hadden vanaf het begin
eeuw opvallend veel kapelachtige dwars-
armen aangebouwd. Mogelijk heeft hier
bij de invloed van de ambachtsheren een
rol gespeeld. Burger acht het waarschijn
lijk dat hun grote aantal en onafhanke
lijke positie een rol speelde bij de bouw
in de veertiende en vijftiende eeuw van
de vele imposante gotische torens op
van zijaltaren een belangrijke rol ge
speeld hebben. In Kloetinge bouwde
men in het laatste kwart van de dertien
de eeuw tegelijk met het koor aan de
noordzijde daarvan de O.L.Vrouwe
kapel. De rechte oostmuur in deze kapel
laat nog duidelijk de sporen van een
altaar zien. In het midden is ruimte uit
een transept of dwarspand, maar bij an
dere werd dat pas in de late Middeleeu
wen toegevoegd, ongetwijfeld ter wille
van de plaatsing van zijaltaren. In 's-Gra
ven pol der werd tegen 1500 het noord
transept aan de kerk toegevoegd en in de
eerste helft van de zestiende eeuw het
zuidtransept. In het naburige Nisse werd
tegen 1 500 het zuidtransept gebouwd en
iets later het noordtransept. Het dwars
pand in 's-Heer Abtskerke werd in het
begin van de zestiende eeuw toegevoegd
en dat geldt ook voor het noordtransept
in Kruiningen. Uit de eerste helft van de
zestiende eeuw dateert het zuidtransept
in Oudelande. Deze voorbeelden kun
nen met andere aangevuld worden.
Sommige van deze dwarspand en hebben
meer het karakter van een dwars op de
kerk staande kapel dan van een dwars-
arm. Daarop wijst ook het ongebruikelij
ke verschijnsel dat de armen bij sommige
kerken uit verschillende perioden stam
men en dat soms de aanbouw tot één
arm beperkt bleef. Vergeleken met elders
werden bij de dorpskerken van Zuid-
Beveland aan het einde van de vijftiende
en in de eerste helft van de zestiende
Zuid-Beveland als een prestigeobject."
Dezelfde motieven kunnen een rol ge
speeld hebben toen rond 1500 diverse
kapelachtige dwarsarmen werden
gebouwd. De aanleiding was dat men
een zijaltaar wilde plaatsen waar een
priester regelmatig de mis kon opdragen
en bidden voor het zieleheil van overle
den leden van het geslacht. In de uitwer
king kon men zijn buurman overtroe
ven. De bouw van de noordarm in
's-Gravenpolder aan het einde van de
vijftiende eeuw gebeurde in opdracht
van de ambachtsheer Bolle van Sanden."
Bij sommige kerken is naast het koor
een nevenkoor of kapel gebouwd, en
ook daarbij zal de wens tot de opstelling
Boven: Sint Maartensdijk. Bij de restauratie
van 1952-'65 is tegen de oostmuur van het
noordelijke zijkoor een altaarsteen op een
blok geplaatst; het geheel geeft voortreffelijk
de opstelling van een zijaltaar weer.
Daaronder: Kloetinge. Oostmuur van de
noordkapel. Het moderne kunstwerk markeert
de plaats van het vroegere zijaltaar.
gespaard voor het altaarblok met daarop
het retabel. Tijdens de restauratie trof
men de fundering van dit altaar aan.'4
Aan weerszijden is een nis aangebracht
waarvan de bodem door verhoging van
de vloer met ca. 75 cm echter niet meer
is te zien. Verder vinden we hier in de
's-Gravenpolder. Plattegrond met noord- en
zuidtransept uit verschillende perioden. Ten
noorden van de toren de eerste doopkapel.
(Uit: R. Steensma, Opdat de ruimten meevie
ren, Baarn 1982, p. 221)
--