22
bouwd. Ook Axel had toen al een orgel
want dit diende als voorbeeld voor dat te
Hulst.w In Zierikzee werd in 1450 een
mis gefundeerd waarbij ook geld be
stemd werd voor de organist en de balg-
treder/10 In Goes stelde de magistraat in
146c; meester Zybrant aan tot organist en
ook Veere had in 1484 al een orgel."
dentoren tussen twee ongedeelde en
twee gedeelde velden, terwijl het rug
werk bestaat uit een ronde middentoren
tussen vierkante hoektorens en gebogen
zijvelden. De oude irontpijpen bleven
bewaard, maar de orgeldeuren zijn ver
dwenen. Dat laatste geldt ook voor het
instrument zelt."~
Voor meer inzicht in de inrichting van
het laatmiddeleeuwse kerkgebouw is het
van belang te weten waar de orgels ge
plaatst waren. Een geliefkoosde plaats
was de grens tussen koor en schip omdat
hiervandaan de klanken van het orgel
zowel de mensen in het schip als die in
bet koor goed konden bereiken. Men
Sint Maartensdijk. Vierkante aanbouw van ca.
1520 tegen de westtravee van de noordbeuk,
zeer waarschijnlijk vroeger de doopkapel.
Het zijn incidentele berichten over ker
ken, verspreid over heel Zeeland, die
doen vermoeden dat de meeste grote
kerken toen reeds over een orgel be
schikten. Het orgel in de Koorkerk te
Middelburg heeft nu een laatgotische kas
uit j 47s-'8 i maar deze is afkomstig uit
de Nicolaikerk in Utrecht.
De enige orgelkas uit de tijd vóór de
Reformatie die in Zeeland bewaard
bleef, vinden we in Brouwershaven, aan
de westmuuf van de kerk. Het werd in
t 557 vervaardigd door Hendrick en
Nicolaas Niehoff, waarschijnlijk met de
hulp van de schrijnwerker Adriaen
Schalken en diens zonen Jan en Cornclis.
Het hoofdwerk beeft een hoekige mid-
De orgelkas in Brouwershaven is aldus
de enige herinnering aan de bloeitijd van
de Zeeuwse orgelbouw in het midden
van de zestiende eeuw. De vermaarde
gebroeders Niehoff, die onder andere
orgels bouwden in Amsterdam, Delft en
's-Hertogenbosch, kregen in 1549 op
dracht voor de bouw van een orgel in
Zierikzee en in 1555 in Goes.''' Er zijn
meer berichten uit de zestiende eeuw
over orgels, zowel van stads- als van
dorpskerken: bij de Sint Maartens- of
Westmonsterkerk in Middelburg in
1508, in Sint Anna ter Muiden in 1553,
in Tholen in 1559 en in Arnemuiden in
het .midden van de eeuw/''1 Verschillende
grote kerken hadden in de zestiende
eeuw twee orgels: Middelburg (Sint
Maartens- en Sint Pieterskerk) in 150S,
Zierikzee in 1536, Goes in 1553, en dat
was in die jaren ook in Hulst het geval."
Zij zullen niet de enige geweest zijn.
Brouwershaven. Orgelkas uit 1557.
kon het instrument ophangen aan een
der zijkanten van de triomfboog of plaat
sen op het doksaal. In Arnemuiden hing
het orgel aan de linkerzijde van de koor-
boog, in Veere vermoedelijk in een der
toegangsbogen naar het koor, en in
Hulst is in 155S/'59 sprake van "d'orghel
voer den coer"/'" In Zierikzee stond liet
grote orgel op het doksaal ten zuiden
van de doorgang naar het koor en was
het kleine orgel waarschijnlijk aan of
onder het doksaal aangebracht ten noor
den van de doorgang."7 Soms is sprake
van een afwijkende plaats. Zo moest de
orgelbouwer meester Coenraat van Ant
werpen in 1529 in Goes een orgel ver
plaatsen naar de schoenmakerskapel."
Waar die kapel zich precies bevond is
niet bekend, maar het illustreert mede de