I t 8 water en een schaal. Deze ontwikkeling leidde ertoe dat men voor de rituele rei niging niet in elk koor nog een wasbek ken in de muur plaatste. Functie als 'heilig putje' Een tweede functie van de piscina was die van 'heilig putje' ol sacrariiim. Dik- Kloosterzande. Piscina in de zuidmuur van het koor. Vormgeving van de Zeeuwse piscina De piscina is een diepe nis waarvan de bodem bestaat uit een bekken met een gat voor de afvoer van water. De nis zelf is als regel een verticaal uitgediept muur gedeelte, hetzij als één geheel, hetzij in twee delen. In het laatste geval vormt Kapelle. Piscina in de zuidmuur van het koor. merkwaardig dat Kok dit gootsteentje niet in het zicht gelaten heeft, daar hij bij andere onderdelen de kerk in oude staat terugbracht. In totaal bleven in Zeeland twintig piscina's bewaard." De afsluitende boog kan op verschillende wijzen gevormd zijn, waarbij er in sterke mate een verband is met de bouwstijl s I Oost-Souburg. Mis in het westen van de zuid muur. De vorm is die van een piscina. wijls zijn in middeleeuwse kerkelijke voorschriften bepalingen opgenomen over de omgang met voorwerpen die onvoorzien met de hostie en de wijn, ofwel het lichaam en het bloed van Christus in aanraking gekomen waren. Zo was het gebruikelijk om het water waarmee de altaardwaal, het corporale en het kelklinnen gewassen waren, in de piscina weg te spoelen. In rzSS bepaalde de bisschop van Luik, Jean de Flandre, dat indien er miswijn op een kledingstuk terechtgekomen was, dat gedeelte afge scheurd en verbrand moest worden Vervolgens moest men de as wegspoelen in de 'sacra piscina'. Viel een spin of vlieg in de miswijn, dan moest het insect boven de piscina verbrand worden. Dit gold ook voor de doek waarmee de kelk gereinigd werd als deze versleten was. Het gaat dan meer om een 'heilig putje' dan om een ritueel wasbekken. In de sacristie van Kloetinge bevindt zich naast de piscina een stookplaats, wat een aan wijzing is dat deze piscina als heilig putje fungeerde. ongeveer tweederde deel met het bek ken de eigenlijke spoelruimte terwijl het bovenste deel, vaak het deel binnen de afsluitende boog, slechts in geringe mate is verdiept. Het is deze vorm met een gering verdiept vlak boven de ruimte met het bekken, die als kenmerkend voor een piscina beschouwd kan wor den. Als men de aldus gevormde nis soms op een minder gebruikelijke plek aantreft, kan dit een aanwijzing zijn hem toch als piscina te beschouwen. Dat laatste geldt ook voor sommige een voudiger uitgevoerde nissen op de plaats waar men normaal een piscina kan aan treffen. In het koor van Kloosterzande bevindt zich aan de zuidzijde een nis die men nu alleen op grond van de plaats als piscina kan beschouwen. Dat dit ook werkelijk het geval was, wordt bevestigd door een opmerking van A.A. Kok in zijn verslag van de restauratie: "In het choor kwamen verschillende nissen voor den dag, die alle opengemaakt en her steld zijn. Een ervan had een bodem als een rond gootsteentje met een afvoer naar buiten voor 't bekend gebruik van het water van den miskelk."-' Het is van het desbetreffende deel van de kerk. De nis in Kloosterzande heeft een half ronde boog met een kraalprotiel zoals we dat ook aantreffen bij de vensters van deze dertiende-eeuwse romano-gotische kerk. De nis in Kapelle uit het begin van de veertiende eeuw heeft een lichte spitsboog met een diep geprofileerde rand. De nissen in Nisse en Oost-Sou burg uit de vijftiende eeuw hebben een scherpe spitsboog en die in Haamstede en Dreischor (sacristie) uit de zestiende eeuw een segmentboog. De piscina in Sint Maartensdijk heeft een vlakke bo venzijde, terwijl de nis in Ovezande wordt afgesloten door inspringende rechthoeken. Bij drie nissen wordt de binnenzijde onder de boog afgesloten door een driepas. Dit betreft Cadzand, Kapelle en Kloetinge (koor). In 's-Heer Abtskerke heeft het bovenvlak een drie pas. Plaats in de kerk Als de piscina in het koor van de kerk is aangebracht, betreft dit bijna altijd de zuidoostzijde van een veelzijdig koor of de zuidzijde van een rcchtgesloten koor.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2006 | | pagina 8