Sporen van de katholieke eredienst in middeleeuwse Zeeuwse kerken 3 Regnerus Steensma In Zeeland dateren circa. 54 kerken ge heel of ten dele uit de Middeleeuwen. Deze werden gebouwd en ingericht voor de katholieke eredienst. Bij de Reformatie aan het einde van de zestien de eeuw werd datgene wat herinnerde aan de afgeschafte vorm van geloofsbele ving zoveel mogelijk verwijderd. Toch treffen we in veel kerken nog onderde len aan die veiwijzen naar het gebruik voor de katholieke eredienst. In het bij zonder zijn dat muumissen die een func tie hadden bij de liturgische handelingen. Het betreft vooral nissen voor het bewa ren van de geconsacreerde hostie, nissen voor de rituele handwassing van de priester, nissen voor het wijwater en nissen voor het bewaren van misgerei. Daarnaast zijn er enkele stukken van het meubilair, altaarstenen en priesterzerken. Buiten beschouwing blijven de architec tuur, de muurschilderingen en de sculp turen. Het Zeeuwse kerkenlandschap Er is reeds eerder op gewezen dat in Zeeland veel middeleeuwse kerken ver loren zijn gegaan. Dat gebeurde met name in de zestiende eeuw. Onderzoek van Van Swigchem wees uit dat er rond 1500 circa 210 parochiekerken in Zee land stonden en dat daarvan rond 1600 niet meer dan negentig over waren.' Honderdtwintig ker ken gingen verloren door wa tersnoden en oorlogshandelin gen. Dat laatste was met name op Walcheren het geval in de strijd tussen Spanjaarden en watergeuzen in de jaren 1572 tot 1574. Veel kerken op het platteland werden veranderd, in ruïnes om de vijand geen gelegenheid te geven zich daarin te verschansen. Volgens Janse bleef bijna geen kerk on beschadigd.' Sommige kerken konden weer hersteld worden, andere werden ten dele her bouwd, weer andere bijna geheel nieuw opgetrokken en een aantal verviel tot ruïne. Deze ontwikkeling maakt dat het voor Zeeland lastiger is dan voor andere provincies om te bepalen of een kerk nog (deels) uit de Middeleeuwen dateert. De kerken die rond 1600 ver bouwd werden heb ik hiertoe wel gere kend, maar de herbouwde als regel niet, al is soms het verschil tussen beide groe pen niet erg duidelijk.' Als men verder de zeven plaatsen waar alleen de toren bewaard bleet buiten beschouwing laat, dan komt men op 54 kerken. Een speciaal probleem van Zeeland is de verdwijning van veel middeleeuwse koorpartijen. Voor het onderzoek naai de sporen van de katholieke eredienst is dat een belangrijk gegeven want de meeste verwijzingen treft men juist aan in de muren van het koor. Ook elders zijn koorpartijen afgebroken, maar ner gens zoveel als in Zeeland. Bij zeventien kerken is het oude koor verdwenen, dus bij 31 procent van de 54 kerken. Vijf kerken verloren hun koor bij de troebe len aan het einde van de zestiende eeuw: Meliskerke, Oost-Souburg, Ritthem, Serooskerke (Sch.), Sint Anna ter Mui- De elevatie: tijdens de mis heft de priester de geconsacreerde hostie omhoog om aldus het lichaam van Christus aan het volk te tonen ter aanbidding. Laatmiddeleeuwse houtsnede. den en verder Waarde door brand. Begin zeventiende eeuw zijn het Aagte- kerke (1625) en Haamstede (1606). Zes koren verdwenen in de achttiende eeuw: Kattendijke (1768), Kruiningen (18de of 19de eeuw), Oudelande (1769), Poort vliet (ws. J77S), Scherpenisse (1753) en Zoutelande (1737). In de negentiende eeuw zijn het Domburg (1848) en 's- Heer Arendskerke (1859), terwijl in 1916 nog het koor in Renesse werd gesloopt. De meeste koren zijn afgebroken toen ze bouwvallig waren. Afbraak was goedko per dan herstel en aan een gebruiksfunc tie was kennelijk geen behoefte. Elders gold dat voor het schip, want in vier plaatsen bleef alleen het koor be waard: Hoedekenskerke (schip gesloopt ca. 1S50), Hoogelande (schip verwoest i572-'74), Nieuwerkerk (schip verwoest 1583) en Oosterlanci (schip verbrand in 1612). De sacramentsverering Geschiedenis van de sacramentsverering Het belangrijkste onderdeel van hetgeen zich in de Middeleeuwen afspeelde in een kerkgebouw is de viering van de mis. In de begintijd van het christendom was dit de eucharistische maaltijd ter gedachtenis van het lijden, het sterven en de opstanding van Christus, ingesteld door Christus zelf tijdens het Laatste Avond maal. Op den duur verschoof het maaltijdkarakter naar dat van een offer. De maaltijd werd de mis, waarin op on bloedige wijze de offerdood van Christus wordt herhaald. Bij het uitspreken door de priester van een vaste formu le, tie zogenoemde consecra tie, verandert voor de gelovi ge het wezen van het brood in het lichaam van Christus. Reeds in het vroege christen dom kwam de gewoonte in zwang om een deel van het

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2006 | | pagina 3