20
meer zou zijn. Het was vanuit haar visie
op de toekomst alleen maar goed be
doeld.48
Het zou tot 1958 duren voordat de
Wemeldingenaren het genot zouden
smaken van begeleiding van de gemeen
tezang door een orgel. En dan was het
nog een instrument dat eigendom was
van een aparte stichting en niet van de
kerk.
L.P. van de Spiegel,
man achter de schermen
Na alles wat er gedurende vele jaren aan
vooraf was gegaan, werd het testament
van Maria Coomans in 1997 aan een uit
voerig onderzoek onderworpen. Dit
werd gedaan met het oog op de gewens
te verkoop van de Stelhoeve, door eme
ritus hoogleraar oud-vaderlands recht
prof. mr. J.Th. de Smidt. Na afloop
schreef professor De Smidt: "Ik kreeg zo
de indruk dat Maria Coomans zich wel
liet raadgeven, maar verder niets liet
voorschrijven."49
Dit komt ons voor als een absoluut juiste
conclusie. Maria Coomans had in de
persoon van mr. Laurens Pi eter van de
Spiegel een raadgever en vertrouwens
man van formaat. De relatie met Van de
Spiegel was niet oppervlakkig en van
voorbijgaande aard. Vanaf het tijdstip dat
Van de Spiegel als jong jurist omstreeks
1758 in Goes was terechtgekomen, was
hij bevriend geraakt met Maria's zwager
dr. Comelis Lopsse. Lopsse, onder ande
re stadsgeneesheer, raadslid en meerma
len burgemeester, was een scherpzinnig
man. Hij was snel in staat om de werke
lijke kwaliteiten van de jonge Laurens,
die in kennis het merendeel van de
Goese magistraten verre de baas was, op
hun waarde te schatten. Tot het overlij
den van Lopsse in 1776 bleven ze nauw
bevriend. In deze vriendschap deelden
ook Jacobus en Maria Coomans.
Een bevestiging van de speciale relatie
vinden we in de perikelen rondom de
beroeping in 1765 van dominee Jan te
Water, zwager van Van de Spiegel, als
predikant in Wemeldinge. Alleen door
een volledige inzet van ambachtsheer
Jacobus Coomans gelukte het om de
wens van Van de Spiegel te honoreren.50
En dan 1774, de invoering van de nieu
we psalmberijming, waarbij in Goes
zoveel op het spel stond. Tiet is frappant
dat op zondag 23 oktober, één week
voor het grote gebeuren in Goes, in de
kerk van Wemeldinge "het Nieuwe
Psalmgezang reets plegtig was inge
voerd." Generale repetitie voor Goes,
anders kunnen we dat niet uitleggen. De
nieuwe psalmboeken die voor deze gele
genheid waren aangeschaft, werden dooi
de ambachtsvrouw betaald.51
Het lijkt nogal paradoxaal dat een voor
stander van het orgelgebruik in de kerk
dienst, zoals Laurens Pieter van de
Spiegel was, er in het geval Wemeldinge
voor koos om loyaal te zijn aan de
ambachtsvrouw. De vastberadenheid van
Maria Coomans zal de doorslag gegeven
hebben. Toen op 8 augustus 1791 Maria
Coomans overleden was, bleek dat Van
de Spiegel, toen reeds geruime tijd
Raadpensionaris van Holland en West-
Friesland, als eerste executeur van haar
boedel benoemd was. Niemand van de
ingewijden zal dat verbaasd hebben.
Slotbeschouwing
De jaren waarin bovenstaande gebeurte
nissen plaatsvonden waren deel van een
roerige periode. De tegenstellingen tus
sen patriotten en prinsgezinden kwamen
af en toe al fel en heftig aan de opper
vlakte, zoals in Goes in de nacht van 30
op 31 januari 1787. Tijdens het zoge
noemde Oranjeoproer werden toen in
de stad op uitgebreide schaal woningen
vernield en geplunderd. De echte
omwenteling, de Franse Revolutie in
1789 die in West-Europa de oude feoda
le structuren zou oprollen, hing al in de
lucht. Ieder weldenkend mens kon
bevroeden dat het allemaal anders en
liefst beter zou worden. Voordat het
werkelijk beter werd moesten er echter
vele jaren verstrijken. De komst van de
Bataafse Republiek in 1795 met het
"Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap"
bleek 11a de euforie meer een papieren
tijger dan een structurele verbetering. De
opvolgende Franse overheersing bracht
schrijnende armoede en het zou lang
duren voordat de bevolking dit te boven
was.
De ambachtsheren en -vrouwen, die op
het platteland altijd heer en meester
waren geweest, werden beroofd van hun
aureool. I11 naam bleven ze hier en daar
nog wat ingeperkte rechten behouden,
maar ze waren geen schim meer van wat
ze geweest waren. Vanzelfsprekend
bleven gestes zoals het plaatsen van een
orgel in de kerk achterwege. De kerk
meesters hadden vrijwel overal hun han
den meer dan vol om de hoogstnood
zakelijke onderhoudskosten te betalen.
Wat niet dringend noodzakelijk was,
gebeurde niet.
Het balletje van de orgelplaatsingen in
de dorpskerken kwam roerloos stil te lig
gen. Op Zuid-Beveland zou het tiental
len jaren duren - Kapelle 1866, 's-Heer
Abtskerke 1872 - voordat het weer ging
rollen.
Als we het over heel Zeeland bezien,
dan was er tussentijds één dorpskerk die
door een genereus gebaar van welgestel
de lieden van een kwalitatief uitstekend
orgel werd voorzien. De hervormde
gemeente te Poortvliet kreeg in rSoó
een fraai instrument ten geschenke van
Abraham Dumont, koopman te
Amsterdam en zijn echtgenote Cornelia
Jacoba van Gaaswijk, die uit een voorna
me familie te Poortvliet stamde. Het is
een werkstuk van Abraham Meere te
Utrecht.55
Noten
De negen gecommitteerde predikanten verte
genwoordigden de gewesten Gelderland, Zuid-
Holland, Noord-Holland, Zeeland, Utrecht,
Friesland, Overijssel, Stad en Lande (van
Groningen) en Drenthe. De gecommitteerde
voor Zeeland was dominee Josua van Iperen,
predikant te Veere.
2. Petrus Dathenus (Kassei ca. 153 i-Elbing
1588) was een calvinistisch prediker. Hij werd
predikant van de Nederlandse vluchtelingenge
meenten te Frankfurt am Main en te Franken-
thal (1562), waar hij zijn populaire psalmberij
ming De Psalmen Davids ende ander Lofsanghen uit
den Francoyschen dichte in Nederlandsche overgezet
(1566) vervaardigde. Als raadsman van Willem
van Oranje regelde hij kerkelijke zaken in de
Nederlanden. Door zijn onmatig optreden
tegen de roomsen belandde hij een tijdlang in
de gevangenis. Na zijn vrijlating week hij uit
naar Duitsland, waar hij als geneesheer werk
zaam was.
3. Josua van Iperen, Kerkelijke historie van het
psalmgezang, deel 11 (1778), pag. 442-443.
4. Als noot 3, pag. 447.
5. Als noot 3. pag. 448.
6. Gemeentearchief Goes, asc, inv.nr. 36, notu
len burgemeesters en raden van Goes; archief
Hervormde Gemeente Goes, inv.nr. 4.
7. De pensionaris HuibcrtJan de I-ieere, afkom
stig uit Dordrecht, had een vermogen verdiend
in Oost-Indië en had zich daarna in Goes
gevestigd. Met zijn geld trachtte hij zich een
positie in het stadsbestuur te verwerven. Om de
vroede vaderen gunstig te stemmen schonk hij
de stad een orgel in de Gasthuiskerk. Omdat er
bedenkingen waren tegen zijn handel en wan
del, bereikte hij hiermede niet het beoogde
resultaat.
Zie voor meer informatie over hem; H. Lhl,
'De misstap van een Goese magistraat', in:
Historisch Jaarboek voor Zuid- en Noord-Beveland
nr. 7. Goes, 1981.