5
der tot compromissen bereid dan de re
genten en daarom van nature nóg Oran
jegezinder dan de rest van de Zeeuwen.
Als Willem n echter in 1649 de in Mid
delburg gehate hugenoot Hendrick Thi-
baut tot zijn zaakwaarnemer in Zeeland
benoemt, stelt hij daarmee de Oranjelief
de wel erg op de proef. Ook wordt de
positie van de Oranjes hachelijk tijdens
de Engelse oorlogen, omdat er hechte
banden zijn tussen de Oranjes en het
Engelse koningshuis en men niet zeker
lijkt te kunnen zijn van de loyaliteit van
de Oranjes aan de Nederlandse zaak.
Niet voor niets eindigt de eerste Engelse
oorlog in de Acte van Seclusie, waarin
Johan de Witt bepaalt dat de Oranjes
uitgesloten zijn van het stadhouderschap
over Holland, en de tweede oorlog in
het Eeuwig Edict. In dit edict schaffen
de Verenigde Provinciën het stadhou
derschap af.
In zekere zin heeft Lodewijk xiv het huis
van Oranje 'gered' met zijn inval in 1672.
Als het regime van Johan de Witt vrij ge
makkelijk lijkt te capituleren voor de
Fransen, richt de woede van het volk zich
tegen de regenten. Johan de Witt wordt
gelyncht. Het volk schuift dan Willem 111
naar voren die militair zeer succesvol is
en - nu mede dankzij zijn Engelse con
necties de Fransen weet te verdrijven.
Met dit succes wint hij veel krediet en
weet hij in de Verenigde Provinciën veel
macht naar zich toe te trekken.
Tegen de achtergrond van dit alles spelen
dan ook nog intellectuele debatten een
rol. Descartes (1596-1650) die in Neder
land woont en werkt, maakt hier een
fundamenteel debat los over wetenschaps
filosofie en daarmee ook over bijbelkri
tiek, schriftgezag en de verhouding tus
sen theologie en filosofie. Deze theologi
sche vragen raken rechtstreeks aan de
vraag naar de verhouding tussen kerk en
staat. Wetenschappers als Christiaan
Huygens, Baruch de Spinoza en Antonie
van Leeuwenhoek kunnen goed uit de
voeten met de cartesiaanse filosofie, maar
de rechtzinnige theologen proberen deze
aanvallen op hun vertrouwde wereld
beeld te laten verbieden. Onder Johan
de Witt vinden ze daarvoor weinig
Links het Zeelandiaraam, rechts het Oranje-
raam in de hervormde kerk te Biervliet. (Foto's
A. van der Deijl)
steun, maar na 1672 is hun hoop met
meer succes op Willem 111 gevestigd.
Nederland is in dit derde kwart van de
zeventiende eeuw niet alleen in econo
misch opzicht het machtigste land in de
wereld, maar is ook in intellectueel op
zicht Engeland en Frankrijk enkele
decennia vooruit.
Het is in deze periode en tegen deze
achtergrond dat Cornells van Bariaer zijn
raam in Burgh maakt.
De ramen in Biervliet
Het is zinnig om, voordat wij naar het
raam in Burgh kijken, ons op de zestien
jaar oudere ramen in Biervliet te richten.
Er is een fraaie uitgave van deze ramen
van de hand van Rinus Willemsen, De
kerkramen van Biervliet. Helaas staat er in
dit boekje dat het Eeuwig Edict in 1659
is uitgevaardigd en dat Bariaer een jaar
later deze ramen schildert. Daarmee
wordt de suggestie gewekt dat deze één
grootse daad van verzet zijn tegen dat
edict. Helaas klopt deze voorstelling van
zaken niet en was de situatie minder
heldhaftig. Het Eeuwig Edict stamt eerst
uit TÓ67. Bedoeld wordt dus waarschijn
lijk de Acte van Seclusie, maar die stamt