8 schouwd? Er bestaat een vermelding dat hij als jonge man gevaren had, maar naar bekend is komt dat niet van een tijdge noot en zonder veel uitweiding over zijn belevenissen. Had hij kennis van de wereld buiten de haven- en vestingstad waar hij het groot ste deel van zijn leven moet hebben doorgebracht? Ja, zonder twijfel. Met elk schip dat terug kwam in de haven, uit oorden als de verre Amerika's, Azië, Australië, de noordelijke ijszeeën; alle ontdekkingen uit de 'nieuwe werel den' die mee terug werden genomen naar Vlissingen, moet hij wel een keer onder ogen hebben gehad. Coole was niet alleen lange tijd een van de belang rijkste regenten van de stad; hij was in de eerste plaats ook een van de bewindheb bers van de toen nog jonge Oost-Indi sche Compagnie en investeerder van expedities naar de onbekende continen ten, in de hoop dat het lucratieve handel met zich mee zou brengen. Elk binnen varend schip moet dus in zijn ruimen de bewijzen hebben vervoerd van de toen nog meest onbekende welstand van de wereld. Elk gezonken schip daarentegen kon niet meer dan een teken zijn van die vergeefsheid en vergankelijkheid van het leven. Over het zakelijke leven van Jan Larn- brechtsz. Coole is behalve zijn bestuur lijke betrokkenheid als burgemeester van Vlissingen en zijn investeringen in han delsexpedities weinig meer bekend. Opvallend is wel dat zowel zijn zakelijk als zijn persoonlijk leven (en daarmee uiteindelijk ook zijn dood) zeer nauw verbonden was met de Grote of Sint Jacobskerk te Vlissingen. Tussen 1594 en 1597 huurde hij als koopman de zuide lijke dwarsbeuk van het gebouw, als op slagruimte voor zijn goederen.'' Dit ge beurde vaker. Door het gemis van een groot aantal van de ritualen en de af schaffing van het uiterlijk beeldveitoon, konden de protestanten het af met aan zienlijk kleinere ruimtes dan hun katho lieke voorgangers. In de imposante kerk van zijn tweede echtgenote Lisbet Pietersdr. Smidt, die na een kort huwe lijk in oktober 1596 overleed, staat al het devies dat ruim twintig jaar later ook de zijne zou sieren: "Tis al werelds", waar bij telkens tekst en beeld verweven zijn door slechts de letters "Tis al" te grave ren en vervolgens een bol (al dan niet met een kruis) af te beelden. Als in 1621 zijn klein dochter Elisabeth de Waerdt sterft wordt zij in dezelf de kerk begraven, direct onder het gedenkteken dat voor haar grootva der werd opgericht. Coole's eigen zerk is niet bewaard ge bleven, maar er wordt beweerd dat ook zijn zerk dicht in de buurt van het epitaaf lag, dat ook op deze steen zijn wapen was afge beeld, en wel vastgehouden door twee toepasselijke schildhouders, namelijk zee draken. Zo raakte met de jaren de familie Coole en haar nageslacht steeds verder verwe ven met het gebouw van de Sint Jacobs kerk. En samen deelden zij het lot dat op 5 september 1911 voorviel. Door onvoorzichtigheid van een loodgieter werden kerk en toren door brand ver woest. Het kerkzilver en het archief werden gered, maar met het gebouw raakte ook het interieur, waaronder de grafmonumenten en -zerken, ernstig en sommige zelfs onherstelbaar beschadigd. Tijdens de kerkrestauratie in de jaren 1912-1915 besloot de architect, mede door de zware beschadigingen die aan de grafzerken werden geconstateerd, om de vloer op het oorspronkelijke niveau terug te brengen. Slechts een klein aantal van de grafzerken kon behouden wor den, maar alle werden verwijderd van hun originele plaats. Ondanks alle zorg die is besteed aan de kerk heeft men niet kunnen voorkomen dat een en ander veranderd is. Maar na negentig jaar van verborgen aanwezig heid, hoog in de muur van een van de kapellen grauw en zwaar beschadigd is het epitaaf dat ooit werd opgericht ter memorie van een belangrijk maar be- gebouwen bleef de nodige ruimte onge bruikt. Deze werd verhuurd en vaak met een muur of schutting afgescheiden van de ruimte waar de godsdienstoefening werd uitgevoerd. Uit de opbrengsten be taalden de nog zeer jonge kerkelijke ge meenten het onderhoud van de gebou wen. Na Coole werd dezelfde ruimte Interieur van de Grote of Sint Jacobskerk na de brand, met zicht op het koor, waar op de achtergrond het epitaaf te zien is, 1911. (Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen) verhuurd aan een zeepzieder, en een andere ruimte werd verhuurd voor de berging van onder meer tonharing.10 De gebroeders Van Pere huurden zelfs ruim twintig jaar een van de kapellen als pak huis en kantoor voor hun handelspraktij ken." Coole was woonachtig in Vlissingen, hij bezat een huis op de hoek van de Nieuwstraat en de haven.'1 Daarnaast was hij eigenaar van een hofstede onder West-Souburg, waar hij waarschijnlijk de zomers doorbracht. Hij was viermaal gehuwd en kreeg bij zijn eerste echtge note twee dochters.1-1 Er waren geen zonen, en daarmee stierf zijn familie naam met hem uit, maar zijn zeventien de- en achttiende-eeuws nageslacht uit de vrouwelijke lijnen, en verdeeld over niet minder dan de elite van Zeeland en Elolland, is altijd zijn nagedachtenis blij ven eren met het vermelden van zijn familiewapen onder hun kwartieren.M Elij overleefde drie van zijn vier echtge notes, die ten slotte allemaal zijn begra ven in dezelfde kerk. Op de grafsteen

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2007 | | pagina 8