17 In de Sint Martinuskerk te Sint Maartens dijk zien we een geheel afwijkend beeld van een houten gewelfsculptuur dan in de andere kerken. In het uit de eerste helft van de vijftiende eeuw daterende koor bevond zich oorspronkelijk een zestal gesneden blokkeels. Hiervan zijn er vier overgebleven, voorstellende een leeuw, een beer, een hond en de half- figuur van een persoon met een kruik. Zowel in de noorder- als de zuiderzij beuk van het middenschip zien we tel kens zeven eikenhouten halffiguren, welke meer als bustes te beschouwen zijn. In de noorderzijbeuk zijn het voor al bisschopsfiguren en mannen, allen met een baard. In de zuiderzijbeuk vallen vooral narren op, verder een vrouwen figuur en een man met een kaproen. De beelden in de zijbeuken zijn aangebracht bij de bouw van dit deel van de kerk in het begin van de zestiende eeuw. Het werk in Sint Maartensdijk heeft minder monumentaliteit dan in de ande re kerken, maar een meer anekdotisch karakter. De kwaliteit is middelmatig. cm zijn ze duidelijk kleiner dan de beel den in de andere kerken. Ook hier ont breken de attributen van de apostelen, die - zoals dat te Kapelle het geval was door een gat in een der handen staken. De ondereinden van de tussenliggende gewelffibben vertonen fratskoppen. Aan elke zijde treffen we zo vier fratskoppen Kapelle, de apostel Johannes met de gifbeker. (Foto H. Janse, RDMZ) en drie beelden aan. Het thema apos telbeelden versus fratskoppen - is dus precies hetzelfde als in Kapelle. Hoog in de koorsluiting van de Sint Nikolaaskerk te Brouwershaven bevinden zich vast verbonden aan de uit omstreeks 1480 daterende kap twee schraagbeelden, volgens verschillende bronnen de apostel Jacobus Major en een bisschop, mogelijk de patroonheilige Sint Nicolaas, beiden onder een baldakijn. De beelden zijn fors van formaat, fraai gesneden en mild van uitdrukking. De kap mist de typische Zeeuwse constructiedetails en komt meer overeen met hetgeen in Holland gebruikelijk was. De vorm van de balda kijnen boven de beelden correspondeert echter niet met het Hollandse werk. Het is een blokvormig element, heeft pina kels op de hoeken, die een spitsboog met driepas insluiten waarboven zich regelmatig traceerwerlc bevindt. Er is ook de lezing dat Sint Petrus en Sint Paulus aanvankelijk de beschermhei ligen van de kerk waren (Kok, noot Yerseke, een van de beeldjes die na de ver woesting in mei 1940 nog overgebleven waren. (Collectie Joh. Eckhardt) 142). Op grond hiervan zouden de beel den als Sint Petrus (met bisschopsmijter) en Sint Paulus (in pelgrimskJedij) kunnen worden aangemerkt. Dit is zeker niet on waars ch ij nlij k Yerseke, interieur van het koor vóór de ver woesting in mei 1940. (Collectie Joh. Eckhardt) Kloetinge, apostelbeeldje. (Foto A. Koopman)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2008 | | pagina 17