6 keil. In Groede werd de achthoekige toren er later aan toegevoegd en die is nog volledig veertiende-eeuws. Van 1583 tot 1613 staat de kerk als ge volg van inundaties in zout water; een ijzeren bout in de torenmuur geeft nog altijd aan hoever het water tijdens vloed kwam. Het land ligt er verlaten, ontvolkt en geplunderd bij. De toren blijft vrij goed overeind, maar van de kerk zijn nog maar enkele brokstukken over. Dominee Hunnius, predikant te Oost burg in die tijd, schrijft over dit bewuste tijdsbestek: "Dat er te Oostburg de wol ven alle nagten qaumen drinken uit een put bij de markt. De ellende, armoede, hongersnood, pestilentiën en de sterften is ongelooflijk. Dat veelc schoone groote dorpen nu geheel verlaaten ende ver woest geworden sijn..." Cats als kerkmeester Tussen 1610 en 16 r 3 worden de polders van Groede herdijkt. De Oud Groesche Polder heeft ruim dertig jaar onder water gestaan maar is ondanks de inundaties weinig beschadigd. Men kan volstaan met het dichten van de gaten in de dijken en het weer in gebruik nemen van het land. Bij de landaanwinning tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609- 1621) spelen rijke Zeeuwse burgers een leidende rol. Zij kunnen enorme bedra gen investeren en daardoor grote projec ten uitvoeren. In Groede speelt bij de drooglegging de volksdichter, advocaat en staatsman Jacob Cats een belangrijke rol. In 16Ti geeft Cats de rechtspraktijk op om zich toe te leggen op de bedij king van Zeeuws-Vlaanderen. In de periode dat Cats in Groede verblijft, be woont hij de Catshoeve, net buiten het dorp. Middelburg blijft overigens zijn gevestigde woonplaats. Ook in de kerk speelt hij een leidinggevende rol als kerkmeester. In de kerk staan nog de preekstoel met de omringende dooptuin en de Catsbank die door nakomelingen van Jacob Cats aan de kerk in 1794 wer den geschonken. Dit niet uit liefde voor hun voorvader of voor de kerk in Groe de maar omdat 'vadertje' Cats dit zo bij zijn testament heeft beslist. Op de Cats bank bevindt zich het wapen van de familie Cats. Wat na de inundaties van het kerkge bouw was overgebleven, is voor het houden van kerkdiensten volledig on bruikbaar. De eerste hervormde diensten die vanaf juli 1613 weer plaatshebben, worden gehouden op de zolder van een particuliere woning. Door het toenemen van de bevolking is de zolder al snel te klein en verhuist men naar een nood kerk, een houten schuur die ten oosten tegen de vervallen kerk wordt opgetrok ken. Voor de parochie Groede valt het ver- De torenspits van de kerk, naar oud voorbeeld opnieuw opgebouwd na een brand in 1949. voorde som van 13.800,—. Een jaar later vindt de oplevering plaats. Tijdens de wederopbouw scheidt men de zuidbeuk van de kerk. Deze zuidbeuk wordt in gebruik genomen door de Walen en noemt men sinds die tijd de Franse kerk. Het ongemakkelijk samenleven van de Schade aan een zuilconstructie nabij de entree van de kerk. loop van de herbevolking te reconstrue ren. In 1623 telt de parochie alweer 670 inwoners, dertig jaar later is het inwo nertal gestegen tot ongeveer r.400. In een periode van een kleine veertig jaar is het gebied van Groede opnieuw bevolkt. Vanaf 1617 strijken hugenoten uit Rijssel (Lille) neer in Groede. Daar wordt in 1622 een Waalse kerk gesticht. In de eerste helft van de zeventiende eeuw bestaat de bevolking van Groede uit Vlamingen, Zeeuwen, Hollanders en emigranten uit Noord-Frankrijk. Onder dreiging van ziekten, natuurram pen en nog voortdurend oorlogsgeweld komt de restauratie van de kerk in eerste instantie nauwelijks op gang. Met de schuur heeft men zich een tijdje kunnen behelpen, maar door het binnendringen van regen en wind komt daar een einde aan. Rond 1624 wordt een gedeelte van de kerk gerepareerd, maar dit deel blijkt alweer snel te klein te worden voor de toenemende bevolking, zodat gedurende de dienst veel mensen buiten moeten staan. In 1632 komt er dan toch vol doende schot in de zaak. In dat jaar komt men met de voorbereidingen van de herbouw rond en op 28 januari 1633 wordt de opbouw van de kerk aanbe steed aan Pieter Taeijs uit Aardenburg 'Nederduitse' en de Waalse kerk in één gebouw en de kleurrijke geschiedenis van de Waalse predikanten is treffend beschreven door de bekende publicist J. de Hullu (De Waalse Kerk van Groede, T9ii). I11 1795 komt door maatregelen van de Franse Republiek de bezoldiging van de laatste omstreden predikant Bourdeau in gevaar en met zijn afscheid in 1808 is het feitelijk afgelopen met de Waalse gemeente in Groede. De scheidingsmuur blijft echter staan. Ook ruim een eeuw later verdwijnt die muur niet. Door de aanwijzing als Rode Kruisdorp is Groede zonder veel schade door de bevrijding van 1944 heengeko- men en is de kerk ook ongeschonden gebleven. Bij een restauratie in 197Ó wordt alleen het kerkgebouw gerestau reerd. De zuidbeuk heeft dan al een extra verdieping gekregen. Beneden wordt in de vroegere Waalse kerk onder meer voor jeugdwerk ruimte gevonden, boven zal een beeldend kunstenaar een atelier vestigen. De toren blijft buiten die restauratie. Wel is de torenspits na een brand in 1949 naar oud voorbeeld weer opge bouwd. Toch is dan al duidelijk dat de toren toe is aan een algeheel herstel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2008 | | pagina 6