Wijziging rijkssubsidie voor rijksmonumentale kerkgebouwen Leendert M. van der Gouwe 15 Op i februari 2006 is het Besluit rijks subsidiëring instandhouding monumen ten (Brim) in werking getreden. Het Brim geldt voor alle rijksmonumenten. In dit artikel zal het Brim worden toege spitst op de subsidies voor kerkgebou wen. Binnen nu en enkele jaren krijgen alle eigenaren van rijksmonumentale kerkgebouwen hiermee te maken. Aan de hand van dit artikel wordt een aantal zaken, waarmee de eigenaar rekening moet houden, nader toegelicht. Integratie regelingen Het Brim is in de plaats gekomen van de oude restauratieregeling, welke ondertus sen al is vervallen, namelijk het Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten 1997 (Brrm 1997) en de onderhouds regeling, namelijk het Besluit rijkssubsi diëring onderhoud monumenten (Brom), welke op termijn zal vervallen. Het Brim integreert aldus restauratie en onderhoud in één regeling. Deze inte gratie is ook de hoofdopzet van het Brim. Planmatige instandhouding Planmatig onderhoud is de beste garantie voor een langdurige instandhouding van een kerkgebouw. Hiermee worden, vaak dure, restauraties voorkomen en tevens de hiermee gepaard gaande verdwijning van monumentaal dan wel historisch materiaal. De Rijksdienst voor Archeo logie, Cultuurlandschap en Monumenten (racm) wil daarom gestructureerd plan matig onderhoud van kerkgebouwen door eigenaren stimuleren. Middels het Brim kan alleen subsidie worden ver strekt op basis van een meetj aren- instandhoudingplan voor een periode van zes jaar. Rol racm en nrf Subsidies op basis van het Brim kunnen rechtstreeks worden aangevraagd bij de racm. De betrokkenheid van provincies en gemeenten is hiermee voor subsidie verzoeken in het kader van de Brim ver vallen. Wel blijft de gemeente het aan spreekpunt voor een monumenten en/of bouwvergunning. De toegekende subsidies worden door de racm ver leend. Het Nationaal Restauratiefonds (nrf) zorgt voor het uitbetalen van de subsidies. De eigenaar aan wie een subsi die wordt toegekend, heeft recht op een rekening-courant faciliteit die het nrf biedt. Daarnaast kan het nrf zorgen voor voorfinanciering van subsidies en voor financiering van het niet gesubsidieerde deel van de instandhoudingskosten. Gefaseerde invoering Vanwegecdc beschikbare financiële mid delen voor de komende jaren zal het Brim voor de categorie 'kerkgebouwen', inclusief objecten en onderdelen, die voor subsidie in aanmerking komen gefaseerd worden ingevoerd. Het jaar van instroming is afhankelijk van het rijksmonumentennummer en is als volgt ingedeeld: 2009 rijksmonumentennummers 45.950 - 530.000; 2010 rijksmonumentennummers 1 - 26.099; 2011 rijksmonumentennummers 26.100 - 45-949- Eenjarige Brom-subsidie Voor eigenaren van kerkgebouwen welke nog niet in het Brim zijn inge stroomd, blijft de huidige eenjarige Brom-regeling bestaan voor die monu menten die nu ook voor deze regeling in aanmerking komen, en wel tot het jaar van instroom in het Brim. Bijvoorbeeld een eigenaar van een kerkgebouw dat in 2009 instroomt kan, mits het monument daarvoor op grond van het Brom in aan merking komt, voor onderhoudskosten gemaakt in 2009 tot 1 april 2010 bij de racm een Brom-aanvraag indienen. Tussen 1 april 2009 en 1 september 2009 kan de eigenaar dan een Brim-aanvraag indienen voor de jaren 2010-2015. Monumenten- en/of bouwvergunning Gemeenten blijven een coördinerende rol spelen in de monumentenzorg. Zij beoordelen of werkzaamheden aan een monument voldoen aan allerlei eisen en geven daarvoor zo nodig ook vergun ningen af. Het is aan te bevelen onge veer een halfjaar voordat het subsidiever zoek op basis van het Brim wordt inge diend, contact op te nemen met de gemeente en de beoogde werkzaam heden te bespreken. Vervolgens kan in goed overleg worden bezien of een monumentenvergunning en/of een bouwvergunning al dan niet noodzake lijk is. Als blijkt dat het plan in een later stadium bijgesteld moet worden, omdat er geen vergunning is afgegeven, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de sub sidie. Omgekeerd kan ook het geval zijn. Als een eigenaar voor een kerkgebouw subsidie krijgt, betekent dat niet dat de eigenaar hiermee ook toestemming heeft om de werkzaamheden uit te voeren. Voor het aanvragen van een lening is altijd een monumentenvergunning ver eist, tenzij van de gemeente een schrifte lijke verklaring wordt verkregen waaruit het tegendeel blijkt. Subsidiabele kosten Een eigenaar van een kerkgebouw krijgt alleen subsidie over de kosten die voor de instandhouding van een rijksmonu ment noodzakelijk worden geacht, voor zover de werkzaamheden ter uitvoering van het instandhoudingsplan sober en doelmatig zijn. De kosten die hieronder vallen, liggen vast in de Leidraad Brim subsidiabele instandhoudingskosten. Deze maximale subsidiabele kosten bedragen voor de categorie 'kerkgebouwen' voor een peri ode van zes jaar 100.000,—. Subsidiabele kosten grote projecten Een aantal kerkgebouwen is zo omvang rijk dat de instandhoudingsplannen van deze projecten zo grootschalig worden dat voor de instandhouding daarvan waarschijnlijk geen aanvragen worden gedaan, omdat voor de subsidiabele kos ten een maximumbedrag wordt vastge steld en omdat de financiële dekking van de subsidiabele kosten die niet door sub sidie worden gedekt, zeker moet zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen. Voor deze grote projecten geldt in het Brim een hoger maximum bedrag aan subsidiabele kosten. Als de subsidiabele kosten 700.000,— of meer bedragen over een periode van zes jaar, dan is het maximumbedrag aan subsidia-

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2009 | | pagina 15