16 bele kosten waarover subsidie kan wor den verstrekt i.ooo.ooo,— per be schermd monument. Hoogte van de subsidie De subsidie wordt verstrekt op basis van een instandhoudingsplan voor zes jaar over de subsidiabele kosten voor instand houding. Voor 'kerkgebouwen' geldt een maximumbedrag aan subsidiabele kosten en een subsidiepercentage. Er wordt onderscheid gemaakt tussen eige naren die wel een fiscale aftrek hebben voor onderhoudskosten en eigenaren die daar niet voor in aanmerking komen. Eigenaren die geen fiscale aftrek hebben dit betreft de meeste eigenaren van kerkgebouwen krijgen tien procent meer subsidie. Indien een kerkgebouw deel uitmaakt van een complex, komt deze altijd in aanmerking voor het hoge re subsidiepercentage dat voor de cate gorie 'kerkgebouwen' is bepaald. Een complex is als zodanig omschreven in het monumentenregister. De subsidie percentages van de categorie 'kerkge bouwen' betreffen: 55% bij recht op fiscale aftrek van onderhoudskosten; 65% bij geen recht op fiscale aftrek van onderhoudskosten; 65% bij aangewezen organisaties voor monumentenbehoud; 30% bij decentrale overheden. In het Brim is een drempelbedrag opge nomen. De subsidie mag niet minder bedragen dan 1.200,—, gerekend over de totale periode van zes jaar. Afstemming eigenaren Per monumentennummer kan een aan vraag om subsidie op basis van het Brim worden ingediend. In Zeeland is er een aantal kerkgebouwen, waarbij de kerk eigendom is van het kerkbestuur en de toren van de burgerlijke gemeente. Indien zowel de kerk als de toren een eigen monumentennummer heeft, kan door beide eigenaren een subsidiever zoek worden ingediend. Om tot een overtuigende aanvraag te komen, is afstemming aan te bevelen. Als het gaat om een kerkgebouw met één monu mentennummer kan men één aanvraag indienen en zal men onderling de ver rekening moeten regelen. Men zal in het periodiek instandhoudingsplan aan moe ten geven welk deel van welke eigenaar is. Op basis van deze gegevens zal de racm een subsidie met de juiste bijbeho rende percentages afgeven. Dit betreft voor het kerkbestuur 55% of 65%, afhan kelijk van de fiscale aftrekbaarheid, en 30% voor de gemeente. Indien het ge hele kerkgebouw, kerk en toren, één monumentennummer en één eigenaar kent, kan slechts één verzoek worden ingediend. Op basis van de maximaal toegekende subsidie zal het gehele kerk gebouw moeten worden onderhouden, eventueel aangevuld met eigen middelen boven op de eigen subsidiedekking. Instandhoudingsplan Voor het aanvragen van subsidie heeft een eigenaar een periodiek instandhou dingsplan (pip) per monument nodig voor een periode van zes jaar. Het pip bestaat uit de volgende onderde len: subsidieaanvraag middels vastgestelde formulieren; bouwkundig inspectierapport; overzicht van de aard en omvang van de voorgenomen werkzaamheden; bestek of werkomschrijving; meeijarenplan; meeijarenbegroting; financieel dekkingsplan; overzichts- en detailfoto's; eventuele andere bescheiden die in het aanvraagformulier worden aangegeven. Inspectierapport of nulmeting Een periodiek instandhoudingsplan moet gebaseerd zijn op een bouwkundig inspectierapport of nulmeting. Deze meting is de basis voor het instandhou dingsplan. Het moet een compleet beeld geven van de technische staat waarin het monu ment of complex zich bevindt. Niet alleen de gebreken, maar ook de oorzaak en de gevolgen moeten in beeld worden gebracht. Gebaseerd op de bevindingen dient het rapport adviezen te bevatten over de maatregelen in volgorde van prioriteit met een indicatie van de ter mijnen voor het uitvoeren ervan. Het rapport of O-meting moet opgesteld worden door een onafhankelijke deskun dige. De gebruikelijke opzet van de rap portage van de Monumentenwacht vol doet in hoofdlijnen aan de eisen die gesteld worden aan een bouwkundig inspectierapport of o-meting. Deze rap portage behoeft wel aanpassing ten op zichte van de gebruikelijke reguliere rap portage. De rapportage mag niet ouder zijn dan twee jaar. Financieel dekkingsplan De subsidie wordt alleen verleend als de eigenaar kan aantonen het eigen aandeel over de periode van zes jaar te kunnen betalen of te financieren, naar genoegen van de racm. Dit noemt men de zeker stelling. In principe volstaat de verklaring op het aanvraagformulier. Deze wordt beschouwd als een intentieverklaring. Bij het nrf zijn mogelijkheden aanwezig 0111 eventueel op verzoek het eigen aandeel te financieren en de instandhoudingskos- ten boven het plafondbedrag. Financieel overzicht De meeste kerkbesturen in Zeeland heb ben geen recht op fiscale aftrek van de onderhoudskosten en komen hiermee in aanmerking voor een subsidiepercentage van 65%. De maximaal subsidiabele kos ten, met uitzondering van de grote pro jecten, bedragen 100.000,- per zes jaar. Dit betekent dat maximaal 65.000,— subsidie verkregen kan worden per zes jaar. Blijft over een eigen dekking van 35.000,— per zes jaar. Aanvullende subsidies Gelet op de komende veranderingen en de ongunstige financiële toekomst van de meeste kerkbesturen, is het aan te raden nu reeds informatie in te winnen bij de gemeente en de provincie om te bezien in hoeverre deze instanties bereid zijn om het eigen aandeel ten behoeve van de dekking te subsidiëren. Als voor beeld wordt verwezen naar de gemeente Borsele die voornemens is om per goed gekeurd periodiek instandhoudingsplan van een kerk maximaal 17,5% van de maximaal subsidiabele kosten van 100.000,— per zes jaar te subsidiëren. Indien ook de provincie Zeeland een zelfde subsidieregeling ontwikkelt, bete kent dit dat een kerkbestuur in totaal 100.000,— subsidie kan verkrijgen voor het instandhouden van een kerk. Hier mee is dan het eigen aandeel voor de racm zekergesteld. Daarnaast treedt de gemeente Borsele faciliërend en coördi nerend op voor de kerkbesturen ten aan zien van het opstellen van de periodieke instandhoudingsplannen en de subsidie verzoeken. Bronnen: Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurland schap en Monumenten; Nationaal Restauratiefonds; Gemeente Borsele.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2009 | | pagina 16