8
slag is opgenomen in de inleiding die de
Middelburgse dominee Jacobus Willem-
sen in 1720 schreef bij Petrus Immens'
postuum uitgegeven De Godvruchtige
Avondmaalganger."
Willemsen schrijft in 1720 over de
opvoeding van de kinderen Immens dat
deze "deftig en niet min tederhartig"
leert, zeide hy, de Kinders zwygen;
inzonderheid in de tegenwoordigheid
van hunne meerderen. Als zy deze les
kennen, prent hen dan vervolgens in,
niet te spreken, als met bedachtzaam
heid, zowel van 't geen zy spreeken, als
voor wien zy spreeken."" In onze 21ste-
eeuwse ogen lijkt de opvoeding erg
Jacobus Willemsen (1698-1780), die het werk
van Immens bezorgde. (Zeeuws Archief, Zelandia
lllustrata IV, nr. 937)
was.'0 Geen van de kinderen durfde in
de aanwezigheid van de ouders te spre
ken. Zelfs de oudste zoon, die inmiddels
al aan de Utrechtse Hogeschool studeer
de, waagde het bij thuiskomst niet te
spreken "tot dat hem zyn Vader zelf daar
toe vryheid vergunde en tot hem zeide:
Zoon, nu is 't u geoorlootd te spree
ken." Volgens Willemsen volgde vader
Immens zo "de les van Vader Tillotson,
die den Ouderen dezen liefderaad gaf;
streng, maar binnen de historische peda
gogiek leeft de opvatting dat het juist de
piëtisten zijn die als eersten oog hadden
voor het eigene van het kind. Gezien de
vermelding door Willemsen, werd ook
111 zijn tijd de opvoeding van de kinde
ren Immens als opmerkelijk en vermel
denswaardig gezien."
Willemsen schrijft over Robertus
Immens: "[hij] toonde al vroeg beginsels
van Godvrucht, die ter tyd als hy op
Utrechts Hooge Schoole zyne letteroefe
ningen voortzettede, reeds zoo doorbra
ken, dat door zynen ernst, sommigen
zyner medeleerlingen tot eenen heiligen
nayver wierden opgewekt." In de regis
ters van ingeschreven studenten aan de
universiteit van Utrecht komt echter
geen Robertus Immens voor." Ook het
Utrechtse Album Studiosorum en het
Album Promotorum maken geen melding
van de aanwezigheid van Robertus
Immens." Inschrijven kostte geld en
zonder inschrijving konden toch zowel
de publieke als de privaatcolleges bij de
hoogleraren aan huis gevolgd worden. Er
waren geen vaste studieprogramma's aan
de universiteiten. Ieder kon naar eigen
keuze colleges in het auditorium of aan
huis bij een hoogleraar bijwonen. Het
behalen van een academische graad was
duur en voor theologen van minder
belang. Als ze een getuigschrift van hun
professoren konden laten zien, het zoge
noemde testimonium academician, konden
ze toegelaten worden voor het prépara
toir examen op de classis. Van de bijna
vijfduizend academische graden die in de
achttiende eeuw in Utrecht behaald wer
den, ging slechts één procent naar de
aanstaande predikanten. Studenten hiel
den wel vaak een disputatie. Ze verde
digden dan in het openbaar een stelling
die vaak door hun hoogleraar was ge
schreven. Als ze dat pro gradu wilden
doen, kostte dat een behoorlijk bedrag."
De geloofsijver die Immens tijdens zijn
studie toonde, beleed hij even vurig in
zijn eerste beroeping in Sint Anna ter
Muiden. Een van de zaken waarvoor
Robertus Immens vooral werd geprezen
was zijn nimmer aflatende evangelisatie
drift. Opvallend genoeg vermeldt
Willemsen niet Immens' inzameling
voor Diksmuide, terwijl dit toch fraai
getuigde van zijn dadendrang op het
evangeliseringsvlak.
Dezelfde evangelisatiedrang maakte vol
gens Jacobus Willemsen dat de gerefor
meerde gemeente onder Robertus
Immens' leiding in aantal toenam. De
toestroom zou het gevolg zijn van "eene
menigte van vluchtelingen, die, om vry
heid van Godsdienst, uit Vrankryk aan-
gekoomen, zich aldaar, met der woon
hebben nedergezet. Deeze, zeer yverig
en tot beschaming van anderen neerstig
in het werken om de spys, die vergaat,
misbruikten ondertusschen de vryheid
van Godsdienst, die zy gezocht en nu
verkreegen hadden, tot zorgeloosheid,
wierden laauw en ongodsdienstig, ja
afkeerig van den emstigen en overtui
genden aandrang van den Heere Immens
op de noodzakelykheid van waare herts-
veranderinge door den Heiligen Geest in