9 Sint Anna ter Muiden ondersteunen Janssens veronderstelling niet. In 1676 wordt door Immens in het Actaboek slechts eenmaal melding gemaakt van een vluchteling "die om de religie uyt Dixmuyden tot ons overgekomen" was.'8 Wanneer we Willemsen in zijn tekst over de aanwas van de gereformeerde de wedergeboorte, waar in zyn Eerw. zoo wel by de huizen als in het open baar, voor hun betuigde van het geloove in Christus en het eeuwige belang, dat zy 'er by hadden.""' Dit lijkt opmerkelijk omdat de herroe ping van het Edict van Nantes, met als gevolg een grote vluchtelingenstroom, overigens nog niets zegt over het waar heidsgehalte van de daden die Willemsen aan dominee Immens toedicht. De groep vervolgden was in 1637 en 1638 gedu rende de Nederlandse Opstand, in Sint Anna ter Muiden beland."1 Het aantal nieuwe inschrijvingen in de kerk in deze jaren is beduidend hoger dan in andere pas in 1685 plaatsvond. In het in 1850 uitgegeven St. Anna ter Muiden beschouwd als plaats, sedert het ontstaan der stad Mudc in 1241 plaatst de auteur, dominee H.Q.Janssen, zijn vraagtekens bij de afkomst van de vluchtelingen. Janssen veronderstelde dat Johannes Willemsen een fout heeft gemaakt en feitelijk Vlaamse vluchtelingen bedoelde. Tijdens Immens' verblijf in februari en maart 1676 te Diksmuide als legerpredikant van het regiment van kolonel Mauregnault zou hij veel nieuwe zielen hebben ge wonnen voor het 'ware geloof. Janssens gedachtegang volgend zou dit betekenen dat de Vlaamse geloofsvluchtelingen van wege het geloof huis en have hadden verlaten, in Sint Anna aangekomen zich van de kerk afkeerden en vervolgens door dominee Immens weer de kerk werden binnengevoerd. Dit alles zou zich moeten hebben afgespeeld tussen maart 1676 en de dood van Immens in oktober 1677 en is dus niet erg waar schijnlijk. Ook de notulen van de kerkenraad van gemeente van Sint Anna met de (ver meende) Franse geloofsvluchtelingen volgen, schrijft hij hierover: "En, schoon zy zich, onder voorwendsel van de bezigheden van hun beroep en noodige kostwinninge, aan hem en aan het woord zyner vermaaninge zochten te onttrekken, zoo stelde hy zich zoo dienstbaar, met oogmerk, 0111 hen uit hunne valsche steunselen uit te dryven en hunne zielen voor God en Jezus te winnen, dat hy zich by den ploeg en ander akkerwerk op het Land liet vin den, leerende hen en venmanende met alle biddingen en smekingen in den Heere Jezus, hoe zy wandelen moesten en Gode welbehaagelyk dienen met eer- biediginge en met Godvruchtigheid. De vrouwen sprak hy aan bij de karnton, terwyl zy bezig waren, om boter te kar nen, of in andere noodige huiszorgen. Daar bepaalde hy ze tot zich zelve en onderwees haar in de groote zaake betreffende hare eeuwige behoudenis."'9 De groep vluchtelingen waar Willemsen op doelde heeft wel degelijk bestaan, wat jaren. De meesten onder hen kwamen met attestatie uit de "gemeente tot Marck", waar het nabij het Noord-Fran se Calais gelegen Mare zal zijn bedoeld.' Robertus Immens en de vinger Gods Intrigerend is dat toen Robertus Immens amper een jaar in Sint Anna ter Muiden predikte, de zware storm op 4 en 5 november 1675 op de Zeeuws-Vlaamse kust beukte. Tijdens dit natuurgeweld werd de kerk van Sint Anna ter Muiden op 5 november getroffen door een blik seminslag. De schade was enorm. Immens schreef hierover: "Waarlick was dit niet anders als de vinger Gods: het voorval weerdig hier ter gedagtenis geteeckent te staan. Want de Heere de God is, die sijne stemme geeft, door een gedruijs van wateren in den hemel als hebbende doort optrecken der (sulphuri- De kerk van Sint Anna ter Muiden, voor de restauratie van 1902-1913. (Zeeuws Archief)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2009 | | pagina 9