13 wijn, dochter van Olivier van Halewijn en Marguerite de la Clyte. Uit dit huwe lijk werden drie kinderen geboren, Wolfert VI, Margareta en Anna. Daar naast zijn er nog vier bastaardkinderen van Hendrik n bekend. In 1445 werd Hendrik 11 ridder in de Orde van het Gulden Vlies, de in 1430 De Van Borselens, in beeldvorm verenigd, staand aan de gevel van het stadhuis van Veere. (Foto W. Riemens, uit Pieter Fagel, Zeven eeuwen Veere, blz. 20) door Filips de Goede ingestelde prestigi euze orde, waartoe slechts een select gezelschap van Europese edelen was uit verkoren. Hij werd in 1446 door koning Karei vu van Frankrijk aangesteld als admiraal van de zee (lieutenant general sur Ie fait de la guerre de la mer) en later door Philips 111 van Bourgondië als admiraal van de zee van Zeeland en Vlaanderen. In 1453 ver pandde Philips lil voor een periode van zeventien jaar Vlissingen, Westkapelle en Domburg aan Hendrik 11 om geld bij elkaar te krijgen voor de onderdrukking van de Gentse opstand. Mede hierdoor kon Hendrik zijn macht flink uitbreiden. Vanwege het bezit van Veere kon hij Middelburg van drie kanten afsluiten van de zee. Hij controleerde zo de rede van Walcheren en de havens van Vlissingen en Arnemuiden. Met ook nog het bezit van Veere en Brouwershaven had hij een bijna onaantastbare positie verwor ven in het maritiem-economische en politieke leven van de Bourgondische Nederlanden. Vanuit zijn bezittingen beheerste hij de Zeeuwse kustwateren, de eilanden en de monding van de Schelde. Hij bezat een eigen koopvaar dijvloot en voerde zelfstandig kaperoor- logen. Zijn handels- en kapersactiviteiten strekten zich uit van Schotland en de Oostzee in het noorden tot Bretagne in het zuiden. Al deze ondernemingen brachten hem in contact met tal van vorstelijke hoven. In 1467 kocht hij de graafschappen Grandpré en Champagne. Hendrik n van Borselen kocht van Johan van Renesse van Everingen zijn deel van het ambacht in Baarland. De eigendom in het ambacht Baarland van de familie Van Renesse vermeerderde daarna niet, omdat deze niet aan de bedijkingsactivi teiten deelnamen en dus niet meedeel den in de nieuw ontstane polders. Dit was enerzijds te wijten aan de steeds kleinere ambachtsporties door vererving binnen de familie en anderzijds doordat het grootste deel van de tak ken van de Van Renesses buiten Zeeland woonde. Hendrik 11 van Borselen investeerde veel in het be dijken, waardoor zijn deel steeds groeide. Het am- bachtsdeel van Baarland van Hendrik 11 van Borselen komt vele jaren later terecht bij Jacqueline de Smit, Am bachtsvrouw van Baarland. Wolfert VI van Borselen, burggraaf van Bouchane en Grandpré, heer van Veere en Sandenburgh Wolfert vi van Borselen (1433-1487), burggraaf van Bouchane (Schotland) en Grandpré, heer van Veere en Sandenburgh, Fallais, Lupemiën, Haamstede en Groote Broegel, Vlissingen, Westkapelle, Domburg en Brouwershaven, werd admi raal van de zee van Zeeland, Holland en West-Friesland.8 Wolfert vi was de zoon van Hendrik 11 van Borselen. Door de goede relaties van zijn vader en diens strategische huwe lijkspolitiek kon Wolfert vi in 1444 in het huwelijk treden met de Schotse prinses Maria Stuart, dochter van de Schotse koning Jacobus 1 Stuart. Door zijn huwelijk met Maria werd hij tevens burggraaf van Bouchane. Uit het huwe lijk werden twee zonen geboren, Caro- lus, die stierf op dertienjarige leeftijd, en Ludovicus, overleden als kind. Echtge note Maria Stuart stierfin 1465 en werd begraven in de Grote Kerk te Veere. In 1468 trouwde Wolfert vi, voor de tweede keer, met Charlotte van Bour- bon-Montpensier. Uit dit huwelijk zijn vier dochters bekend: Anna, Margriete, Marie en Johanna. I11 1474 overleed zijn vader Hendrik 11.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2009 | | pagina 13