15
admiraal-generaal van de Nederlanden,
een ambt vanwaaruit ze als plaatsvervan
ger van de vorst konden optreden voor
de uitvoering van de maritieme zaken.
Uit het huwelijk van Anna en Philips
kwamen drie kinderen voort: Anne,
Charlotte en Adolf, die in 1489 werd
geboren.
Tekening van kasteel Sandenburgh, dat in de
bloeitijd groot en imposant moet zijn ge
weest, en voorzien van vele kunstschatten.
(Kopie uit 1701 van een tekening van Is.
Hildernisse)
Als erfopvolger kreeg Adolf onderwijs
van Jacob Badt (Battus), een goede
vriend van Desiderius Erasmus. Uit een
aantal bewaard gebleven brieven blijkt
dat er vanaf het jaar 1500 contacten
waren tussen Erasmus en Anna. Erasmus
zocht, zoals gebruikelijk in die tijd, een
mecenas om het hem mogelijk te maken
naar Italië te reizen om daar te promove
ren, want alleen zo'n doctorsbul was
toen van belang.
Uit een rentmeestersrekening van
ambachtsheren van 1493-1494 is bekend
dat Philips en Anna ambachtsheerlijke
bezittingen hadden in Baarland van ruim
717 gemeten.'! Hiermee stonden zij op
de tweede plaats als portionaris van het
ambacht Baarland.
Philips overleed in 1498 op 38-jarige
leeftijd. Anna hertrouwde in 1502 met
de berooide edelman Lodewijk van
Montfoort. Dit zeer tot ongenoegen van
de familie van haar eerste man, met als
gevolg allerlei processen. Erasmus zag
zijn financiële hulp 111 rook opgaan en
noemde Anna's nieuwe echtgenoot dan
ook een 'knap ventje' (bellus ille homuncu
lus). Het contact van Erasmus met de
familie bleef wel in stand; nog in 1514
bezocht hij zoon Adolf. Het huwelijk
van Anna met Lodewijk van Montfoort
heeft niet lang geduurd, want in 1505
overleed hij. Ook brandde in dat jaar
kasteel Sandenburgh gedeeltelijk af,
waarbij vele kunstschatten verloren gin
gen. Het machtige kasteel is daarna nooit
meer in oude luister hersteld. In 1515
heeft Anna op Sandenburgh nog wel de
toen vijftienjarige Karei v ontvangen.
Die bezocht in dat jaar Zeeland tijdens
zijn inhuldigingstocht als heer der
Nederlanden.
In het najaar van 1518 werden Amemui-
den en Veere zwaar getroffen door de
pest. In een poging om de ziekte te ont
lopen vertrok Anna naar Domburg waar
zij verbleef tot de winter, om daarna
terug te keren naar Sandenburgh. Daar
werd zij ziek en overleed op 15 decem
ber 1518.
Adolf van Bourgondië, heer van Veere en
Sandenburgh, Beveren, Vlissingen, West-
kapelle, Domburg, Brouwershaven, enz.
Adolf van Bourgondië (1489-1540)
trouwde in 1509 met Anna de Glymes,
ook wel Anna van Bergen, dochter van
Johan m de Glymes, markies van Bergen
op Zoom. Uit het huwelijk werden zes
kinderen geboren: Philips, Maximiliaan,
Anne, Henri. Jacoba en Anthonia, van
wie Philips en Henri jong overleden.
Daarnaast had Adolf nog een bastaard
zoon van Anna de Ranter, Philips van
Bourgondië van Beveren. Door deze
bastaardzoon is Adolf de grootvader van
Jacqueline de Smit, Vrouw van Baarland.
Evenals zijn overgrootvader Hendrik 11
van Borselen en zijn grootvader Wolfert
vi van Borselen werd Adolf van Bour
gondië ridder in de Orde van het Gul
den Vlies, in 1516. Hij
was grootbaljuw van
Henegouwen en
admiraal-generaal der
Nederlanden. Vanuit
het laatstgenoemde
ambt bouwde hij van
uit de haven van Vee
re de oorlogsvloot
verder uit voor Karei
v van Oostenrijk.I+
Adolf is van grote
maritieme betekenis
geweest voor Zeeland,
doordat hij met deze
oorlogsvloot de vis
sers, met name de
haringvangst, de
koopvaardij, de zee
vaart en de kust be
schermde. Hierdoor
kon in Zeeland de handel over zee tot
grote bloei komen.
Maar Zeeland kende in die periode ook
grote problemen. De stormvloed op
zaterdag 5 november 1530, 'Sint Felix
quade saterdach', was catastrofaal. Adolf
van Bourgondië berichtte op 11 novem
ber aan de ontvanger-generaal van de
Financiën: "Geheel Zeeland ligt met de
zee gemeen; Vlaanderen heeft evenals
Holland en alle andere kustgebieden
grote schade geleden. Er zal in Zeeland
geen schot kunnen worden geheven. Of
er genoeg geld is om de dijken te her
stellen, als deze tenminste nog herstelbaar
zijn, weet ik niet." Er was nauwelijks
sprake geweest van herstelwerkzaam
heden van enige omvang, toen op 2
november 1532 Zeeland en omliggende
gebieden opnieuw door een zware
stormvloed werden getroffen. Het be
langrijkste gebied dat uiteindelijk geheel
aan de golven moest worden prijsgege
ven, was Zuid-Beveland beoosten Yerse-
ke, het land en de stad van Reimerswaal.
Ook in Baarland waren vele polders
ondergelopen en de polders van
Stuivezand waren allemaal verdronken.
In de zomer van 1533 brandde de kerk
van Baarland ten gevolge van bliksemin
slag voor het grootste deel af. Ook een