Restauratie van de Grote of Mariakerk en toren te Nisse (deel 1) 10 L.M. van der Gouwe Op woensdag 17 maart 2010 was het eindelijk zover. Na een jarenlange voorbereiding om de kerk en toren te restau reren werd de officiële start handeling verricht door de commissaris van de Koningin in Zeeland, mevrouw drs. K.M.H. Peijs. De haan kwam via de bouwlift naast de toren naar beneden en werd officieel overhandigd aan mevrouw Peijs door mevrouw J. Nieuwenhuijse-de Schipper, voorzitter van het college van kerkrentmeesters van de Protestantse gemeente Nisse en de heer J. Zandee, wethouder van de gemeente Borsele. Mevrouw K. Peijs sprak haar waardering uit over de dorps gemeenschap Nisse die met een bruisend verenigingsleven mensen bindt en ver bindt. Door tal van vrijwilligers worden gezamenlijk de schouders eronder gezet en acties ondernomen om geldelijke middelen bij elkaar te krijgen. Hierdoor is de kerk geadopteerd door de samen leving en kan een restauratie van deze omvang gestart en uitgevoerd worden. Eigendom van kerk en toren I11 de Staatsregeling van 1798 werd de eigendom van de kerk en toren gesplitst.' Zie hiertoe "De eigendom van de kerk torens in Zeeland (deel 1)" van G.J. Lepoeter in dit Bulletin. De toren werd door deze regeling eigendom van de burgerlijke gemeente en hiermee kwam, vanaf dat moment, ook het onderhoud voor rekening van de gemeentelijke begroting. Deze eigendomssituatie is tot op heden zo geregeld. Dit betekent dat de kerk eigendom is van de protestantse gemeente Nisse en de toren van de gemeente Borsele, terwijl het fysiek één gebouw is. Door de gescheiden eigen dom, waarbij zowel de kerk, alsmede de toren een zelfstandige plattegrond heeft ter plaatse van het maaiveld, zijn de beide bouwwerken als individuele objec ten opgenomen in het monumenten- register. Kerk en toren hebben dus ieder hun eigen monumentennummer.2 Dit had zo zijn gevolgen voor de subsidie aanvragen. Commissaris van de Koningin in Zeeland, mevrouw drs. K.M.H. Peijs neemt de haan in ontvangst van de heer J. Zandee en mevrouw J. Nieuwenhuise-de Schipper. (Foto W.A. Wieten) Subsidietraject Brrm-1997 Daar de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed de beide gebouwen als indivi duele objecten beschouwt, moest voor zowel de kerk als de toren een apart sub sidieverzoek worden ingediend.' Omdat beide gebouwen in een slechte bouw kundige staat verkeren, was een groot schalige restauratie voor kerk en toren noodzakelijk. Omstreeks 2000 zijn hier toe de eerste aanzetten gegeven en heb ben het college van kerkrentmeesters en de gemeente Borsele afspraken gemaakt om gezamenlijk op te trekken in dit proces.t Op dat moment hadden we te maken met het Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten (Brrm-1997). Hiervoor moest de gemeente een meer jarenprogramma opstellen, waarin de monumenten opgenomen waren die in technische zin matig en slecht waren en waarvan binnen een periode van zes jaar restauratie werd overwogen. Om de bouwtechnische kwaliteit van een monument objectief te kunnen beoor delen was er een stelsel van criteria ontwikkeld, de zogenaamde behoefte raming. De meerjarenprogramma's moesten ieder jaar door de gemeentes bij de provincie Zeeland worden ingediend. Van alle meerjarenprogramma's maakte de provincie een provinciaal uitvoerings programma, waarbinnen de monumenten op basis van de behoefteraming werden geprioriteerd. De provincie bepaalde vervolgens aan de hand van de behoefte raming, welke subsidieverzoe ken er werden gehonoreerd en welk budget deze kregen toe gewezen op basis van de door de Rijksdienst voorat vastge stelde subsidiabele restauratie kosten. Net toen de kerk en toren van Nisse boven aan de prioriteitenlijst van de provin cie stonden kwam de Brrm- regeling te vervallen en werd deze opgevolgd door het Besluit rijkssubsidiering in standhouding monumenten (Brim). Subsidietraject Brim (Rrwr 2006) De reguliere Brim-regelmg leende zich ten tijde van de invoering niet voor grootschalige restauraties, omdat voor de maximale subsidiabele restauratie kosten een plafondbedrag van slechts 100.000,00 was ingesteld. Om toch tegemoet te komen aan de restauratie achterstanden werden er een aantal achterstandenregelingen bedacht. De subsidieverzoeken voor de kerk en de toren werden geactualiseerd, aangepast en ingediend, vóór de tatale datum van 1 september 2006, bij de Rijksdienst met het verzoek om in aanmerking te komen van de op artikel 43 van het Brim gebaseerde Regeling rijkssubsidiëring wegwerken restauratieachterstand 2006 (Rrwr 2006). Op 20 december 2006 werden de positieve beschikkingen bekendgemaakt tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Grote of Sint Nicolaaskerk in Monnickendam. Aan de vertegenwoordigers van bijna zestig monumenten werd door de heer K. de Ruiter, directeur van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, een totaal bedrag van 32,9 miljoen aan subsidies overhandigd. De gemeente Borsele was in jubelstemming, zij kregen 799.905,00 subsidie voor de toren overhandigd, zijnde 70% van de subsi diabele kosten van 1.142.722,00. Het college van kerkrentmeesters van Nisse was niet uitgenodigd voor de genoemde bijeenkomst. Zij kregen een dag later een beschikking op de deurmat met een afwijzing. De totale restauratiekosten zaten onder het drempelbedrag, zodat

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2010 | | pagina 10