10
Schematische opbouw van de toren te Veere, westzijde.
(Noot 1, Bouwhistorische documentatie, deel 2, pag. 316)
(Noot 1Bouwhistorische documentatie, deel 2, pag. 317)
7. GAK. archief Hervormde Gemeente Schore,
inv. nrs. 140, 144.
8. GAK, archief gemeente Kapelle, periode
1930-1969, voorl. inv. nr. 326.
Veere (gemeente Veere),
toren bij de (voormalige) N.H. kerk1
Hoewel altijd een kleine stad gebleven,
is Veere door de haringvangst en de
handel met Schotland tot grote bloei
gekomen. Midden zestiende eeuw, toen
de stad officieel een Schotse stapelplaats
en tevens zetel van de Zeeuwse Admira
liteit werd, was voor Veere het toppunt
van de roem bereikt. Vanaf rond 1700 is
door een hardnekkige economische
recessie het aanzien en de welvaart van
Veere voortdurend bergafwaarts gegaan.
Dit leidde tot een forse bevolkingsafname
met leegstand, afbraak van huizen en
verpaupering. Nadat in de tweede helft
van de negentiende eeuw een dieptepunt
werd bereikt, zorgde de ontdekking van
Veere door kunstenaars in het begin van
de twintigste eeuw en later door toeris
ten voor een geleidelijke kentering.
De eertijds aan Onze-Lieve-Vrouwe ter
Sneeuw gewijde Grote Kerk staat er nu
als een stille getuige van de gloriedagen
van weleer. Het is een forse, in natuur
steen uitgevoerde driebeukige basilikale
kruiskerk, die dominant het beeld van
het nu pittoreske stadje beheerst. Aan
de deels ingebouwde toren van twee ge
ledingen met haakse steunberen en twee
ingebouwde traptorens is direct te zien
dat de Veerenaren destijds grootse plan
nen hadden. De toren moest tweemaal
zo hoog worden, maar voor het zover
kon komen was het verval van de stad
al ingezet. In 1686 brandden schip en
transept uit waarbij de gewelven ver
loren gingen. Bij het herstel kreeg de
toren zijn huidige koepeldak en daar is
het bij gebleven.
Op 31 juli r8oy was het, wat betreft het
gebruik voor de eredienst uitgezon
derd de allang afgescheiden koorpartij
met de Grote Kerk gedaan. Het bom
bardement van de Engelsen tijdens de
invasie richtte aanzienlijke schade aan.
Het Engelse leger richtte de kerk in als
kazerne en hospitaal. Na een halfjaar
was de Engelse bezetting voorbij, maar
daarna waren het de Fransen die beslag
op de kerk legden om er op hun beurt
een hospitaal in te vestigen. Door het
dichtmetselen van de ramen, het aan
brengen van vier verdiepingsvloeren en
het onherstelbaar beschadigen van het
interieur werd het gebouw in die tijd
volledig verminkt.
In 1817 werd de kerk aan de Hervormde
Gemeente teruggegeven. Men had door
de teruggang van het ledental het grote
gebouw voor de eredienst evenwel niet
meer nodig. In 1818 nam de koning het
besluit de kerk te laten inrichten als pro
vinciaal bedelaarswerkhuis. Het werd op
12 september 1823 als zodanig geopend.
I11 1827 werd het werkhuis alweer op
geheven en kwam de kerk opnieuw in
handen van de Hervormde Gemeente.
Deze wist er geen raad mee, met
het gevolg dat de volgende twee jaar
de afbraak van het indrukwekkende
bouwwerk bijna een feit werd.
Toen de kerkvoogden op liet punt ston
den 0111 de kerk bij openbare veiling
voor afbraak te verkopen, kwam de
gemeente Veere eigenaar van de toren
in het geweer. Burgemeester en wet
houders richtten zich op 9 juni 1829 met
een uitvoerig pleidooi tot de gouverneur
van de provincie Zeeland: 'Was het voor
ons en voor veele onzer ingezetenen,
welke zich de belangen van deze zoo zeer
door den tijd verarmde en ten achter
uitgegaan zijnde stad nog al aantrekken,
geene kleine teleurstelling te moeten
vernemen, dat het voormalig groot kerk
gebouw aan de kerkelijke admini-