13
om de toren 'in behoorlijken staat' terug
te geven of voor iedere dag dat de Staat
nalatig bleef f 25,— te betalen, omdat de
gedaagde 'eigendunkelijk van denzelven
(de toren) gebruik maakt en de houding
aanneemt daarvan eigenaar te zijn'. De
Staat beweerde sedert 1816 eigenaar te
zijn. Was dit arrogantie, kortzichtigheid
of gewoon gemakzucht? Zeker geen
onbekendheid met het additionele artikel
6 bij de Staatsregeling 1798, waarbij ook
voor deze toren was bepaald dat de
eigendom bij de burgerlijke gemeente
berustte.
De gemeente hield onverkort aan haar
opvatting vast en stelde dat de plaatsing
van het kustlicht had plaatsgevonden
'onder haar stilzwijgend gedoogen'.
Gaandeweg werd duidelijk dat het stand
punt dat door de Staat was ingenomen,
niet overeind bleef. Er was geen rechts
grond voor. Niettemin was het ondenk
baar dat de ideale plaats van het kustlicht
prijsgegeven zou worden. Om uit de
impasse te komen moest er dus een offi
ciële eigendomsoverdracht plaatsvinden.
Als uitgangspunt hiervoor gold een op
29 september 185 5 door een drietal
deskundigen uitgebracht rapport. Hierin
werd de waarde voor afbraak van de
toren, met de grond waarop die was
gebouwd - uitgezonderd het op de
toren staande kustlicht bepaald op
f 7.289,50. Op basis van dit rapport
vond op 3 november 1855 voor een
bedrag van f 12.619,94 de overdracht
van de eigendom aan de Staat plaats.-1
Deze kapitale som werd door de
gemeente voor het grootste deel gereser
veerd voor toekomstige investeringen.
Omdat de toren uitsluitend bereikbaar
was via het omringende kerkhof eigen
dom van de Hervormde Gemeente, sloot
de Staat in 1855 met de kerkvoogden
een overeenkomst waarin de vrije toe
gang tot de toren werd vastgelegd.4
Noten
1. K. Faase, Tussen dijk en toren, herinneringen aan
WestkapelleVlissingen, 1989.
2. ZA. archief gemeente Westkapelle, toe-
gangsnr. 2260, inv. nr. 351. (Het rechtsgeding
tussen de Staat der Nederlanden en de gemeen
te Westkapelle over het eigendom van de oude
kerktoren 1852-1855).
3. ZA, archief gemeente Westkapelle, toe-
gangsnr. 2260, inv. nr. 79.
4. ZA, archief Hervormde Gemeente
Westkapelle, toegangsnr. 341, inv. nr. 131.
Met dank aan C. Boogaard voor de verstrekte
informatie.
De toren te Wolphaartsdijk.
Wolphaartsdijk (gemeente Goes),
toren bij de N.H. kerk'
1 )e middeleeuwse toren was bij de aan
vang van de Bataafse Republiek reeds
eigendom van de burgerlijke gemeente.
Dit gold ook voor het koor van de kerk,
dat als school in gebruik was, en voor het
kerkhof. Uit het feit dat in 1816 voor een
bedrag van f 3.662,— ingrijpende herstel
werkzaamheden plaatsvonden, kunnen
we opmaken dat de toren in die tijd
zwaar in verval was geraakt.
In 1859 werd door de kerkmeesters
besloten 0111 ter vervanging van de te
klein geworden kerk een geheel nieuwe
te bouwen. I11 het kader van dit plan
werd voor een bedrag van f 6.500,—
de toren, het koor en het kerkhof door
de gemeente aan de kerk in eigendom
overgedragen.2 Er waren geen eigen
domsbewijzen in handen van de ge
meente maar men tekende in de akte
aan, dat de voormelde gemeente het
zelve sedert onheugelijke jaren en lang
vóór de invoering der voormalige
Fransche wetten in eigendom heeft
bezeten.'
Aanvankelijk was het plan van de kerk
meesters 0111 de nieuwe kerk tegen de
bestaande toren te bouwen. De reden
dat dit plan werd gewijzigd is onbekend.
1 )e oude toren werd evenals de kerk
volledig afgebroken en vervangen door
een compleet nieuw gebouw, een kerk
met een bijpassende toren.
Bij de verkoop van de toren was door de
gemeente bedongen dat door en voor
rekening van de kerk in de nieuwe toren
'een geschikt uurwerk en klok' aange
bracht zou worden, "ten dienste en ten
gebruike van de burgerlijke gemeente,
verblijvende de eigendom van de nieuwe
toren aan de Hervormde Kerk'.
In 1887 werd tussen de gemeente en de
kerk een nieuwe overeenkomst gesloten
over het gebruik van toren, klok en uur
werk. De gemeente kreeg hierbij het
recht om:
a. van de toren de vlag uit te steken bij
alle voorkomende feestelijke gelegen
heden;
b. ten gerieve van de ingezetenen dage
lijks op vastgestelde uren de klok te doen
luiden en tevens om bij brand, waters
nood of ander onheil de inwoners te
waarschuwen;
c. een door de gemeente aangesteld
bevoegd persoon het klokluiden en het
geregeld opwinden van het uurwerk te
laten verzorgen.
I11 1950 werden voor rekening van de ge
meente de wijzerborden van elektrische
verlichting voorzien en in i960 vond,
eveneens voor rekening van de gemeente,
de installatie van een nieuw uurwerk
en een elektrisch luidapparaat plaats.
De toren en de klok bleven onverkort
eigendom van de kerk.
Noten
1. G.J. Lepoeter, Een nieuwe kerk te
Wolphaartsdijk, Bulletin SOZK nr. 62, 2009.
2. GAG, archief gemeente Wolphaartsdijk, inv.
nr. 494.
Yerseke (gemeente Reimerswaal),
toren bij/op de N.H. kerk'
Van de forse dorpskerk in de vorm van
een kruiskerk is het driebeukig schip,
waarschijnlijk in de zestiende eeuw,
verwoest en niet meer opgebouwd. Het
koor en de beide transepten bleven na
de verwoesting van het schip dienst doen
als kerk. De toren, oorspronkelijk staande
tegen de westgevel van het schip, was
door het verdwijnen van het schip op
een afstand van 30 meter ten westen van
het resterende deel van de kerk komen
te staan.
De toren (veertiende eeuw), eigendom
van de gemeente Yerseke, was aan het
eind van de achttiende eeuw door het
ontbreken van voldoende onderhoud al
zwaar in verval. In 1821 volgde afbraak.
De Goessche Courant van 23 april 1821