De eigendom van de kerktorens in Zeeland (deel 2) Torens op de (voormalige) eilanden ten noorden van de Westerschelde G.J. Lepoeter 3 De kruiskerk te Arnemuiden, gezien vanuit het oosten. (ZA, Zeel. Illustr., nr. 44) Aan het slot van het eerste artikel in deze serie (bulletin nummer 63) hebben we aangegeven aandacht te zullen be steden aan afzonderlijke torens in de provincie. In dit artikel brengen we in alfabetische volgorde op plaatsnaam een aantal torens voor het voetlicht. Uit informatie over deze torens blijkt dat er afwijkingen zijn van het op grond van het laatste lid van additioneel artikel 6 bij de Staatsregeling 1798 geformuleerde uitgangspunt, zijnde en blijvende de aan de kerkgebouwen gehechte torens bij voortduring eigendom van de bur gerlijke gemeenten. Arnemuiden (gemeente Middelburg), toren bij de N.H. kerk1 Het huidige Arnemuiden herinnert in weinig opzichten meer aan de bloei periode van de plaats, de vijftiende en zestiende eeuw, toen de handel floreerde en de functie van voorhaven van het economisch machtige Middelburg van groot belang was. Hoogtepunt was het jaar 1574, toen Prins Willem van Oranje Arnemuiden stadsrechten verleende. Niettemin was dit niet voldoende aan leiding om de nieuwe stad stemrecht in de Staten van Zeeland toe te kennen. Zodoende bleef het bij de titel 'smal- stad'. Ironisch genoeg was het vanaf het begin van de zeventiende eeuw, voor vrijwel het hele land de Gouden Eeuw, met de welvaart gedaan. De verzanding van de Arne en de aanleg van een nieuwe toegang naar het steeds belang rijker wordende Middelburg zorgden voor een drastische neergang. In 1609 onderhandelde het stadje met Middelburg om onder haar oppergezag te komen. Middelburg bedankte echter wegens Arnemuidens desastreuze finan ciële situatie. Vanaf die tijd dreef de plaats op de zoutnering en de visserij. De kroniekschrijver Reigersberg ver meldde dat op 9 mei 1505 de eerste steen werd gelegd voor de bouw van een nieuwe kapel te Arnemuiden. Het was het begin van de aan Sint Maarten gewijde kruiskerk, die in 1345 tot parochiekerk werd gewijd. Het was een kerk die er zijn mocht, geheel in overeenstemming met de toenmalige welvaart, hoog boven de omringende bebouwing uittorenend. Een vast baken voor de koopvaardijschepen als ze uit alle windstreken de rede van Arnemuiden naderden. De royale transepten waren ongeveer van dezelfde omvang als het koor aan de oostzijde en het schip aan de westzijde. Het koor was omgeven door een achttal kapellen. Centraal in het kerkgebouw stond de forse vieringtoren, voor het oog op het dak gebouwd, maar in werkelijkheid rustend op de viering pijlers. De geheel uit hout opgetrokken toren waaide in 1557 omver. Herbouw, samen met het vervallen westelijk gedeelte van de kerk, vond plaats in 1564/1565. Blijkbaar stond de toren niet onder een gelukkig gesternte, want een zware storm in de nacht van 7 maart 1582 zorgde voor een zodanige bescha diging dat afbraak en opnieuw herbouw noodzakelijk was. Al op 23 mei 1582 werd de bouw van een nieuwe toren aanbesteed. In 1583 werd de toren voor rekening van het kersverse stadje van het bekend geworden carillon voorzien. Iedereen moest horen hoe goed het ging in het stadje aan de Arne. Het tij zou snel keren. Zoals boven vermeld, werd enkele decennia later alles anders. De permanent gedaalde inkom sten hadden niet alleen gevolgen voor het economisch leven, maar evenzeer voor de middelen waaruit het onder houd van het kerkgebouw bekostigd moest worden. Zowel het stadsbestuur als de kerkenraad verkeerden voort durend in staat van armlastigheid. In 1:755 toonde een inspectierapport aan dat de toestand zo schrikbarend was dat het stadsbestuur besloot de Staten van Zeeland vergunning te vragen om de kruiskerk af te breken en een kleinere nieuwe kerk te bouwen met een toren op de westelijke gevel. Ter dekking van de kosten zou het twee eeuwen oude carillon worden verkocht. De kerkenraad toonde zich echter zeer ontsteld over de plannen van het stadsbestuur. Een persoonlijke actie van predikant A. la Motthe, die zelf in Middelburg en andere steden ging collecteren, leverde

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2010 | | pagina 3