17 De voormalige Hervormde kerk van Schoondijke. Na D-day probeerde de bezetter nog zoveel mogelijk klokken richting Hamburg af te voeren om daar om gesmolten te worden. Naar later zou blijken, waren de klokken van de opslagplaats Spijk in het diepste geheim naar Groningen getransporteerd, waar ze in februari 1945 bij de gemeentelijke opslagplaats waren gelost. Tot de 389 P-klokken die daar na de bevrijding zijn teruggevonden behoorde ook die van Schoondijke. Voor de terugbezorging had de Rijksinspectie Kunstbescherming het land in rayons met centrale depots verdeeld. Via het depot Goes waar de Zeeuwse klokken verzameld waren, keerde de Pauwelsklok eind 1945 in Schoondijke terug. Ze moest nog even geduld hebben om haar klanken over het dorp uit te strooien, want de oude kerk uit 1656 bestond niet meer; het bedehuis was bij de bijkans totale verwoesting van het dorp in oktober 1944 ook ten onder gegaan. Op 24 maart 1949 werd met de eerstesteenlegging een begin gemaakt met de bouw van de nieuwe kerk waar van de inwijding op 11 februari 1950 plaatsvond. Intussen had de gemeente raad van Schoondijke op 2 december 1949 besloten de luidklok 111 eigendom over te dragen aan de Hervormde kerk, 'zonder klepel, zonder luidstoel, zonder luidwiel en zonder luidkoord'.10 Maar daarin werd snel voorzien. En sindsdien roept zij 'confidenter' de mensen bijeen, in overeenstemming met de lijfspreuk van bisschop Triest, haar mecenas, die overigens weinig ophad met ketters. Weinig inwoners van Schoondijke zullen zich anno 2010 bewust zijn dat één van de oudste objecten van hun cultureel erfgoed, de dorpsklok, haar bestaan aan een curieuze coïncidentie te danken heeft. Ze zou met de oude kerk bij de verwoesting van het dorp van de aard bodem verdwenen zijn, ware het niet dat ze anderhalfjaar eerder 'aufBefehl' van dezelfde instantie uit de toren was gehaald met geen andere bedoeling dan haar te laten verdwijnen. Haar promotie tot C-klok en de met witte kalk aan gebrachte P hebben haar op een zijspoor gezet, dat later haar redding is gebleken. (Dit artikel werd eerder gepubliceerd in het tijdschrift van de Gentse Beiaardkring 'Clocke Roeland', 14de jaargang, nummer 4, december 2010.) Noten 1. Voorloopige Lijst der Nederlandsche monu menten van geschiedenis en kunst. Deel VI, Zeeland (Utrecht, 1922). 2. Zeeuws Archief (ZA), Archief Hervormde Gemeente Schoondijke, nr. 15, Brief van J. de Hullu aan J.P. Scholte, 18 augustus 1926. 3. ZA, ibidem, nr. 109. Gemeentebrieven van mei en september 1979, april en oktober 1982, februari 1983, januari, februari en april 1984. 4. J. de Zutter, 'De diaspora van een beiaard. Het Pauwels-carillon van de Gentse Sint-Baafs- kathedraal', in: Toerisme in Oost-Vlaanderen (januari/maart 1986), p. 9-12. 5. ZA, ibidem, nr. 91. 6. Artikel over Antonius Triest in: Nationaal Biografisch Woordenboek, dl. 15 (1996), kol. 721-732- 7. H.J. van Nieuwenhoven, Klokkenvordering 1942-1943. 2 dln. (Zeist 1996), p. VII-XXVII, p. 446 (Hoek), p. 458 (Schoondijke) en p. 465 (Zaamslag). Zie ookj.l. Lambert-Avis, Wie met klokken schiet, wint de oorlog niet: de klokken vordering tijdens de Tweede Wereldoorlog. Asten, 1992. 8. Foto's van de klokken van Hoek en Zaamslag berusten bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed te Amersfoort. 9. ZA, ibidem, nr. 3. Notulen van de kerken raad 1789-1816, p. 87 en 116. 10. Gemeentearchief Sluis. Archieven Gemeente Schoondijke, nr. 21 Notulen Gemeenteraad 1949-1953, 2 december 1949; nr. 237 Stukken overdracht van de luidklok.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2011 | | pagina 17