Bouwkundige onderwerpen De Torenhaan F.G.C. Rothuizen 19 De torenhaan, ook wel windhaan genoemd, heeft zijn vaste plaats en wel boven op de spits van de kerktoren. Dat klinkt logisch maar soms komt dat er niet van. Als je op zoek gaat op internet dan blijkt uit de berichten dat een af wezige torenhaan hoog scoort: hij is of van de toren gewaaid of hij hangt nog op één oor aan een roestige steun. De brandweer komt er dan aan te pas om het gevaar te keren. Zodra de haan is hersteld (door een loodgieter) en in veel gevallen opnieuw is verguld (door een schilder) en indien nodig ook het ijzerwerk van het kruis is vernieuwd of gerepareerd (door een smid) kan hij zijn oude plaats weer in nemen en ook aan die gebeurtenis wordt door de pers veel aandacht besteed. Kort om een toren zonder haan is maar niks. En al die aandacht is beslist nodig want de haan wordt door de mensen gekoes terd, hij is van alle inwoners, hij overziet de bevolking, hij is waakzaam en geeft ook nog de windrichting aan. Over de symboliek van de haan op de kerktoren zal ik in dit artikel niet nader ingaan omdat daarover de meningen behoorlijk verdeeld zijn. De enige opmerking die ik wil maken is dat de torenhaan op torens van protestantse kerken vaak in combinatie wordt gezien met een bal en een kruis. Op rooms- katholieke kerken wordt soms volstaan met een kruis. Niet altijd siert een haan een torenspits, er zijn gevallen bekend van een paard, een lam, een hen en bij lutherse kerken fungeert een zwaan als windwijzer. Ook zien we zeilschepen, leeuwen en engelen. De haan is een behoorlijk bedreigd 'dier', hij wordt belaagd door storm, bliksem en te weinig onderhoud. Dat laatste komt niet door nalatigheid maar gewoon omdat je er voor inspecties niet gemakkelijk bij kan komen. Bij storm staat zo'n haan te schudden en te wrikken, de krachten worden over gebracht op het dak van de toren en daar wordt een enorm beroep gedaan op de bevestigingsmiddelen. Het zal duidelijk zijn dat hier alleen de beste materialen en constructies moeten worden gebruikt. Een bliksemafleider kan op de toren absoluut niet worden gemist. Hoe vaak gebeurde het niet dat torens in vlammen opgingen na blikseminslag. De uitvinding van de bliksemafleider heeft het tij weten te keren, vrij spoedig werden veel torens voorzien van een afleider. Dat was des tijds een koperen staaf die met een bocht om de haan werd gevoerd, een niet al te fraaie oplossing. Later werden oplossingen bedacht die erop neerkwamen dat de gehele haan met kruis samen met de bevestigingsconstructie als afleider dienst deed. Aan de bevestigingsconstructie werd een dikke koperen staaf verbonden die de elektrische spanningen naar de grond moest afvoeren. De haan zelf wordt gemaakt van koper plaat met een dikte van ongeveer i mm die in de juiste vorm wordt gedreven en geklopt het koperslagerswerk) op een stevige mal van beukenhout of van brons. Het is een heel werk: de haan bestaat uit twee helften, een linkse en een rechtse kant, en dus moeten er twee mallen aan te pas komen. Het zal duide lijk zijn dat hier veel vakmanschap voor nodig is; voor de twee helften moet toch gauw gerekend worden op drie man dagen werk. De twee helften worden aan elkaar gesoldeerd en geklonken. Ook de bal is van koperplaat en bestaat eveneens uit twee helften. Zodra het koperwerk gereed is worden de haan en de bal verguld met bladgoud. Flinterdunne blaadjes bladgoud worden voorzichtig door een schilder met een pincet op hun plaats gebracht en daarna met een zachte kwast aangedrukt in een soort lijmlaag. De blaadjes laten zich heel goed plooien omdat ze bestaan ze uit een legering van goud, titanium, zilver en koper. De staart van de haan is vaak royaal uit gevoerd en het draaipunt van de haan ligt vrij ver naar voren zodat de wind volop gelegenheid krijgt om ervoor te zorgen dat de haan goed tegen de wind inkijkt en zo de windrichting aangeeft. De haan mag niet naar voren of naar achteren hellen en daarom wordt deze goed uitgebalanceerd met behulp van lood dat in de kop wordt gegoten. In de haan zit ook de verbinding met de verti cale koperen pijp waarop de haan steunt. Onderstaande foto toont de haan met een bal bestemd voor de kerktoren van Nisse samen met zijn trotse maker. Dennis Mol, in de werkplaats van de fa. Jobse in Middelburg. Hij bracht de haan in vorm op een mal van brons. De haan is 80 cm breed en 60 cm hoog, de bal heeft een diameter van 40 cm. De haan met de bal staan gereed om vervoerd te worden naar Nisse om aldaar met behulp van een hoogwerker te worden geplaatst.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2011 | | pagina 19