Restauratie van de Grote of Mariakerk en toren te Nisse
(deel 2) L.M. van der Gouwe
3
Nieuw spantbeen en beschot
van het tongewelf in noord
transept.
Het verwijderde spantbeen
met duidelijk zichtbaar de
kromming van het tongewelf,
de holte en de afronding.
Het opengemaakte tongewelf
in het zuidtransept met het
ontbrekende gedeelte van de
muurplaat.
In bulletin 63 is een eerste aanzet gege
ven om inzicht te krijgen in het restaura
tietraject en de werkzaamheden van de
Grote of Mariakerk en toren in Nisse. In
dit bulletin wordt het vervolg behandeld
wat tevens het slot is van het artikel. Het
eerste gedeelte gaat over de kerk, waarna
het accent op de toren komt te liggen.
Vervangen spantbeen
Bouwkundig onderdeel van het restau
ratieplan is het vervangen van een spant
been in het oostelijk dakvlak ter plaatse
van het noordtransept. De vervanging is
vanaf de binnenzijde uitgevoerd. Hiertoe
is het in hout uitgevoerde tongewelf
opengemaakt om het bestaande eiken
houten spantbeen te kunnen verwijde
ren. Vervolgens is zo exact mogelijk het
nieuwe spantbeen nagemaakt, waarvoor
wederom een nieuwe eikenhouten balk
is gebruikt. Het nieuwe spantbeen is
voorzien van een kromming in de vorm
van het tongewelf. Verder is het spant
been voorzien van een holte die het ton
gewelf volgt en afgerond aan de zicht-
zijde. Het tongewelf is deels van nieuwe
planken voorzien. Ook een gedeelte van
de muurplaat in het westelijk dakvlak ter
plaatse van het zuidtransept (dompe) is
vanuit de binnenzijde vervangen. Ook
hiervoor moest het houten tongewelf
worden opengemaakt.
Nokvorsten
De nokvorsten op het schip en het koor
van de kerk zijn uitgevoerd in natuur
steen, namelijk in Ledesteen. Dit is een
zeer kalkhoudende zandsteen. Bij het
Te restaureren nokvorsten, waarbij een nok-
vorst met een aanzet voor een versiering.
Nieuwe natuurstenen nokvorsten.
verwijderen van de nokvorsten blijkt dat
deze vroeger voorzien zijn geweest van
een versiering. Op oude foto's wordt de
versiering al niet meer waargenomen,
zodat deze waarschijnlijk al lang geleden
verwijderd is. Ook de Rijksdienst voor
het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft geen
verdere gegevens beschikbaar. De vor
sten bestaan uit drie generaties, waardoor
het vermoeden ontstaat dat deze al bij
eerdere restauraties deels vervangen zijn.
Bij de huidige restauratie is het uitgangs
punt om zoveel mogelijk te behouden.
Nokvorst voorzien van mal en doken, die moet
worden aangegoten met reparatiemortel.
De loden vorstafdichting, waarover de natuur
stenen nokvorsten worden gelegd.
Slechte stukken in de vorsten worden
uitgeslepen, voorzien van doken en een
mal of bekisting en met reparatiemortel
aangegoten. De verwachting dat er
ongeveer 14 meter nieuwe vorsten
moeten worden gemaakt is uitgekomen.
Een aantal vorsten is niet meer te red
den. De vorsten worden terug gelegd
vanaf het koor naar de toren. De nieuwe
vorsten komen zo op het schip tegen de
toren te liggen. De nieuwe vorsten zijn
gemaakt van Massangis Roche Jaune
Clair, een kalksteen afkomstig uit
Massangis (Frankrijk). Deze kalksteen
heeft een beige tot lichtgele kleur met
kleine tot middelgrote partikels. De
nieuwe vorsten worden gezaagd met een
CNC gestuurde machine, waardoor deze
zeer strak en gaaf van uiterlijk zijn.
Vervolgens zijn de vorsten na behandeld,
zodat ze qua oppervlakte textuur en
kleurstelling een betere aansluiting
vinden met de bestaande nokken.
De nokken hebben een afmeting van
0,25 x 0,25 meter en een lengte van
circa 1 meter. De feitelijke nokafdichting
bestaat uit loodslabben, waar de nok
vorsten overheen worden gelegd.