7 Zichtbaar een gedeelte van de nieuwe muur plaat en op de voorgrond de rechte liplas met op de achtergrond een schuine las. Het leidekken van de spits, waarbij de leidek ker een lei afschuint op het brugijzer met de leihamer. Gedeeltelijk vernieuwd dakbeschot en de schuine aanzet ten behoeve van het voetlood. enkele sporen, die voorzien zijn van een schuine las, in slechte staat. Besloten wordt deze sporen aan te passen en de uitvoering te wijzigen van een schuine naar een rechte las. Na deze ingreep blijft er maar een enkele schuine las over. Nadat de borstweringen en kap- sporen zijn gerestaureerd wordt het dak beschot, wat is uitgevoerd als horizon tale beplanking, weer aangebracht. Ter plaatse van de overgang van de omloop naar de spits wordt het dakbeschot onder een hoek naar buiten gezet en bekleed met voetlood. Op het dakbeschot worden de leien aangebracht. Leien in Maasdekking Een leibedekking is altijd een dure bedekking geweest. Om die reden kwamen in de Middeleeuwen leien alleen voor op voorname en belangrijke gebouwen, dikwijls kerken. De leien op het kerkdak en de torenspits zijn gelegd in zogenaamde Maasdekking.1 De naam is afgeleid van het stroomgebied van de Maas, waarvan in de Middeleeuwen de leien werden aangevoerd, vanuit België en Frankrijk. Deze manier van dekking komt dan ook vooral voor in het zuiden en het westen van ons land en zo ook in Nisse. De Maasdekking is te herkennen aan de rechthoekige leien en de horizon tale belijning die zich optekent in een dakvlak door het legpatroon. (In het oosten en noorden van ons land worden de leien gelegd in zogenaamd Rijn dekking. Deze leien zijn schubvormig en tekenen zich in het dakvlak af door een schuine belijning). Een ander groot verschil is het gewicht van de leien op het dak. Een dak in Maasdekking heeft een veel groter gewicht door een uit voering in dubbele dekking dan een dak in Rijndekking wat uitgevoerd wordt in een enkele dekking. De dubbele dekking bij een Maasdak vloeit voort uit de rechthoekige vorm van de leien en het patroon van leggen. Wanneer twee leien koud naast elkaar liggen kan het vocht dan wel de regen door de naad ertussen het dakbeschot bereiken. Om dit te voorkomen wordt een Maasdak altijd uitgevoerd in een dubbele dekking. De bovenliggende rij leien overlapt de vorige zoveel dat de naad is afgedekt. Kwaliteit leibedekking De levensduur van de leienbedekking is sterk afhankelijk van twee factoren. Ten eerste de kwaliteit van de leien en ten tweede het vakmanschap hoe de lei bedekking wordt aangebracht. Leien zijn een natuurproduct, waardoor de kwali teit niet constant is. De RCE stelt in de subsidiebeschikking nadere eisen aan de kwaliteit van leien.2 De leien moeten visueel worden gekeurd en tevens moe ten er certificaten worden voorgelegd, waaruit blijkt dat deze aan de gestelde eisen, volgend uit een fysisch-chemisch en petrografisch onderzoek, voldoen. Deze eisen zijn gebaseerd op een levens duur van minimaal tachtig jaar. Een dergelijk onderzoek wordt ongeveer één keer per jaar steekproefsgewijs uitge voerd per soort lei. De leibedekking op de kerk en toren in Nisse is uitgevoerd door Jobse Leidekkers en Restauratie- bedrijf B.V. uit Middelburg. Jobse is een gecertificeerd leidekkersbedrijf en volgt de door de RCE gestelde eisen en procedures met betrekking tot het lei- dekken. Eerst wordt in overleg met de RCE het soort lei vastgesteld. Zowel voor de kerk als de toren is er gekozen voor de Ffestiniog lei uit Wales.3 Deze behoren tot de beste leien ter wereld. Op deze leien wordt een materiaalgaran tie gegeven van honderd jaar. Zodra de leien in kratten op de bouwplaats zijn aangekomen wordt de partij gekeurd door de RCE. Vervolgens worden de leien door de leidekkers gesorteerd op kwaliteit en dikte. De slechte leien worden er tussenuit gehaald en de leien worden per dikte gestapeld. De dikste leien worden onderaan het dakvlak toe gepast, de dunste hoog in het dakvlak. De onderste leien hebben immers het meeste te lijden, omdat deze het meeste regenwater transporteren en het langst nat zijn. Hiermee wordt ook voorkomen dat de leien door elkaar gebruikt worden en er zogenaamde gapers ontstaan in de bedekking door een te ruime aansluiting. De leien in Maasdekking kunnen zowel met nagel, alsmede met leihaken worden bevestigd. Om aan de vereiste kwaliteits eisen te voldoen, inzake de bevestiging van de leibedekking op de kerkdaken, torenspits en de traptoren zijn deze vastgelegd met roestvaststalen leihaken, uitgevoerd in een zwarte kleur en om de drie lagen genageld met koperen spijkers. Ook de randafwerkingen zijn extra genageld. De Ffestiniog leien van

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2011 | | pagina 7