16
Afscheid van ds. Van Willemswaard.
Zeist was royaal, zij schonk 500 gulden.
Als uitgaven worden onder andere ver
meld de kosten voor de aannemers, ver
voerskosten voor twee cadeau gekregen
kachels en de kosten voor het arbeids
loon van geïnterneerden die in het fort
van Ellewoutsdijk gevangen werden
gehouden. Blijkbaar hebben deze
mensen ook bijgedragen aan de opbouw
van het kerkje; mogelijk waren er vaklui
bij zoals timmerlieden en metselaars.
Het noodkerkje had uiteindelijk 4.949,14
gulden gekost, heel wat meer dan de
geraamde kosten van 2.000 gulden zoals
vermeld op het formulier voor de bouw-
aanvraag. Maar men had voldoende geld
in kas dankzij de vorstelijke giften van de
Hervormde Gemeente in Rijnsburg die
praktisch de hele noodkerk betaalde, het
batig saldo bedroeg 160,43 gulden!
In het kasboekje wordt ook melding
gemaakt van giften. Zoals reeds vermeld
gaf de Gemeente de metselstenen cadeau,
het Rijk schonk de nissenhutten, uit
Schoonhoven kwamen honderd eiken
houten stoelen.
De vloerbedekking kwam van de Hulp
actie Rode Kruis (HARK), een bekend
begrip in die dagen; verder twee kachels,
een voor de kerkzaal en de andere voor
de consistorie, een harmonium, geschon
ken door een tandarts uit Hillegom en
later nog meer stoelen waarvan er een
aantal zijn overgebleven die nu op de
orgelgalerij van de kerk staan.
Ook de leden van de kerk droegen
letterlijk hun steentje bij door onder
meer mee te helpen met het storten van
de betonvloer.
Eindelijk was het zover, de inwijding
van de noodkerk vond plaats op 7 april
1946, vlak voor Pasen. Het moet er
stampvol zijn geweest, de plannen voor
zagen in 200 zitplaatsen. Op die dag
zullen er zeker veel stoelen en banken
zijn bijgezet! Ds. Van Willemswaard
doet uitvoerig verslag van de inwijding
in het kerkblad 'De Kerkklok', de col
lecte bedroeg 240 gulden.
In 1947 werd voorin de kerk een foto
gemaakt ter gelegenheid van het afscheid
van ds. Van Willemswaard. Staand van
links naar rechts zien we de heer L. de
Broekert (diaken), de heerJ.J. Smallegange
(diaken), de heer P.J. Israel (ouderling)
en de heer C.J.P. van Liere (diaken en
kerkontvanger). Zittend van links naar
rechts de heer P. Huissen (ouderling),
ds. G.H. van Willemswaard en de heer
C. v.d. Schraaf (ouderling).
De in schoon metselwerk van gele steen
uitgevoerde preekstoel met de kansel
bijbel is goed te zien. Opmerkelijk is dat
de ronde vorm van de preekstoel over
eenkomt met die van het dak. Rechts is
nog net een deel van het harmonium te
zien en links de deur naar de consistorie
kamer.
De stoelen stonden in twee vakken met
een middenpad en de cadeau gekregen
kachel zal in de buurt van de ingang
hebben gestaan. De andere kachel stond
in de consistoriekamer.
De plaats voor de kerstboom tijdens de
kerstdagen was links voor in de kerk bij
de deur van de consistoriekamer, de
avondmaalstafel stond voor de preek
stoel. Het doopbekken op een marmeren
voet stond eveneens voor in de kerk.
Inmiddels werden al volop plannen
gemaakt en werd geld ingezameld voor
de herbouw van de verwoeste kerk. De
vergunning om te mogen bouwen liet
nog een tijd op zich wachten, maar op
27 februari 1950 kon de nieuwe kerk
worden aanbesteed en op 5 juli 1950
werd de eerste steen gelegd.
De nieuwe kerk werd op 28 april 1951 in-
De stoelen op de orgelgalerij van de kerk.