Zeeuwse
Bibliotheek
20
blaaspijp, werd in de gloeiende glasmassa
gehouden en rondgedraaid zodat er een
klont gloeiend glas zich kon hechten
(fig. i). Vervolgens werd de pijp rond
gedraaid waardoor de glasmassa tot een
kegel werd gevormd (fig. 2).
klont glas
fig.l
kegelvorm
Na verhitting van de kegel werd in de
blaaspijp geblazen terwijl deze werd
rondgedraaid; het resultaat was een holle
bol die opnieuw werd opgewarmd en
gedraaid waardoor de bol werd afgeplat
(fig. 3 en 4). Daarna werd de bol van
de staaf afgesneden waardoor er een
opening in de bol ontstond (fig. 5).
bol
fig.3
bol
fig.4
gat
Aan de andere kant van de bol werd met
gloeiend glas een ijzeren staaf gehecht en
weer werd de bol verhit en vervolgens
snel rondgedraaid terwijl de opening
door een helper met een rondhout werd
vergroot (fig. 6). Ten gevolge van de
middelpuntvliedende kracht ging de bol
steeds verder openstaan en uiteindelijk
werd de bol omgevormd tot een vlakke
schijf waarna de ijzeren staaf van het glas
werd afgebroken en de schijf in een
afkoelingsoven werd geplaatst (fig. 7).
Van de Perrehuis in Middelburg ver
bouwd en uitgebreid werd ten behoeve
van de rechtbank.
Onder de houten vloer van de tuinzaal
werd een behoorlijk dikke laag groen
gekleurd afvalglas gevonden die gemaakt
was van snijresten van geblazen schijven.
Die resten bestonden uit onregelmatig
gevormde kernen en stukken van zij
kanten van schijven.
We vroegen ons af waarom dat glas
onder die houten vloer was aangebracht.
Konden die resten niet opnieuw worden
omgesmolten zo werd er geopperd.
Uiteindelijk was de conclusie dat dit
afvalglas de muizen zou kunnen weren!
Bronnen
K. Wiedijk, Bouwmaterialen, 1952.
P. Bot, Vademecum historische bouwmaterialen,
installaties en infrastructuur, 2009.
H.J. Hoving, Vlakglas, 1954.
glasschijf
fig.7
Bewaarexemplaar
Na afkoeling werd de schijf (fig. C), die
wel een doorsnede kon hebben van 100
cm, versneden tot kleine ruitjes (fig. B)
en ook de middelpunten, de zogenaam
de flessenbodems, werden bewaard om
er later vensters van te maken (fig. A).
In het voortreffelijke Vademecum historische
bouwmaterialen, installaties en infrastructuur
van Piet Bot wordt melding gemaakt van
een glasmakerij in Middelburg in 1581.
Toen ik dat las moest ik denken aan een
van mijn stageperioden in 1955 toen het
groter gat