17 bij de kerk van Baarland. Gelet op zijn vermogende positie en de armlastige kerkelijke gemeente en in zijn functie als kerkrentmeester verantwoordelijk voor de financiën, lijkt er een grote mate van waarschijnlijkheid dat Slabber ook nauw betrokken is geweest bij de inrichting en aankleding van de kerk, met als belang rijkste element het schot. Verder moet ervan uitgegaan worden dat de beschil dering van het schot onderdeel was van het interieur. Zo zullen bijvoorbeeld ook de gedrapeerde gordijnen ter plaatse van de raamvensters uitgevoerd geweest zijn in een rode stof, vergelijkend met de schildering op het schot. Het schot is van grote cultuurhistorische waarde, omdat het inzicht geeft in de stilistische verrijking van een dorpskerk in de twee de heltt van de achttiende eeuw en zeer zeldzaam is geworden, omdat deze aan passingen in de twintigste eeuw veel zijn verwijderd, vanwege de toen heersende opvatting van de rijksdienst om terug te restaureren naar het oorspronkelijk inte rieur. Hiermee is in veel kerken een gedeelte van de geschiedenis uitgewist, omdat het als kitsch werd aangezien, aldus de heer Lepoeter. Als laatste spreker komt de heer H. Franse van Schilders- en afwerkingsbedrijf Franse B.V. uit Kwadendamme. Dit bedrijf is onder andere gespecialiseerd in oude schilderkunst en restauratietechnieken en zij zijn verantwoordelijk voor de restau ratie van de schildering op het schot. De basis van de restauratie wordt gevormd door een voorafgaand onder zoek naar de samenstelling van de verf en de kwaliteit van de wandschildering. Dit is uitgevoerd door de heer G.J. Nijsse uit Goes, een autoriteit op het gebied van hout- en marmerimitatie. Uit de opgestelde rapportage blijkt dat de beschildering niet enkel door reinigen een fris en sprankelend uiterlijk zal ver krijgen. De reden hiervan is dat het materiaal, waarmee men in die tijd schil derde, oliehoudende verf was, dikwijls lijnolieverf. Olieverf droogt door de opname van zuurstof, wat een chemisch proces is. Dit betekent dat het proces niet stopt, en nadat de verf geheel droog is het verouderingsproces in werking treed. Dit wordt op den duur zichtbaar als craquelé, een soort barstvorming, die het uiterlijk verschraalt en een doffe uit straling geeft. In het verleden werd dit proces tegen gegaan door de schildering regelmatig over te schilderen met wederom een vernis op oliebasis. Door deze laag vernis werd de bestaande schildering gevoed en kreeg het zijn diepte weer. Lijnolie heeft weer de eigenschap dat het vergeelt. Hierdoor zijn veel schilderingen in de loop van de tijd bruinig van kleur ge worden en meer dekkend, zodat niet meer alle details zichtbaar zijn. Dit is ook de reden van de leuke ontdekkingen bij restauraties van schilderingen, waarbij de gehele vernislaag wordt verwijderd. In Baarland was het met de wandschildering op het schot gelukkig nog niet zo ver gesteld. In het verleden is de schildering wel overschilderd met een vernis op oliebasis, maar beperkt. In de huidige restauratie-ethiek is het uitgangspunt het behouden van zoveel mogelijk oorspronkelijk historisch mate riaal en het beschermen en herstellen (restaureren) bij voorkeur op een rever sibele methode, zodat in de toekomst altijd teruggekeerd kan worden naar het oorspronkelijk element. Praktisch gezien betekent dit dat de verf, vernis of was weer moet kunnen worden verwijderd, zonder dat hiermee de oorspronkelijke schildering wordt aangetast. Uiteindelijk heeft dit uitgangspunt geleid tot een voorstel, waarbij het schot zou worden behandeld met een was of vernis die geen vergelende eigenschappen heeft en te allen tijde weggewassen kan worden, waardoor de schildering teruggebracht kan worden in de oorspronkelijke staat van de achttiende eeuw. Proefsgewijs is gebleken dat met toe passing van een was een minder inten sievere opwerking werd bereikt dan met een slotvernis. In overleg en na bemon stering is de keuze gevallen op een vernis en de daarbij behorende glansgraad. Het resultaat is goed zichtbaar, waardoor het schot weer meer zijn uitstraling met diepte heeft teruggekregen. De oorspronkelijke beschildering is hiermee behouden en heeft de intensere uitstraling van weleer. Mevrouw C. Ellenbaas-Murre bedankt alle gastsprekers voor hun inbreng. Namens hen is het een zeer boeiende middag is geworden. Verder heeft de plaatselijke commissie Baarland weeral een nieuw project op stapel staan, name- Medewerker Vermeulen van Schilder- en Afwerkingsbedrijf Franse bezig met de restau ratie van het schot, (foto L.M. van der Gouwe) lijk restauratie van het vermaarde Moreauorgel. Na afloop van het programma was er gelegenheid om, onder het genot van een hapje en een drankje, de plaatselijke commissie de hand te schudden en te complimenteren met het behaalde resul taat tijdens een informeel samenzijn. Noten 1. A.H. Rietveld, Stichting Oude Zeeuwse Kerken, bulletin 52, De Nederlandse hervormde kerk van Baarland in het nieuws. Presentatie van het doopvont, 2004, pag. 3. 2. A.H. Rietveld, Stichting Oude Zeeuwse kerken, bulletin 58, Het regenbakhuisje van Baarland, 2007, Pag- 3- 3. L.M. van der Gouwe, Stichting Oude Zeeuwse Kerken, bulletin 62, Jacqueline de Smit, Vrouw van Baarland, 2009, pag. 11-18. 4. G.J. Lepoeter, Stichting Oude Zeeuwse Kerken, bulletin 58, De eerste orgelplaatsingen in protestantse dorpskerken op Zuid-Beveland, 2007, pag. 8-14.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2012 | | pagina 18