Bouwkundige onderwerpen Glas 2 19 F.G.C. Rothuizen De toespraak van burgemeester Rabelink. Links van hem Hans Mol, voorzitter van de Vriendenstichting. (Foto: Huib Uil, Collectie Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, nr. NDG 0078). 's middags werden geveild. Er was een expositie van foto's van Joop van Houdt en W. Meijer, er was een boekenmarkt en gastorganisten bespeelden het Van Vulpenorgel. Buiten waren kraampjes met lekkernijen, bloemen en planten. Er waren activiteiten voor de jeugd, een quiz voor de ouderen en een accordeon optreden. 's Middags hield burgemeester G.C.G.M. Rabelink een toespraak waar in hij de vijfjaar geleden opgerichte Stichting Vrienden van de Driekoningen- kerk een hart onder de riem stak om het gebouw in stand te houden. De instand houding van een kerkgebouw zoals dat in Noordgouwe is geen vanzelfsprekende zaak meer. Des te meer moet er bewon dering zijn voor degenen die zich willen inzetten voor het behoud ervan. Zij verdienen morele en vooral financiële steun. Het plaatselijke muziekgezelschap Con Amore trad op in de muziektent en bij het beeld van hun oprichter Joh. Vijverberg. Op zondag 24 juni werd er een kerkdienst gehouden waarin een bord met de namen van de predikanten werd onthuld. Het is vervaardigd door Vincent Krans uit Ouwerkerk in op dracht van Han van Eldik, een zoon van de hiervoor genoemde arts. Hij schonk het aan de Hervormde gemeente. We sluiten af met een anekdote uit de tijd van de restauratie. Als burgemeester secretaris Z. Cornelis moest telefoneren, was dat lastig want de metselaars maak ten zoveel lawaai met het kappen van de stenen dat het oorverdovend was in het gemeentehuisje. Daarom werd ambte naarjan de Back erop afgestuurd om hen vriendelijk te vragen even te kappen met het kappen Het maken van cilinders De vraag naar glas nam enorm toe, ook voor woningen moest nu glas gemaakt worden. In de Nederlanden was een tekort aan goede glasblazers. Gelokt door hoge lonen kwamen Duitse glasblazers rond 1720 naar België. Zij brachten nieuwe glastechnieken mee waaronder het blazen van cilinders. Met deze tech niek was het mogelijk ruiten te maken van 120x120 cm. Tegenwoordig zou men spreken van schaalvergroting. Inmiddels ontstond er ook een grote vraag naar brandstof. De bossen leverden onvoldoende hout op om de ovens nog te stoken, hout werd schaars. Langzamerhand was men in voorgaande jaren al overgegaan op steenkool die met name gevonden werd bij Charleroi. Een logisch gevolg was dat de glasfabrieken zich daar in de buurt gingen vestigen. Aanvankelijk werden de ovens met kolen gestookt,veel later ging men over op gasgestookte ovens wat een nog zuiverder product opleverde. De techniek leek veel op die voor het maken van schijven. Ook hier kwam klont glas >c fig.8 open cilinder fig. 10 fig. 12 een ijzeren blaaspijp aan te pas die met het eind een aantal keren ondergedom peld werd in een vloeibare glasmassa net zolang tot er voldoende massa aanwezig was (fig. 8). Met een haak werd deze massa over de pijp verdeeld en daarna werd het geheel in een soort van holle houten mal geplaatst. Vervolgens werd in de pijp geblazen en werd de massa omgevormd tot een soort holle peer (fig- 9)- Door steeds verwarmen en blazen en het maken van speciale bewegingen werd de holle peer vervormd tot een holle cilinder (fig. 10). Het einde van de cilinder werd na plaatselijke verhitting open en door snel draaien groter gemaakt en aan het andere einde werd de cilinder van de blaaspijp gescheiden. Dit gebeurde door een gloeiende glasdraad rond de cilinder te binden die afgekoeld werd met een koud stuk ijzer met als gevolg dat op de plaats van de draad een breuklijn ont stond (fig. 11). De cilinder die nu twee open einden had werd over de volle lengte met een diamant doorgesneden en vervolgens in kegelvorm fig.9 afgeplatte bol 1 open Y 1 fig. 11 glasplaat

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2012 | | pagina 20